De Groenlandse walvis leeft uitsluitend in het Arctisch gebied. Deze walvis behoort tot de Balaenidae familie. Deze kleine familie bestaat uit vier soorten in twee geslachten: Eubalaena met drie soorten Noordkapers en Balaenidae met maar één soort, de Groenlandse walvis. Bijzonder aan de Groenlandse walvis is zijn vermogen om met zijn hoofd door bijna 18 cm dik ijs heen te breken.  Geen enkele andere walvis kan dit. Groenlandse walvissen kunnen een zeer hoge leeftijd halen van 200 jaar.

Een Groenlandse walvis duikt op in Fram Strait, in het noordwesten van Noorwegen.

Groenlandse Walvis © Kit Kovacs/Norwegian Polar Institute | Flickr

Bouw

De Groenlandse walvis, Balaena mysticetus, is een opvallend verschijnsel. Zijn enorme lichaam is zeer massief gebouwd en heeft de vorm van een boog. Zijn twee borstvinnen zijn net peddels. Een rugvin heeft hij om praktische redenen niet, de walvis leeft namelijk voornamelijk onder het Arctisch ijs en dan is een grote rugvin bepaald niet praktisch. Zijn hoofd beslaat bijna een derde van zijn lichaam en het spuitgat bestaat uit twee openingen en is gesitueerd precies op de boog van zijn hoofd. 

  • De walvis kan een lengte bereiken van maar liefst 20 meter met een daarbij horende gewicht van 75 - 100 ton. Dit is dus met recht een flinke walvis al is het niet de grootste, die eer behoort toe aan de blauwe vinvis. Groenlandse walvissen hebben een zeer dikke laag isolerend blubber om hen te beschermen tegen de extreem koude elementen. Die kan wel 50 cm dik zijn. Ondanks deze extra belasting kunnen ze verrassend makkelijk boven het water uitspringen waarbij hun hele lichaam boven het water wordt gelanceerd. 
  • Groenlandse walvissen zijn voornamelijk zwart van kleur, maar hun kin is daarentegen bijna wit. Dat wit kom je ook weer op hun buik tegen in de vorm van witte vlekken.
  • De Groenlandse walvis gebruikt zijn balein om krill te filteren, net als de bultrug, de blauwe vinvisde walvishaai, (geen walvis maar een haai) en de reuzenhaai. De balein van de Groenlandse walvis is de grootste onder alle baleinwalvissen. Aan beide kanten van de mond bevinden zich 350 baleinen van 4,5 meter lang wat een mooie indicatie geeft van hoe groot het hoofd  en de mond van deze walvissoort is. 
  • De ogen van de Groenlandse walvis liggen vlak bij de mondhoeken gesitueerd en zijn in verhouding erg klein. Walvissen kunnen gemiddeld 10 - 11 meter onder water zien. Dit wordt minder wanneer ze hun lichaam boven het water uitsteken. Hun ogen zijn uitstekend aangepast voor een leven onderwater, hierdoor is hun oogbol minder bol dan dat van de meeste landdieren, maar hun pupil kan daarentegen wel, net als bij ons, van grootte veranderen om zich aan te passen aan het licht. Walvissen brengen de meeste tijd van hun leven onder water door waar er minder licht komt, maar wanneer ze omhoog springen of hun hoofd boven het water uitsteken, spyhopping, moet hun pupil zich aanpassen aan de grote hoeveelheid licht anders zouden hun ogen zwaar beschadigd raken. 

Leeftijd bepalen aan de hand van de oog

Wetenschappers zijn altijd bezig om informatie te verzamelen over de Groenlandse walvis, het is met recht een 'neverending story' en hun bevindingen zijn niet alleen interessant om te weten, maar ook zeer belangrijk om het behoud van de soort zoveel mogelijk te waarborgen. Walvissen zijn honderden jaren lang opgejaagd en afgeslacht voor hun botten, blubber, baleinen en olie. Hierdoor zijn ze bijna uitgestorven. Dit gold niet minder voor de Groenlandse walvis. Onderzoek is daarom noodzakelijk om het behoud van de soort te garanderen. 

Een Groenlandse walvis duikt op in Fram Strait, in het noordwesten van Noorwegen.

Groenlandse Walvis © Kit Kovacs/Norwegian Polar Institute | Flickr

Een van de dingen waar wetenschappers tegenaan lopen is de leeftijdbepaling van deze oude reus. Men vermoedt dat de Groenlandse walvis erg oud kan worden, gemiddeld 200 jaar zelfs, maar het  is erg moeilijk om de exacte leeftijd van een Groenlandse walvis te bepalen. De meest voorkomende manier die gebruikt wordt is door de lengte, het gewicht, de lengte van de baleinen, de balein-koolstofcyclus en de vrouwelijk reproductieve geschiedenis van de walvis te gebruiken voor leeftijdsbepaling, maar er is ook een andere, meer exacte manier om aan die gegevens te komen en daarvoor hebben ze het oog van de Groenlandse walvis nodig. 

Deze techniek heet asparaginezuurracemisatie (AAR). Wetenschappers kunnen met behulp van de aminozuren in het oog de leeftijd van de walvis inschatten.  Binnenin de lens van het oog verandert de asparaginezuur met het verstrijken van de tijd. Het is een soort 'natuurlijke klok' waarbij de ene vorm, L geheten, over tijd verandert en de overgang maakt naar zijn spiegelbeeld, D geheten. Hierdoor is het mogelijk om een exacter schatting te krijgen van de leeftijd van de walvis. Dit kan soms wel een aantal jaren schelen in de uiteindelijke inschatting. 

Een handige methode dus om te bepalen hoe oud een Groenlandse walvis kan worden. 

Voedsel

Groenlandse walvissen eten voornamelijk krill. Ze vangen dit door met hun enorme mond open te zwemmen en zo het krill in hun mond te laten lopen. De baleinen worden dan gebruikt om het water van de krill te scheiden door het te zeven. Om te kunnen eten blijven Groenlandse walvissen soms wel tot 40 minuten onder water! Naast krill eten Groenlandse walvissen ook kleine kreeftjes en vissoorten. 

Leefomgeving

De Groenlandse walvis leeft in ondiep water, in tegenstelling tot de blauwe vinvisde bultrug en de grootste dolfijnensoort die vaak ten onrechte worden verward voor een walvis, de orka. De walvis slijt zijn dagen door het pakijs te volgen. Dit houdt in dat ze naar het noorden toe trekken wanneer de zomer aanbreekt om dan weer naar het zuiden toe te trekken wanneer de winter weer aanbreekt.

 

De beloega walvis achtervolgt graag de Groenlandse walvis, mogelijk om mee te kunnen snoepen

van de luchtgaten dat de walvis in het ijs achterlaat tijdens hun trektochten 

 

Hard zwemmen doen ze niet, ze zwemmen gemiddeld 2- 5 km per uur. Dit verandert wanneer er gevaar dreigt, want dan gaat hun snelheid omhoog naar gemiddeld 10 km per uur. Ook al zijn ze heel capabel om door het ijs heen te breken met hun hoofd, toch zullen ze dit niet zo gauw doen en ze zullen er alles aan doen om juist te voorkomen dat ze vast komen te zitten en zelfs ingesloten raken in het dikke pakijs. 

Communicatie

Geluid kunnen opvangen is van essentiële belang voor Groenlandse walvissen. Ze gebruiken hun gehoor voor een aantal belangrijke zaken, waaronder het navigeren door het ijs, het detecteren van predatoren, het zoeken naar voedsel en het communiceren binnenin de groep. Groenlandse walvissen zijn erg luidruchtig en kunnen een brede kakofonie aan geluiden produceren. Zij produceren geluiden onder andere tijdens de jacht, tijdens het paren en ook tijdens het migreren.

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadGroenlandse_walvis_gezang
4.3 MB3:06 min

 

Voortplanting

Groenlandse walvissen worden vrij laat seksueel actief. Voortplanting neemt plaats wanneer ze gemiddeld 25 jaar oud zijn en hun lichaamslengte tussen de 10 - 14 meter lang is. Volgens NOAA is het paringsritueel het hele jaar door waargenomen bij Groenlandse walvissen, maar de meeste zwangerschappen vinden plaats laat in de winter of in de lente. Kalfjes worden tussen april - juni geboren op het moment van de lente migratie. Vrouwelijk Groenlandse walvissen krijgen maar eens per 3 á 4 jaar een kalfje en ze hebben een zeer lange zwangerschap van 13 - 14 maanden! Hun kalfjes zijn bijna 4 meter lang en wegen 1,000 kilo. Ze kunnen meteen na de geboorte zwemmen, wat noodzakelijk is. Moeders en kalfjes zijn zeer aan elkaar gehecht. Het kalfje wordt na een jaar gespeend.

Groenlandse walvis en kalf in de Noordelijke IJszee.

Groenlandse walvis en kalf in de Noordelijke IJszee | © GPA Photo Archive | Flickr

Natuurlijke vijanden

De Groenlandse walvis heeft maar één natuurlijke vijand en dat is de orka. Het spreekt voor zich dat een eenzame orka geen partij is voor een potige walvis zoals de Groenlandse walvis. Orka's kunnen zijn vanzelfsprekend alleen de baas wanneer ze als groep te werk gaan. 

Relatie tot de mens

Dankzij de intensieve jacht op walvissen tijdens de 16e - 19e eeuw waren veel walvissoorten bijna uitgestorven. Op een gegeven moment werden er organisaties noodgedwongen opgericht om de veiligheid van deze zoogdieren te waarborgen. In 1946 werd de International Convention for the Regulation of Whaling in het leven geroepen. Deze organisatie zou de walvisvaart reguleren. De International Whaling Commission zou daarop volgen in 1946. Hun taak was om de walvissoorten te beschermen. Andere organisaties die zich bezighielden met de bescherming van walvissen waren:

 

Nederlandse admiraals na de Tweede Engelse Zeeoorlog
Symbolische voorstelling op de bloei van de Nederlandse visserij na de Tweede Engelse Zeeoorlog. Geschilderd door Willem Eversdijk - 1667. Op de schilderij zijn Adriaen Banckert en Michiel de Ruyter ook afgebeeld
Nederlandse walvisvaarders - 18e eeuwGravure uit de 18e eeuw met Nederlandse walvisvaarders jagend op Groenlandse walvissen. Op de achtergrond is Beerenberg op Jan Mayen te zien.
 

 

Helaas zijn er dankzij de opwarming van het klimaat nu ook andere levensbedreigende factoren bijgekomen. Denk hierbij aan het versmelten van het poolijs wat een gevaar vormt voor hun leefgebied. Verdere gevaren worden veroorzaakt door vissersnetten, chemicaliën in het water dankzij schepsrampen en zinkende schepen waardoor duizenden liters olie in het water terechtkomt of het belanden van andere toxische chemicaliën in het water. Geluiden in het water kunnen ook een gevaar vormen doordat ze de navigatie van de walvissen verstoort. Boten die in aanvaring komen met Groenlandse walvissen vormen ook een reëel gevaar. 

 

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

Bronnen:

 

Interessante artikelen:

 

Reizen naar Antarctica:

 

 

 

De dwergvinvis is een zoogdier die behoort tot de suborde van baleinwalvissen. De dieren leiden doorgaans een solitair leven, maar je kunt ze ook aantreffen in groepjes van 5 - 15 stuks. Dwergvinvissen zijn de kleinste walvissoorten van alle walvisachtigen en ze komen ook het meeste voor. Toch genieten ze alsnog bescherming van de Marine Mammal Protection Act. Er zijn twee soorten dwergvinvissen, te weten de gewone dwergvinvis, Balaenoptera acutorostrata, en de Atlantische dwergvinvis, Balaenoptera bonaerensis

Rugvin
Gestroomlijnd lichaam
Spuitgat
Oog
Borstvinnen
Staartvin
Mond

 

Bouw

  • Dwergvinvissen zijn de kleinste walvissoorten onder de walvisachtigen. Ze hebben een lange, slanke lijf. De Antarctische walvis kan ruim 10 meter lang worden met een daarbij behorend gewicht van 10 ton. Ze zijn donkergrijs tot zwart aan de bovenkant en hebben een licht gekleurde buik. 
  • Het hoofd van de dwergvinvis is lang en de mond is recht en krult omhoog bij de ogen. Dit geeft de dwergvinvis een lieftallige, mopperige uitstraling. Boven op het hoofd loopt een richel van het punt van de neus naar de spuitgaten boven op zijn hoofd. 
  • De neus van de dwergvinvis ligt boven op het hoofd. Dit zijn de twee spuitgaten die de vorm van een V hebben. Wanneer de walvis naar beneden duikt sluiten deze gaten zich hermetisch af om te voorkomen dat er water naar binnen loopt. Wanneer de walvis weer omhoog komt aan de oppervlakte stoot hij de lucht met een krachtige beweging naar buiten. Dit zorgt voor een nevelig plaatje bij de Antarctische dwergvinvis, want de lucht die de walvis uitademt is warm. 
  • De ogen van de dwergvinvis bevinden zich aan de zijkanten van hun hoofd en kunnen los van elkaar draaien. Ze kunnen alle kanten opdraaien en vanwege hun situering heeft de walvis een bredere blik dan wanneer ze zich aan de voorkant van het hoofd zouden bevinden. 
  • De oren van de dwergvinvis liggen net achter de ogen. Ze kunnen vermoedelijk lage geluidsfrequenties ermee opvangen wat handig is om te communiceren met andere pods in de verre omgeving. 
  • De borstvinnen worden gebruikt om mee te sturen en zijn in feite handen, want de botstructuur is hetzelfde als dat van mensen alleen is dit voor het blote oog niet zichtbaar. Wanner de walvis omhoog komt spreidt hij zijn borstvinnen, wanneer hij zich om zijn as draait houdt hij een vin tegen zijn lichaam gedrukt terwijl hij de andere uitsteekt. De Atlantische dwergvinvis heeft ook nog witte strepen op de borstvinnen. 
  • De staartvin ligt horizontaal en wordt gebruikt om stuwing mee te creëren. De beide helften kunnen op en neer krullen om vaart te verhogen of te verminderen. De dwergvinvis kan gemiddeld 40 km per uur zwemmen, maar hij wil ook soms langzaam door het water cruisen met 3 - 4 km per uur. 
  • De mond van de dwergvinvis is groot en bevat 460 - 720 rijen baleinen van 20 - 30 cm lang. Er lopen tussen de 55 - 77 keelgroeven vanaf de keel tot aan de buik van de dwergvinvis. Deze zetten uit wanneer de mond volloopt om zoveel mogelijk krill te vangen. Het krill en het water worden van elkaar gescheiden door de baleinen die als een soort zeef werken. Dit zie je ook bij de andere walvissen zoals de bultrug en de blauwe vinvis

Leefgebied

De dwergvinvis leeft in het noordelijke halfrond en het liefst in kouder water. Je treft hem bijvoorbeeld ook aan in onze bloedeigen Noordzee, maar ook bij Noorwegen, Groenland en IJsland. De Arctische dwergvinvis wordt daarentegen gespot in het zuidelijke halfrond en dus ook in het Arctisch gebied daar, bijvoorbeeld in Zuid Afrika en Zuid Amerika. 

 

Antarctisch dwergvinvis © Ari Friedlaender | Oregon State

Antarctisch dwergvinvis © Ari Friedlaender | Oregon State University | Flickr

 

Dwergvinvissen leven voornamelijk in diepere wateren, maar soms tref je ze ook aan dicht bij de kust. Wanneer de winter aanbreekt trekken ze meestal naar warmer water toe waar ze zich ook voortplanten. In de zomer zoeken ze weer het koudere water weer op. 

Dit zijn in principe solitaire walvissen, maar groepen van meer dan honderd stuks komen ook voor voornamelijk daar waar er veel voedsel is en dan voornamelijk in het noordelijke halfrond. Wat opvalt is dat de dwergvinvissen zich dan niet met elkaar bemoeien, maar hun eigen weg gaan in de groep. 

Ze zwemmen gemiddeld 40 kilometer per uur, maar hun gemiddelde 'cruise' snelheid ligt meer in de buurt van 5 - 25 km per uur. Dwergvinvissen zijn redelijk nieuwsgierig en willen weleens boten en zelfs duikers benaderen in het water. 

Voedsel

Dwergvinvissen eten voornamelijk krill en eten kleiner vissoorten en garnalen daarnaast. Ze vangen dit door met hun mond wijd open te zwemmen waardoor het krill in de mondholte terechtkomt. Hier wordt het water van het krill gefilterd waarna het water weer naar buiten komt via de baleinen en het krill in de mondholte achterblijft. 

Ook al zie je soms een samenscholing van dwergvinvissen bij elkaar, ze blijven solitair, zelfs in de groep. Dit houdt dus ook in dat ze ondanks hun leefgenoten, alleen jagen. 

Communicatie

Het geluid dat een dwergvinvis produceert is heel goed te horen onder water en kan zelfs door duikers waargenomen worden door voelbare vibraties op de borstkas. Het geluidsgehalte wordt vaak vergeleken met een opstijgende straaljager. Dwergvinvissen zijn redelijk stil en maken niet zoveel geluid om orka's niet naar zich toe te lokken, orka's volgen namelijk het geluid van hun prooi. Ze produceren een aantal geluiden die omschreven kunnen worden als klik, pulserende en grommende geluiden. Zie geluidsfragment hieronder. 

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadMinke Whales Underwater Sounds
1.4 MB1:02 min

 

Het geluid dat een dwergvinvis produceert kan ver reiken, tot wel 114 km!  Geleerden hebben echter ontdekt dat door het toegenomen lawaai in het water het alsmaar moeilijker wordt voor dwergvinvissen met elkaar te communiceren. Meer geluid betekent helaas minder bereik en in sommige gevallen nam het bereik drastisch af. Metingen wezen uit dat in luide gebieden het bereik nog maar 19 km bedroeg. 

Voortplanting

Dwergvinvissen zijn op 7 -8 jarige leeftijd seksueel actief, afhankelijk van waar de walvis leeft. Dit kan het hele jaar door voorvallen, maar vermoedelijk planten ze zich eerder voor tijdens de wintermaanden. Een zwangerschap duurt 10 maanden waarna een kalfje wordt geboren. Het kalfje is gemiddeld 2,44  meter lang en weegt 450 kilo. Ze zullen worden gespeend wanneer ze gemiddeld 6 maanden oud zijn. Een vrouwelijke dwergvinvis werpt elk jaar een kalf. Mannelijk dwergvinvissen leven in principe gescheiden van de vrouwtjes en hun kalfjes. Dwergvinvissen kunnen 60 jaar oud worden. 

Natuurlijke vijanden

Voor zover bekend heeft de dwergvinvis maar één natuurlijke vijand en dat is de orka. Orka's jagen in groepsverband en zijn in staat om grote walvissoorten te doden wanneer ze als groep samenwerken. Een solitair levende walvis maakt geen schijn van kans tegen zo'n dominante groep. Andere walvissen die ook op het menu van de orka staan zijn bultruggen, Groenlandse walvissen, potvissen, grienden en blauwe vinvissen

 

Dwergvinvis

Dwergvinvis © Roderick Eime | Flickr

 

Strandingen in Nederland

Walvis strandingen, Unusual Mortality Event (UME) genaamd door NOAA, komen alsmaar in frequenter aantal voor bij dwergvinvissen. Dwergvinvissen stranden ook regelmatig aan aan onze Nederlandse kust. Ze stranden vaak alleen aan, maar soms ook in kleine groepen. Strandingen aan de kust van Nederland zijn genoteerd op de eilanden Texel, Vlieland, Ameland en Terschelling. Verder zijn er strandingen geweest in onder andere Katwijk, Noordwijk, Rottumerplaat en Engelsmanplaat om een paar plaatsen op te noemen. Je kunt meer lezen over dwergvinvis strandingen op de website van Walvisstrandingen.nl.

Relatie tot de mens

Veel dwergvinvissen zijn overleden als direct gevolg van handelingen die verricht zijn door mensen. Een grote boosdoener is natuurlijk nog altijd de walvisvaart, maar ook netten, commerciële visserij, chemicaliën die geloodst worden in zee of die door scheepsrampen in het water terechtkomen en geluidsoverlast veroorzaakt door bijvoorbeeld scheepsmotoren in het water veroorzaken sterfte onder de dwergvinvis. 

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

Bronnen:

 

Interessante artikelen:

 

Reizen naar Antarctica:

 

 

 

De Griend, Globicephala melas of G. melaena, is een tandwalvis uit de familie van de Delphinidae, beter bekend als de dolfijnen familie. De naam Globicephala betekent 'rond hoofd', wat duidt op het hoofd van de Griend. Hij wordt ook de gewone griend of de zwarte griend genoemd. Dit zijn zeer sociale dieren die in grote pods, een ander woord voor groepen, leven van soms wel honderd familieleden. Dit sociale gedrag kom je ook tegen bij orka's. Grienden zijn absoluut niet verlegen en willen zelfs af en toe boten benaderen. 

 

Griend geniet van een rustig moment © Roderick Eime | Flickr

Heerlijk chillen © Roderick Eime | Flickr

 

Bouw

Er zijn eigenlijk twee soorten grienden, de langvin griend en de kortvin griend, Globicephala macrorhynchus. De kortvin griend leeft op het zuidelijk halfrond en de langvin griend leeft op het noordelijk halfrond. Wij gaan het hier hebben over de langvin griend, want deze komt namelijk ook voor in onze Noordzee. 

 

 Griend
 Griend
 
Kortvin griend, Globicephala macrorhynchus
Langvin griend, Globicephala melas of G. melaena
 

 

Hierboven zie je heel duidelijk het verschil tussen een kortvin griend en een langvin griend. De rugvin van de langvin griend in geprononceerder, het lichaam is steviger gebouwd en het hoofd heeft een ietwat andere vorm. De mond is bovendien minder groot en de afstand tussen de mondhoeken en ogen van de langvin griend zijn iets groter dan die van de kortvin griend. 

  • Grienden zien er ietwat vreemd uit. Eigenlijk lijken ze een beetje op een witte walvis qua lichaamsbouw. De griend is een van de grotere dolfijnsoorten en staat op de tweede plaats qua lengte onder de orka. Ze kunnen erg lang worden, bijna 7 meter om precies te zijn, waarbij de mannetjes groter zijn dan de vrouwtjes, ze zijn ook behoorlijk zwaar; vrouwtjes kunnen gemiddeld 1300 kilo wegen en de mannetjes zijn een flink stuk zwaarder met 2300 kilo! 
  • De griend komt in tweetal kleuren voor, te weten zwart of donkergrijs. Er lopen twee lichte strepen langs de zijkanten van hun lichaam die soms tot aan hun ooghoeken komen. Er bevindt zich nog een witte streep op de buik en borst. Dit is een ankervormige, lichte vlek. Hun lichaam is halvemaanvormig en hun hoofd is rond en groot. Het lichaam van de griend is gespierd en stevig gebouwd. 
  • De rugvin van de griend heeft de vorm van een haak, een zeer brede onderkant, is nogal geprononceerd en wordt bij volwassen mannetjes op den duur nog geprononceerder. 
  • De staartvin bevindt zich aan het einde van een korte, gespierde staart en is naar verhouding met de lengte en omvang van de griend nogal aan de kleine kant. De staarteinden hebben een puntige vorm. Soms zitten er littekens op de staart. 
  • Vlak bij het hoofd van de griend bevinden zich de borstvinnen. Deze zijn lang en smal en hebben de vorm van een sikkel. Ze zijn ongeveer 30 cm lang. Dit verklaart overigens de Engelse benaming van de griend, 'Long Finned Pilot Whale', wat duidt op de lengte van de borstvinnen. 
  • De mond van de griend is niet groot. De mondhoeken krullen omhoog, wat je overigens ook bij de bruinvis ziet. Er zitten gemiddeld 48 tanden in de kaken. 
  • Het hoofd van de griend is groot en rond. Bij mannetjes wordt dit nog geprononceerder wanneer zij eenmaal volwassen zijn. 

 

 Griend
Griend
 

Langvin griend | © Barney Moss | Flickr

Spy hopping

Grienden worden ook vaak gespot met hun hoofd boven het water uit, zie afbeelding hierboven. Dit heet 'spy hopping'. Door hun staartvin heen en weer te bewegen onder het water kunnen walvissen rechtop in het water staan en hun hoofd boven het water omhoog steken. Ze doen dit voornamelijk om de omliggende gebieden af te speuren. Je ziet dit gedrag ook bij orka's en bultruggen. Witte haaien steken ook hun hoofd vaak boven het wateroppervlak uit, maar doen niet actief aan spy hopping zoals bij walvissen het geval is. 

Leefomgeving

De Griend leeft zoals wij al aangeven, in de Noordzee, maar hij komt ook in de Noord Atlantische Oceaan en op het Zuidelijk halfrond voor. Je kunt hem bijvoorbeeld vinden bij Portugal en in de Middellandse Zee. Grienden vertoeven het liefst in wateren met een koude of een gemiddelde temperatuur. Ze prefereren diepere wateren, maar je kunt ze soms ook spotten dichter bij de kuststreek. Grienden zijn in principe nomadisch, maar er zijn ook families die zich beperken tot één specifiek gebied. Grienden komen ook voor in de Antarctische gebieden. 

Voedsel

Grienden eten het liefst pijlinktvis. Soms willen ze ook wel een vis eten zoals haring, hek, makreel en kabeljauw. Het zijn uitstekende jagers die met gemak hun adem 15 minuten lang in kunnen houden om zo doende maar liefst 1000 meter diep te duiken. Bovendien kunnen deze walvissen snelheden behalen van maximaal 90 kilometer per uur. Hun prooi bevindt zich op deze diepte, waar het zicht nihil is en alles omgeven is door totale duisternis. 

 

Grienden op vissenjacht samen met dolfijnen

Grienden en dolfijnen samen op jacht naar vis © Rob Oo | Flickr

 

Vermoed wordt dat de grienden echolocatie gebruiken om hun voedsel te vinden in het donker. Je kunt meer over echo sonar bij dolfijnen lezen op de website van de Waddenvereniging

Pods

Grienden leven in pods. Een pod bestaat feitelijk uit een grote familie, net als bij orka's. Mannelijke grienden worden geboren in de pod en blijven tot aan hun dood in de pod. Pods worden geleid door een oudere matriarch, een volwassen vrouw, meestal de oudste vrouw in de pod.  De groepen kunnen enorm groot worden waarbij 100 grienden bij elkaar echt geen uitzonderingen zijn. Elk pod beperkt zich tot zijn eigen groep, interacties tussen de pods is zeldzaam behalve dan wanneer de mannetjes zich gaan voortplanten. Dit is ook het enige moment waarop mannelijke grienden de pods verlaten. Vermoedelijk komen de pods massaal bij elkaar om dit mogelijk te maken. Bijeenkomsten van duizenden grienden bij elkaar vormen tijdens de paringstijd geen uitzondering. 

 

Een pod grienden in Nova Scotia

Een pod grienden in Nova Scotia | © David Fleet | Flickr

 

Volgens stichting Firmm leven er 12 tot 15 residente pods in de Straat van Gibraltar. Firmm doet al jaren onderzoek naar het gedrag van grienden in de Straat van Gibraltar. Zo hebben ze ook ontdekt dat in de maand juli de grienden zich terugtrekken naar de Middellandse Zee. Reden hiervoor is de aanwezigheid van orka's in de Straat van Gibraltar. Firmm vermoed dat de grienden richting de Middellandse Zee trekken om hun jonge kalfjes te beschermen tegen de hongerige orka's. Firmm beschrijft echter ook wat er gebeurt wanneer de grienden na een paar dagen weer terugkeren naar de Straat van Gibraltar. Intussen hebben de pods zich verzameld en gaan ze en masse terug naar de Straat van Gibraltar waar ze met veel machtsvertoon de veel grotere en machtiger orka's met een spectaculaire achtervolgingsjacht wegdrijven uit het gebied. Dit fenomeen gebeurt maar eens in de zoveel tijd en is daarom behoorlijk uniek. 

Vermoedelijk heeft elk pod zijn eigen taalgebruik, dus een vorm van communicatie die een verzameling geluiden inhoudt. Je kunt meer lezen over communicatie in een pod in ons artikel over orka's waar elke pod zijn eigen unieke communicatie geluiden hanteert. Dit kan variëren tussen klikkende geluiden en hoge tonen. 

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadGriend
0.5 MB0:31 min
   

Voortplanting

Mannelijke grienden worden op 12 - 17-jarige leeftijd seksueel actief en vrouwtjes een stuk eerder, op 8-jarige leeftijd. Tussen de maanden april - september zoeken de pods elkaar op en wordt er gepaard. Zwangerschappen zijn lang en duren 12 maanden waarna er één kalfje wordt geboren. De kalfjes zijn gemiddeld 1,8 meter lang en wegen 100 kilo. De kalfjes worden door de moeder gevoed totdat ze drie jaar oud zijn, daarna worden ze gespeend. Soms eten ze al vast voedsel en worden ze nog steeds door hun moeder gevoed. Kalfjes worden eens in de vier jaar ter wereld gebracht. Wanneer de vrouwtjes geen kalfjes meer kunnen baren zorgen ze voor andere kalfjes in de groep. Vrouwtjes kunnen 60 jaar worden en mannetjes 45 jaar. 

Natuurlijke vijanden

Zover bekend hebben grienden niet echt natuurlijke vijanden. Mogelijk dat ze slachtoffer worden van haaien en orka's, maar zeker weten doen we dat niet. Ze kunnen wel agressief gedrag vertonen naar andere walvisachtigen.

Strandingen

Een van de meest verbijsterende scenario's die je je kunt bedenken is wanneer er duizenden gestrande grienden op het strand worden aangetroffen. Het gebeurt vaker dan je denkt. Maar hoe komt dit? Waarom stranden ze zo vaak? Het is met recht een raadsel. Echt weten doet niemand het, maar wetenschappers vermoeden dat dit fenomeen te maken heeft met de diepe verbondenheid binnenin de pod, tussen de grienden. Zie het zo; wanner één griend gestrand raakt, blijven de andere grienden bij hem of volgen ze hem waardoor ze zelf ook gestrand raken. Groepen gestrande grienden kunnen variëren in grootte van een klein groepje tot honderden gestrande grienden bij elkaar. Het is altijd een trieste situatie wanneer dit gebeurt en ook al wordt er met man en macht geprobeerd om de grienden weer terug naar zee te slepen, vaak overleven veel grienden de stranding alsnog niet. 

 

Gestrande grienden © Florida Fish and Wildlife | Flickr

Gestrande grienden | © Florida Fish and Wildlife | Flickr

 

Relatie tot de mens

Jarenlang leden grienden net als andere walvissen onder de walvisjacht, zie onze artikel Walvisvaart - Gouden Eeuw. Uiteindelijk werd er van bovenaf ingegrepen toen hun aantallen dramatisch achteruit gingen. Dit gold sowieso voor bultruggen, potvissen en de Groenlandse walvissen. Ook walrussenzeeolifanten en andersoortige zeehonden leden hieronder want ook zij werden gedood voor hun blubber.

Terwijl er organisaties bezig zijn om alles te weten te komen over grienden, worden er nog steeds grienden in gevangenschap gehouden en actief gebruikt om shows te geven en worden er, het aller, aller ergste, elk jaar honderden grienden op gruwelijke manier geslacht tijdens het Grindadráp festival op de Faroe Eilanden. Zo'n 1500 grienden worden door de plaatselijke bevolking naar de kust toe gedreven en systematisch gedood. Sea Shepherd, doet er alles aan om de jacht op grienden een halt toe te roepen. 

 

Grienden genieten, net als alle walvissoorten, bescherming door 2 organisaties:

Marine Mammal Protection Act (MMPA)

CITES appendix II

 

 

Adopteer een griend

Het is mogelijk om bij stichting Firmm een walvis te adopteren. Wellicht leuk als cadeautje, of om met de hele klas samen te doen of gewoon voor jezelf? Je hulp wordt zeer op prijs gesteld! Voor meer informatie, klik op de button om naar de website van Firmm te gaan.
 
Foto: © Christine Veeschkens | Flickr
 
Naar de website van firmm
Griend © Christine Veeschkens | Flickr
 

 

 

Uitsterving haaien - data onbekend

 

Interessant:

Bronnen:

 

Reizen naar Antarctica:

 

 

De weddellzeehond, Leptonychotes weddellii, is het meest zuidelijke levende zeedier in het Antarctische gebied, hij leeft maar op zo'n 1300 km vanaf de Zuidpool. Deze zeehond is bij uitstek gebouwd voor de kou en brengt het grootste deel van zijn leven door onder het ijs. Weddellzeehonden zijn ironisch genoeg vernoemd naar James Weddell, Oostende, 24 augustus 1787 – Londen, 9 september 1834, een Engelse zeevaarder, navigator, ontdekkingsreiziger en fanatieke jager op zeehonden. Hoe is het mogelijk. 

Bouw

Mensen die voor het eerst een weddellzeehond zien vinden het net een grote knuffel en toegegeven, ze zien er ook gewoon schattig uit. Weddellzeehonden zijn over het algemeen iets makkelijker te benaderen dan de meeste van hun soorgenoten. Wat opvalt aan de weddellzeehond is de fysieke gelijkenis tussen het hoofd van een weddellzeehond en die van een kat, beide dieren hebben namelijk een rone hoofd en een korte snuit die omringd is met snorharen. 

1. Lichaam
Het lichaam is voorzien van een dik laag blubber, maar een dunne vacht
5. Snorharen
De snorharen van een weddellzeehond zijn uitermate belangrijk tijdens de jacht. Ze nemen de taken over van de ogen waneer de ogen niets meer kunnen zien onder het ijs
2. Gebit
Het gebit van een weddellzeehond is uitermate geschikt om gaten in het ijs mee te bijten
3. Ogen
Weddellzeehonden hebben redelijk grote ogen die van een beschermend vliesje zijn voorzien.
6. Gehoor
Weddellzeehonden hebben een inwendige gehoororgaan.
4. Flippers
Voorflippers zijn kort en de 'vingers' aan de flippers hebben klauwen
7. Kleur
Weddellzeehonden zijn zwart - grijs van boven en een lichter kleur op de buik. Soms hebben ze ook een gevlekte vacht

Foto © oliver.dodd | Flickr

  1. Dit is niet de kleinste zeehondensoort op Antarctica, ze zijn zelfs redelijk groot. Weddellzeehonden kunnen 3 meter lang worden, waarbij de mannetjes net iets kleiner zijn de vrouwtjes. Hun gewicht mag er ook wel zijn, tussen 400 - 500 kilo. Net als alle zeehonden op Antarctica heeft de weddellzeehond ook een dikke blubbervetlaag, al is deze bij de weddellzeehond nog geprononceerder dan bij ander zeehonden. Dit heeft vermoedelijk ook te maken met de tijdspan dat ze dagelijks onder het ijs doorbrengen wat meer is dan dat van welke andere zeehondensoort op Antarctica. Opvallend bij de weddellzeehond is dan ook dat hij nogal 'vol' en rond oogt. Dit is gewoon zijn goed isolerend, dikke blubberlaag. Zij vacht is in verhouding niet dik, maar juist aan de dunne kat. Het tekort aan vacht wordt echter aangevuld door zijn flinke speklaag. 
  2. Het gebit van een weddellzeehond is zodanig ontwikkeld dat ze er gaten mee in het ijs kunnen uithakken. Deze gaten gebruiken ze om telkens lucht te happen en om uit het water op het ijs te klimmen. Dit heeft echter wel nadelen voor de kwaliteit van hun gebit, want door het uithakken van het ijs slijt ook hun gebit. Versleten tanden zijn nooit goed, zeker niet in het wild. Het gevolg is dat het moeilijker wordt om gaten uit te hakken in het ijs, te jagen en te eten. 
  3. De ogen van weddellzeehonden zijn voorzien van een vliesje om ze te beschermen tegen de sneeuw en het zoute water. Hun ogen zijn groot en bruin van kleur en 2x zo groot als die van een mens. Wanneer je bedenkt dat hun hoofdomvang ongeveer gelijk is aan die van ons, dan besef je pas hoe groot hun ogen daadwerlijk zijn. De ogen zijn zodanig ontwikkeld dat ze optimaal licht kunnen opvangen, wat natuurlijk heel handig is voor een leven onder het donkere ijs. Hun ogen hebben ze natuurlijk niet alleen nodig voor de jacht, maar ook om zichzelf te beschermen tegen predatoren. 
  4. De voor- en achterflippers zijn zodanig ontwikkeld dat ze er uitstekend mee kunnen zwemmen. De voorflippers zijn aan de korte kant en hebben vijf 'vingers' met kleine klauwen. Hun gemiddelde zwemsnelheid ligt op 10 km/u.
  5. De snorharen zijn uitermate belangrijk voor de weddellzeehond, want veel van de voortgang en succes van de jacht hangt af van de gevoeligheidsgraad ervan. weddellzeehondenogen zijn helemaal ingesteld op de donkere wereld onder het ijs, waar ze natuurlijk ook het grootste deel van hun leven doorbrengen. Hier komen hun snorharen weer goed van pas, want wanneer de ogen tekortschieten functioneren de snorharen als vervangende sensoren. Deze snorharen zijn uitermate belangrijk voor de overlevingskansen van weddellzeehonden, want wanneer zij falen eet de zeehond niets.
  6. Weddellzeehonden hebben inwendige gehoororganen. Dit zie je ook bij andere zeehondensoorten zoals de zeeluipaard, de krabbeneter en de zuidelijke zeeolifant. 
  7. De vacht van een weddellzeehond is zoals we al eerder aangaven niet dik, behalve dan bij de flippers, maar hun vacht is wel vol. De kleur van hun vacht varieert tussen zwart, grijs en wit. Meestal is de rug zwart-grijs en de buik wit. Ook heeft een weddellzeehond soms een gevlekte vacht wat soms voor verwarring kan zorgen, voornamelijk omdat zeeluipaarden ook een gevlekte vacht hebben. Een opvallend verschil tussen de lichaamsbouw van het mannetje en het vrouwtje is de dikte van de omgeving van de nek, neus en hoofd ten opzichte van een vrouwtjes weddellzeehond. 

 

Leuke weetje:

Weddellzeehonden kunnen met hun korte flippers niet over bij om zichzelf te verzorgen of om zichzelf te krabben. Ze lossen dit op door met hun nagels datgene te verzorgen waar ze wél bij kunnen en over de grond te rollen om de plekken waar ze niet bij kunnen ook te verzorgen. 

 

Leefgebied

Zoals we al hebben aangegeven leven weddellzeehonden het meest zuidelijk van alle zoogdieren op Antarctica. Hun hele leven speelt zich er op af, onder en rondom het bewegende ijs. Wanneer ze zich in het water begeven blijven ze meestal binnen een straal van 15 - 20 km binnen het zuidelijke zeegebied. 

Weddellzeehonden bijten gaten in het ijs en blijven meestal in de buurt van het gat om lucht te happen en om zichzelf tussendoor op het ijs te hijsen. Jonge zeehonden worden ook op het ijs geboren.

Wanneer ze zich onder het ijs bevinden blijven ze meestal binnen een straal van 50 - 100 km in de nabijheid van de kolonie. Adolecent weddellzeehondjes willen soms weleens honderden kilometers migreren naar andere plekken buiten de kolonie om. Hierdoor zijn er weddellzeehonden tot helemaal in Nieuw Zeeland en Australië gesignaleerd.  

Communiceren

Weddellzeehonden staan erom bekend dat ze nogal lawaaiërig zijn. De mannetjes produceren een meer complexer geluid dan vrouwtjes, maar hun stemgeluid is zo penetrant dat het vanonder het ijs duidelijk hoorbaar is, het kan zelfs worden waargenomen op ruim 128,8 km afstand. Het aantal geluiden dat weddellzeehonden produceren, 47 in totaal, varieert van fluitende tonen, tot pulserende geluiden. De geluiden variëren naar gelang het moment, dus agressieve tonen klinken weer anders dan territoriale tonen en parings tonen. 

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadWeddell_Seal_Audio_Files_1
1.1 MB1:14 min
  

Voedsel

Dankzij hun ergonomische bouw zijn weddellzeehonden heel goed ontwikkeld om te overleven onder het ijs en om hier dus ook te jagen. Het zijn carnivoren en hun dieet bestaat uit een variëteit aan bodemvissen, octopus, pijlinktvis en garnalen. Weddellzeehonden kunnen tot wel 600 meter diep duiken en zwemmen vaak laag in het water om naar prooi te zoeken dat zich boven hen bevindt. De actuele tijdslimiet waarop een weddellzeehond onder water kan blijven varieert, maar de meeste wetenschappers vermoeden dat ze van 60 tot wel 80 minuten lang onder water kunnen blijven, echter dan moeten ze wel weer omhoog om lucht te happen. Overigens blijven ze ook vaak langer onder water om op zoek te gaan naar andere luchtgaten in het ijs. Het langer kunnen duiken danken weddellzeehonden aan de hoeveelheid rode bloedcellen en een groter bloedvolume in hun systeem waardoor ze meer zuurstof kunnen vasthouden tijdens lange duiksessies.  

Weddellzeehonden hebben een unieke manier om te voorkomen dat ze last krijgen van caissonziekte. Ze ademen diep uit waardoor de longen en luchtwegen dichtklappen. Dit voorkomt de aanmaak van stikstof in hun bloed wat weer voorkomt dat ze last krijgen van caissonziekte. Dit fenomeen zie je ook terug bij de zuidelijke zeeolifanten.  

 

Weddellzeehond | © Sandwich | Flickr

Voortplanting

Weddellzeehonden komen elk jaar terug naar dezelfde plek om hun jong te krijgen. Mannetjes en vrouwtjes zijn gemiddeld 7 jaar wanneer ze seksueel actief worden. Het voortplantingsritueel geschiedt onder water en schijnt er behoorlijk luidruchtig aan toe te gaan, zo luidruchtig zelfs dat de geluiden dwars door het ijs heen te horen zijn. Tijdens de geslachtsdaad bijt het mannetje in de nek van het vrouwtje. Een zwangerschap duurt 11 maanden, maar de actuele implantatie van het bevruchte eicel geschiedt pas na een paar maanden. Een mannetje zal alles eraan doen om zijn luchtgat in het ijs te beschermen tegen andere mannetjes en kan zelfs zeer agressief worden. Ook tijdens de zwangerschap van het vrouwtje en wanneer de pup nog heel jong is zwemt het mannetje onder het ijs om zijn luchtgat te beschermen tegen andere mannetjes. 

Vanaf begin september tot november brengen de vrouwtjes gemiddeld 1 pup per jaar ter wereld. Soms kunnen ze zelfs een tweeling krijgen, de enige zeehondenfamilie die dat kan. De geboorte gebeurt heel snel en duurt maar 5 minuten. De pups wegen ongeveer 25 kilo en zijn 1,25 cm lang bij de geboorte. Pups hebben natuurlijk nog geen beschermende blubberlaag zoals hun ouders, maar daarentegen hebben ze wel een lekker warme zachte grijs vachtje, lanugo geheten. Dankzij de moedermelk komen de pups gemiddeld 2 kilo per dag aan. 

De pups zijn meestal al na een week in staat om te zwemmen, na een maand komen ze al in de rui en raken ze hun babyvacht kwijt, en na zeven tot acht weken worden ze gespeend, afhankelijk van het gebied waarin ze zich bevinden. Ze worden dan ook door hun moeder geleerd om te jagen. 

 

Weddellzeehond | © Beth Simmons | Flickr
Weddellzeehond | © Beth Simmons | Flickr
 

Foto rechts © Beth Simmons | Flickr

 

Natuurlijke vijanden

Net als elk andere dier in het wild heeft ook de weddellzeehond natuurlijke vijanden, met name de zeeluipaard en de orka. Om zichzelf zo goed mogelijk te beschermen tegen aanvallen van deze dieren zwemmen de weddellzeehonden zo dicht mogelijk onder het ijs. Hierdoor wordt het de zeeluipaard en orka moeilijk gemaakt om ze te grijpen. Helaas worden de nog jonge pups regelmatig slachtoffer van zeeluipaarden en orka's. Ook andere zeehonden op Antarctica zijn slachtoffer van de zeeluipaard, met name de krabbeneter pups hebben veel te lijden van de zeeluipaard. In het eerste jaar van hun leven vallen maar liefst 80% ten prooi aan de zeeluipaard. Ook pinguïns moeten het helaas zeer vaak ontgelden. 

 

Weddellzeehond | © ka hi | Flickr

Weddellzeehond | © ka hi | Flickr

 

Relatie tot de mens

Er zijn gemiddeld 800.000 weddellzeehonden. Weddellzeehonden hebben nooit veel te vrezen gehad van mensen of de jacht vanwege de nogal grote afstand van de gebieden waarin ze leven, gemiddeld 1300 km vanaf de zuidpool. Dit gaf de weddellzeehond nog een ruime mate van bescherming en dit is dan ook terug te zien in hun aantallen. Toch is er wel degelijk een periode van commerciële jacht geweest op deze zeehond en dan met name tussen 1986 - 1987 door de Sovjet Unie. Ook wilden wetenschappers uit Noorwegen 20 weddellzeehonden euthanaseren in de zomer van 2000 - 2001 voor een onderzoek naar milieuvervuiling. Gelukkig stak de Noorse regering hier ferm een stokje voor. Gelukkig wordt de jacht door mensen op zeehonden intensief gecontroleerd door Conservation of Antarctic Seals (CCAS) en de Antarctic Treaty

 

Interessante artikelen:

 

Reizen naar Antarctica:

Zeeolifanten, Mirounga leonine, hebben hun naam te danken aan hun bijzondere neus die doet denken aan de lange slurf van een olifant. Vandaar ook hun naam; zeeolifant. Dit zijn zelfs voor zeehonden begrippen, kolossale dieren. De mannen kunnen een  indrukwekkende lengte bereiken van maar liefs 6,5 meter en dan met een bijbehorend gewicht van 3530 kilo! 

​Het woordje olifant is de Latijnse benaming voor 'enorm gewelf'. Dat past natuurlijk uitstekend bij een olifant, maar bepaald niet minder bij de zeeolifant, want groot is hij, zonder meer! Het verschil tussen deze kolossus en een olifant zit hem in de grootte en zwaarte van een Afrikaanse olifant. De grootste Afrikaanse olifant ooit geregistreerd leefde in Angola. Deze reus was zo immens dat hij een meter hoger was dan zijn soortgenoten. Hij stak letterlijk met kop en schouders boven de de gemiddelde Afrikaanse olifant uit. Deze reus was 3,96 meter hoog en woog 11.000 kilo! De grootste zeeolifant die daarentegen ooit gemeten is was een zuidelijke zeeolifant van 6,8 meter lang en dat ruim 4000 kilo woog. Even voor de duidelijk, dit zijn in principe vreedzame dieren, maar pas op, want ze kunnen uitermate agressief zijn tijdens de paringstijd. Gevechten tussen mannetjes gaan er keihard aan toe en vaak gaat dit gepaard met veel bloed en diepe snijwonden die worden veroorzaakt door hun scherpe tanden. 

​Bouw

Er zijn twee soorten zeeolifanten; de noordelijke en de zuidelijke zeeolifant. Dit zijn de grootste zeehonden ter wereld. Ze zijn tevens de grootste carnivoor ter wereld. Op het eerste gezicht lijken de beiden soorten erg veel op elkaar, maar er is wel degelijk een verschil waar te nemen tussen de twee soorten. De noordelijke zeeolifant is significant kleiner dan zijn naaste familielid de zuidelijke zeeolifant. De noordelijke mannelijke zeeolifant kan een lichaamslengte bereiken van gemiddeld 4 meter met een daarbij horend lichaamsgewicht van maximaal 2,300 kilo. Daarentegen wordt zijn zuidelijke familielid vele malen langer en zwaarder, met een maximale lichaamslengte van 6,5 meter en een gewicht van 3,700 kilo. Let op: dit is zes keer zwaarder dan de grootste ijsbeer en bijna twee keer zo zwaarder dan de grootste zeehond! Het gaat hier dus om beduidend grote verschillen. 

Wij gaan in dit artikel de zuidelijke zeeolifant behandelen, omdat deze specifiek en alleen op Antarctica voorkomt. Andere zeeroofdieren die ook op Antarctica voorkomen worden ook op deze website behandeld. Je kunt deze dieren vinden onder 'Antarctica'.

Neus
Zuidelijke zeeolifanten hebben een bijzondere neus. Het is net een slurf die naar gelang kan worden vergroot.
Lengte
Een zuidelijke zeeolifant kan heel groot en massief worden met een lengte van 6,5 meter en een stevige gewicht van maar liefs 3,700 kilo!
Zintuigen
De neus, oren, ogen en snorharen van een zuidelijke zeeolifant zijn optimaal ontwikkeld voor de jacht. Hun snorharen kunnen trillingen waarnemen
Achterflippers
Zuidelijke zeeolifanten hebben achterbenen die voor het oog onzichtbaar zijn. De achterflippers vormen een soort 'voet', maar zijn gewoon zwemvliezen. Beiden hebben vijf tenen.
Traag
Ondanks dat de zuidelijke zeeolifant gebouwd is als een torpedo, is hij zeer traag in het water. Zijn gemiddelde snelheid is niet hoger dan 5 - 10 km per uur.

De zuidelijke zeeolifant is blauw grijs van kleur en kan, zoals je al hebt kunnen lezen, tot enorme proporties groeien. De vrouwtjes worden half zo lang als de mannetjes, met een gemiddelde lengte van 3,5 meter en een daarbij horende gewicht van 900 kilo. 

De mannetjes hebben een slurfachtige neus die in omvang kan worden opgezet. De neus heeft twee doelen: 

  1. De mannetjes gebruiken het om keiharde brul geluiden mee te maken om andere mannetjes mee af te schrikken
  2. De neus van zowel het vrouwtje en de bul wordt gebuikt om vocht op te nemen gedurende de lange paringstijd

De neus van de zuidelijke zeeolifant ontwikkelt zich pas nadat de zeeolifant geslachtsrijp wordt. 

​Jaarlijks, tussen april en augustus keren de zeeolifanten weer naar hun oude vertrouwde strand terug om hun oude vacht en het bovenste laag van hun huid te verwisselen. Dit proces duurt gemiddeld 25 - 28 dagen. 

 

Foto's afkomstig van © Liam Quinn | Flickr

 

De zeeolifant heeft geen waarneembare oren, deze zitten inwendig. Hun ogen zijn groot, rond en donker en ze hebben snorharen die uitermate belangrijk zijn voor bij het jagen. Deze snorharen kunnen trillingen waarnemen in het water en nemen de taak van de ogen over wanneer het zicht onder water slecht is. Hun zicht onder water is verder uitstekend. Zeeolifanten kunnen tevens voor langere periodes onder water vertoeven, tot wel 20 minuten. Dit is het langste periode van alle niet walvisachtige diersoorten ter wereld. 

​Het lichaam van de zeeolifant is massief. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een dikke vetlaag. De vetlaag beschermt ze tegen de extreem koude elementen waar ze in leven. Zeeolifanten brengen het grootste deel van hun leven in het water door, tot wel 80%. Dankzij de grote hoeveelheid bloed in hun lichaam houden ze voldoende zuurstof vast wat voor hen van levensbelang is tijdens het duiken. Naast dat ze kolossaal gebouwd zijn heeft het mannetje ook nog een schild van verhoornde huid op de borst. Dit is nodig om de mannelijke zeeolifant extra bescherming te bieden tijdens de vaak gewelddadige confrontaties met andere mannetjes tijdens de bronstijd. 

Het lichaam van deze imposante dieren is net als een torpedo ontwikkeld. Deze vorm zorgt voor een optimaal gestroomlijnde beweging onder water. Snel zijn ze echter niet wanneer ze zwemmen. Hun gemiddelde snelheid onder water ligt op 5-10 km per uur. Op het land zijn ze niet veel sneller. Daar leent hun lichaam zich ook niet voor. Toch kunnen ze verrassend snelle spurten maken wanneer dat nodig is.  

​Om zich voort te bewegen in het water maakt de zeeolifant gebruik van hun achterpoten. Deze zien er niet uit als doorsnee achterpoten, maar hebben eerder meer iets weg van flippers. Dit zie je ook bij de Kaapse Pelsrob en bij zeeotters. Elke 'voet' heeft vijf tenen. 

​Leefgebied

Zuidelijke zeeolifanten komen voor op Antarctica en sub-Antarctische wateren. 

​Voeding

Zuidelijke zeeolifanten kunnen heel diep duiken, tot wel 400 - 1,000 meter. Er zijn zelfs officiële vermeldingen gemaakt van duiken tot wel 2,133 meter diep. De zeeolifanten zijn gebouwd voor zwemmen en koud water. Hun dikke vetlaag beschermt ze tegen de kou, hun ogen kunnen zeer scherp zien onder water, zelfs als het schemerig is en hun snorharen kunnen bewegingen waarnemen onder water wanneer de ogen dat niet meer kunnen wanneer het te donker wordt. 

​Zeeolifanten kunnen tot wel twee uur onder water blijven. Hun lichaam is hiervoor perfect geschapen. Het lichaam ondergaat diverse veranderingen om het duiken te bevorderen:

  • De hartslag wordt vertraagt
  • Voor het duiken ademen de zeeolifanten uit om hun lichaam te ontdoen van gassen
  • De bloedtoevoer naar diverse organen wordt vertraagt 
  • Zuurstof wordt opgeslagen in de spieren
  • Zuurstof wordt stopgezet naar diverse belangrijke organen
  • Vanwege Hemoglobine in het bloed kunnen ze zuurstof beter opslaan in het bloed
  • ​Zeeolifanten jagen op roggen, haaien, kreeften, krill, algen, weekdieren en schaaldieren.

 

Leuke wetenswaardigheid

Om te voorkomen dat zeehonden tijdens het duiken verschijnselen krijgen van caissonziekte (decompressieziekte), drukken de inwendige organen van de zeeolifant omhoog tegen het middenrif. Hiermee persen ze alle lucht uit de longen. Het lichaam of in feite de ribbenkast van de zeeolifant is hier al op berekend. Zeeolifanten hebben namelijk meer ribben; ze hebben 15 paar in plaats van 13.

 

Voortplanting

Tussen augustus en november breekt de broedtijd aan voor de zuidelijke zeeolifanten. Dit wordt doorgaans ook gezien als het beste tijdstip om zeeolifanten op het land te zien, want deze enorme dieren brengen het grootste deel van hun leven voornamelijk door in het water. 

​Tijdens de broedtijd gaan de grootste mannetjes elkaar met extreem veel geweld te lijf. De gevechten kunnen soms wel een aantal uren doorgaan en leiden vaak tot serieuze verwondingen. Het vechten gaat gepaard met veel luid gebrul, het elkaar slaan met de bovenlichamen en door elkaar te bijten met grote snijwonden tot gevolg.

Net als met de meeste dieren in het dierenrijk tref je bij de zeeolifantenmannetjes, bullen geheten, ook rangen en standen aan. Dit bepaalt ook mede hun rang op de voortplantingsranglijst. Middels een fikse vechtpartij wordt bepaald wie mag paren met de vrouwtjes. Doorgaans zijn dit alleen de sterkste mannetjes die het recht zullen winnen om met de vrouwtjes te paren. Het vechten gaat voornamelijk om lappen strand. Hierop zullen de allersterkste mannetjes een enorm harem van 120-150 vrouwtjes houden. Het gemiddelde ligt meestal niet hoger dan 40-50, maar dan gaat het hier niet om de krachtigste mannetjes. De bullen die het niet lukt om een harem te 'veroveren' blijven meestal aan de rand van de harem rondhangen en proberen alsnog een vrouwtje te dekken. Dit leidt vanzelfsprekend alsnog tot flinke, bloedige gevechten. De sterftecijfers onder de bullen die sterven nog voordat ze kans hebben gezien om een eigen harem te vormen is fors. Gemiddeld zullen 90% van hen vroegtijdig sterven. 

Vrouwelijke zeeolifanten zijn geslachtsrijp vanaf hun derde jaar terwijl de leeftijd bij de mannetjes een stuk hoger ligt met negen jaar. Het paren en het bevallen van de pasgeboren pups gebeurt altijd op het strand. Een zwangerschap duurt minstens 11 maanden. Gezien de lengte waarop deze zwangerschappen duren zal het vrouwtje pas het jaar erop bevallen nadat ze zwanger op het strand is verschenen. De aanstaande moeder kan haar zwangerschap uitstellen wanneer de bevalling niet plaats vindt in de juiste periode . Het bevruchte eitje nestelt zich gewoonweg niet in de wand van de baarmoeder totdat het tijdstip rijp is. Eenmaal zover laat de bevalling niet lang op zich wachten. Vijf dagen nadat ze weer op het strand terug zijn na een jaar van afwezigheid bevalt de moeder van haar pup. De pups worden gevoed met moedermelk en worden na een maand gespeend. Drie weken na de bevalling zullen ze weer paren. 

De pasgeboren pups zijn flink. Ze zijn gemiddeld 1,25 meter en wegen 35 kilo. Dankzij de voedzame melk van hun moeder komen de pups na hun geboorte dagelijks gemiddeld 4,5 kilo aan. Ze drinken gemiddeld 10 keer per dag en dan telkens 25 minuten lang. Dit loopt op tot en met 20 keer en wel 180 minuten per keer. Na 28 dagen, net nadat ze gespeend zijn, zijn ze flink gegroeid en ongeveer een verbluffend 126 kilo zwaarder. De pups worden op het strand door hun moeder gevoed. De moeder laat haar pup geen moment alleen en zal teren op haar dikke vetlaag om aan haar eigen benodigde voedingsstoffen te komen. Nadat de pups gespeend zijn blijven de pups nog twee maanden op het strand. Gedurende deze periode leren ze om te zwemmen en het allerbelangrijkste, om te jagen naar voedsel. De inmiddels opnieuw bevruchte vrouwtjes gaan allemaal weer terug naar zee. 

Tussen het geboortegolf van pasgeboren pups en het aanbreken van de nieuwe paringstijd kunnen er gevaarlijke taferelen ontstaan wanneer de volwassen mannetjes op zoek zijn naar vrouwtjes. De nog jonge pups zijn nog zeer kwetsbaar en kunnen door de zich voortbewegende bullen vertrapt worden wanneer ze in de weg zitten. Gedurende hun vruchtbare jaren lukt het de allersterkste bullen om flink veel pups te verwekken, maar sommige vrouwtjes doen hier beslist niet voor onder. 

 

Vechtende Zuidelijke zeeolifantmannetjes © David Cook | Flickr

Vechtende zuidelijke zeeolifant mannetjes © David Cook | Flickr

 

Natuurlijke vijanden

Alle dieren in het dierenrijk hebben vijanden. Predatoren die afhankelijk van ze zijn voor hun voedsel. Dit geldt niet minder voor de zuidelijke zeeolifant. Ondanks zijn enorme proporties is hij niet gevrijwaard van vijanden. Ze komen voor op het menu van haaien, orka's, zeeluipaarden en zeeleeuwen, waarbij de pups erg kwetsbaar zijn wanneer er haaien, zeeleeuwen, zeeluipaarden en orka's in de buurt zijn. Alleen de volwassen zuidelijke zeeolifanten hebben iets te vrezen van orka's. 

​Relatie tot de mens

De zeeolifant werd bijna uitgeroeid door de jarenlange jacht op ze. Er werd, net als bij de walvissen en de walrussen het geval was, op ze gejaagd voor hun dikke vetblubber laag. Hun aantallen waren na jaren van intensieve jacht echter zo schrikbarend laag, dat er uiteindelijk vanaf 1964 een einde kwam om deze vreselijke praktijken. Voornamelijk omdat het eenvoudig weg niet meer loonde om de hele afstand af te leggen voor zo weinig zeeolifanten. 

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

Reizen naar Antarctica:

 

 

 

 

In 2006 werd de animatie film Happy Feet van Warner Brothers uitgebracht. Deze film vertelt het verhaal van Mumble, een Keizerspinguïn die in plaats van met gezang de vrouwtjes het hof te maken, dit liever doet door te dansen. Hij kan eigenlijk ook helemaal niet zingen, tot grote vermaak en afschuw van de kolonie. Mumble raakte hierdoor geïsoleerd. Hij verlaat op een dag intens verdrietig de kolonie en maakt allerlei avonturen mee. Een van die avonturen heeft te maken met een agressieve zeeluipaard. 

Jeremy-Stewardson-on-Unsplash

Zeeluipaard rustend op een ijsberg in Antarctica © Jeremy Stewardson / Unsplash

​Wie bekend is met de film zal zich ongetwijfeld kunnen herinneren dat Mumble op een gegeven moment achterna gezeten wordt door een agressieve zeehond. Die zeehond is een zeeluipaard, herkenbaar aan de foto hierboven. 

​Zeeluipaarden hebben een bloedstollende reputatie opgebouwd als een van de top predatoren van de Antarctica ecosystemen. Zijn reputatie dankt hij aan het feit dat hij er niet voor terugdeinst om grotere prooien aan te vallen. Hij komt hiermee als predator op een eervolle tweede plaats te staan, net onder de orka, en dat zegt wat over dit zeehondenras. Ze zijn het op derde na grootse zeehondenras ter wereld. Zeeluipaarden leven een solitair leven en komen alleen samen waneer het broedseizoen weer aanbreekt.

Bouw

Het mag duidelijk zijn waaraan de zeeluipaard, Hydrurga leptonyx,  zijn naam te danken heeft. Zijn vacht is, net als die van een luipaard, bedekt met stippen. Zijn lichaam is lang, krachtig en gespierd. De schedel doet prehistorisch aan met zijn op een reptiel gelijkende omtrek en de enorme, zeer krachtige kaken en scherpe tanden. In verhouding tot hun lichaam is hun bek redelijk geproportioneerd. De voortanden zijn lang en scherp, maar hun kiezen zitten aan elkaar, zijn gegroefd en uitermate geschikt om krill mee te vangen. Zeeluipaarden lijken een permanente glimlach op hun gezicht te hebben omdat hun mondhoeken omhoog krullen. Ze kunnen hierdoor de illusie creëren dat het hier om lieve schattige dieren gaat, maar vergis je niet! Zeeluipaarden zijn zeer agressief en hierdoor erg gevaarlijk. 

Gebit
Het gebit van een zeeluipaard is vlijmscherp. Ze gebruiken hun tanden om hun prooi kapot te scheuren. Echter kunnen zeeluipaarden ook kril vangen en filteren met hun tanden.
Schedel
De schedel van een zeeluipaard doet denken aan een reptiel. Het heeft de vorm van een hagedis.
Vacht
Zeeluipaarden hebben een zilver tot donkergrijze vacht met zwarte stippen. Hun buikzijde is lichter van kleur dan hun zijflanken en rug.
Lichaam
Een zeeluipaard kan gemiddeld 2,8 meter lang worden en 320 kilo wegen.
Voorflippers
De voorflippers zijn in tegenstelling tot andere zeehondenrassen, kleiner en hebben geen vingers. Ze hebben echter wel kleine klauwen.

© NOAA | flickr

 

Net als de meeste zeehondenrassen hebben ook zeeluipaarden geen uiterlijk gehoororgaan. Deze zit van binnen, maar de gehoorgang leidt wel naar een externe opening. Verder gebruiken zeeluipaarden hun gehoor tezamen met hun korte snorharen om prooi mee op te sporen in het water. Ze hebben een zilver tot donkergrijze vacht met zwarte stippen. Hun buikzijde is lichter van kleur dan hun zijflanken en rug. 

​Net als de meeste dieren die in koude gebieden leven, heeft ook de zeeluipaard een dikke laag blubber om zich te beschermen tegen de elementen. Dit maakt hem weliswaar langzaam en lomp op het ijs, maar eenmaal in het water kan hij zich redelijk soepel voortbewegen, gemiddeld 37 km per uur, en dat is ook nodig, want naast krill eet hij ook warmbloedige dieren. Meer hierover later. 

​Zeeluipaarden hebben net als andere zeehonden, flippers. Anders dan bij andere zeehondenrassen zijn hun flippers groter en heeft hij geen vijf vingers met scherpe klauwen om zijn prooi mee vast te grijpen, maar flippers met kleine klauwen. Dit heeft consequenties bij het vangen van prooi en bij het eten ervan. 

​Vrouwtjes, gemiddeld drie meter lang en 370 kilo, zijn iets groter dan de mannetjes, 2,8 meter en 320 kilo. Tussen de maanden januari en juni zitten ze in de rui en verliezen ze hun oude vacht.

 

 

Voeding

Zeeluipaarden staan bekend om hun jacht op pinguïns. Daarnaast eten ze andere zeehonden soorten zoals de krabbeneter, weddellzeehond en de kerguelenzeebeer. Verder eten ze krab, vis, vogels, inktvis en krill. Hun menu zou er op kunnen wijzen dat het hier om opportunistische jagers gaat die jagen op alles wat langs komt. 

Het gebit van een zeeluipaard is bij uitstek ontwikkeld en aangepast aan het type prooi dat deze dieren eten. De lange voortanden zijn uitermate geschikt om het huid van een dier te doorboren. Dit is noodzakelijk, want door het ontbreken van de bij zeehondenrassen bekende lange vingers met klauwen, zij ze des te meer aangewezen op hun tanden om hun prooi mee vast te grijpen en te doden. Hun kiezen aan de andere kant zijn zo ontwikkeld dat ze ook krill kunnen filteren omdat ze gegroefd zijn. 

​Zeeluipaarden staan er om bekend dat ze uitermate agressief kunnen reageren op hun soortgenoten tijdens het voeden. Van zeeluipaarden is bekend dat pinguïns hun primaire voedingsbron vormen en dit kan zelfs leiden tot dreigende gedrag met andere zeeluipaarden, want een makkelijke maaltijd is tenslotte ook voor een zeeluipaard niet te versmaden. Het wegstelen van elkaars voedsel is daarom niet ongewoon. Elkaar in een hinderlaag lokken met dit doel voor ogen is vrij normaal. Deze confrontaties veroorzaken zoals we al aangaven, de nodige agressieve, aanvallen waarbij agressief uithalen en het ontbloten van hun vlijmscherpe gebit de norm is.  

​De zeeluipaard wacht vaak aan de rand van het pakijs totdat een pinguïn het water ingaat. Eenmaal in het water wacht de pinguïn een grote verrassing, want hij wordt geconfronteerd met een onverslaanbaar vijand die hem net zo lang opjaagt totdat de zeeluipaard hem of te pakken heeft of hij door oververmoeidheid het maar totaal verslagen opgeeft. Vooral jonge pinguïns zijn slachtoffer van deze woeste predator. Eenmaal gevangen tussen de krachtige kaken van de zeeluipaard wordt de pinguïn heftig heen en weer geschud totdat de pinguïn dood is. Soms raakt de pinguïn compleet ontveld door de heftigheid van het schudden.  

​Zeeluipaarden staan er om bekend dat ze graag met hun prooi spelen. Gedacht wordt dat dit een soort voorbereidend training is voor de jachttechnieken van de nog jonge zeehonden of dat het om een vorm van sport gaat. 

 

Zeeluipaard met kinbandpinguïn
Zeeluipaard met kinbandpinguïn © Gregory
Zeeluipaard met kinbandpinguïn © Gregory
Zeeluipaard met kinbandpinguïn © Gregory
Jeremy-Stewardson-on-Unsplash

Foto's afkomstig van © Gregory "Slobirdr" Smith | flickr

 

Leefgebied

Zeeluipaarden leven voornamelijk op het pakijs op Antarctica. Toch worden ze ook elders in de wereld waargenomen. Vaak trekken ze tijdens de herfst en winter richting de Zuidelijke Oceaan. Zo zijn ze gespot in Nieuw Zeeland, Australië, Zuid Amerika en ook in Zuid Afrika. Je zou hiermee kunnen vaststellen dat zeeluipaarden de wereldreizigers onder de zeehondenrassen zijn. 

​Voortplanting

Dit zijn solitaire dieren. Zij leven voornamelijk op zichzelf. Het paren gebeurt tussen december en januari, kort nadat een eerder pup is gespeend. Mannetjes zijn met drie jaar geslachtsrijp en vrouwtjes met twee jaar. De voortplanting geschiedt, anders dan bij andere zeehondenrassen, in het water en niet op het pakijs. Eenmaal zwanger scheidden zich hier de wegen van beide geslachten. Het mannetje bekommert zich verder niet om het vrouwtje of de pup.  

​Het vrouwtje zoekt een plek op het pakijs en graaft een rond gat in het ijs. Hier brengt ze uiteindelijk haar pup ter wereld. Zwangerschappen duren ongeveer 11 maandan waarna de pups worden geboren. De pups zijn gemiddeld 1 meter lang en wegen ongeveer 32 kilo. Ze worden door hun moeder vervolgens 3 maanden lang gezoogd waarna ze gespeend worden en het hele proces voor het vrouwtje van paren, zwanger zijn en wederom werpen weer opnieuw plaatsvindt. In de drie maanden na de geboorte zullen de pups dankzij het voedende moedermelk van hun moeder hun gewicht zien verdubbelen. Ongeveer 25% van de pasgeboren pups zal voor het eerste jaar sterven. Zeeluipaarden kunnen gemiddeld 25 jaar oud worden. 

​Wetenschappers hebben ontdekt dat zeeluipaarden onder water zingen. Veel informatie naar de reden hiervan is er niet, omdat het doorgaans erg moeilijk is om meer te weten te komen vanwege obstakels zoals het agressieve gedrag van de zeeluipaard alsmede het dikke pakijs wat verder onderzoek riskant en praktisch onmogelijk maakt. 

Natuurlijke vijanden

Gezien hun hoge positie op de ranglijst van top predatoren op Antarctica heeft de zeeluipaard voor zover bekend maar één natuurlijke vijand en dat is de orka

​Relatie tot de mens

Er is door de mens nooit systematisch op zeeluipaarden gejaagd. Ze genieten echter wel beschermingsstatus door Marine Mammals Protection Act 1978. Verder genieten ze ook bescherming door the Conservation for Antarctic Seals. Het is echter toegestaan om alsnog per jaar 12.000 zeeluipaarden te doden. 

 

Zeeluipaard | © Pablo Fernicola | Flickr

Zeeluipaard | © Pablo Fernicola | flickr

 

​Door hun omvang en krachtige kaken kunnen zeeluipaarden worden gezien als potentieel gevaarlijk voor mensen. 

In 2003 werd marine bioloog Kirsty Brown van de British Antarctic Survey tijdens het snorkelen door een zeeluipaard gegrepen en 70 meter mee de diepte in gesleept. De zeeluipaard zou haar vervolgens zes minuten lang onder water houden. Haar verwondingen bleken achteraf behoorlijk te zijn. Ze had 45 geregistreerde verwondingen aan haar hoofd en nek. Of het hier ging om een vergissing door de zeehond die dacht dat ze een prooi was weet men verder niet. Dit kon ook niet officieel bevestigd worden. Wel werd door een lijkschouwer geconstateerd dat haar dood te wijten was aan een ongelukkig samenloop van omstandigheden door interactie met een zeehond, met de dood tot gevolg. 

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

Reizen naar Antarctica:

 

Een zeehond met de naam krabbeneter, serieus? Ja, geloof het maar rustig. Hij bestaat en hij leeft op Antarctica. Er zijn meerdere zeehonden soorten op dit continent, allemaal met een lichaam dat anatomisch degelijk ontwikkeld is voor de extreem koude temperaturen aldaar en dat moet ook, want anders zouden ze de ijzige winters beslist niet overleven. Er is niet veel bekend over de krabbeneter. Wel weten we dat ze de grootste groep zeehondensoort zijn met gemiddeld 15 miljoen stuks. 

​Bouw

Geslachtsorgaan
Het geslachtsorgaan van de krabbeneter is niet zichtbaar, want deze zit verstopt in het lichaam.
Littekens
De krabeter vertoont veel littekens op hun lichaam. Deze littekens worden veroorzaakt door zeeluipaarden.
Voorflippers
Een krabbeneter heeft vijf vingers met vijf klauwen.
Ogen
Krabbeneters kunnen heel slecht zien in het schemer, ze zijn dan feitelijk bijziend.
Kaken
Krabbeneters eten krill en geen vlees. Hier is hun gebied prima voor ontwikkeld.
Achterflippers
De achterflippers van een krabbeneter worden net als bij alle zeehondenrassen, gebruikt niet alleen gebruikt om mee te sturen, maar ook om mee vooruit te komen in het water.

 

Wat maakt de krabbeneter, Lobodon carcinophaga, dan zo speciaal? Wel, in verhouding met de massieve omvang en gewicht van de zeeolifant en in iets mindere mate van die van de walrus, best veel eigenlijk. Hij is niet de kleinste zeehond-soort op Antarctica, want die eer valt de Ross zeehond toe. 

​Net als alle zeehondenrassen heeft ook de krabbeneter een gestroomlijnd lichaam. Toch heeft juist deze zeehond een iets langer gestroomlijnd lichaam en is tevens zijn hoofd en snuit langer en slanker van omtrek. De krabbeneter heeft een grijs-witte vacht die na de rui donkerder van kleur is. De krabbeneter gaat in de maanden januari en februari in de rui.

Krabbeneters vertonen ook vaak littekens op hun lichaam. Deze worden grotendeels veroorzaakt door zeeluipaarden die verantwoordelijk zijn voor gemiddeld 80% van de sterfgevallen van krabbeneterpups in hun eerste levensjaar. Andere littekens, meestal aan kaak en nek, worden opgelopen tijdens het paringsseizoen. 

​De krabbeneter heeft net als alle zeehond soorten, flippers. Aan die flippers zitten 5 'vingers' met klauwen. Ook hun achterbenen zijn flippers. De enkels en ellebogen kun je niet zien want deze zitten verstopt in het lichaam. Nog iets wat ook niet zichtbaar is bij zeehonden is de geslachtsorgaan van het mannetje. Deze zit tevens ook verstopt in het lichaam van het mannetje en komt pas tevoorschijn tijdens het paren. 

​De krabbeneter heeft grote ogen die zich aan de voorkant van het hoofd bevinden. Dit is de norm bij zeehonden, behalve dan bij walrussen waarbij het oogomvang kleiner is en de ogen verder naar de zijkant van het hoofd zitten gesitueerd. De ogen van de krabbeneter zijn perfect aangepast aan de jacht onder water, maar ze kunnen ook heel goed zien op het land, behalve dan wanneer het schemerig is, want dan zijn ze bijziend.  

​Er is niet veel verschil in lengte en gewicht tussen mannetjes en vrouwtjes. Het gemiddeld ligt op 2,6 meter met een daarbij behorende gewicht tussen 200 - 300 kilo. 

 

Liam-Quinn

Krabbeneter | © Liam Quinn | Flickr

 

Voedsel

Zoals we aan het begin van dit artikel hebben aangegeven eet de krabbeneter geen krab, ondanks zijn merkwaardige benaming, hij eet krill. Daar is zijn kaak en tanden uitstekend voor geschikt. Om te beginnen, ze zijn heel goed in staat om krill uit het water te zeven. Wanneer je naar hun tanden kijkt zie je dat er twee paar kleine snijtanden en hoektanden zijn. De onderkaak is net iets anders. Hier vind je een paar snijtanden, minuscule hoektanden en driehoekige achtertanden. Het mooie van dit alles is dat wanneer de krabbeneter zijn kaken op elkaar drukt, er drie openingen tussen het gebit in ontstaan. Ze zuigen in feite tijdens het zwemmen het krill naar binnen en persen het water door de kieren weer naar buiten. Hetzelfde kom je ook tegen bij walvissen. Zij gebruiken hun baleinen om krill mee te filteren. Krill vormt 95% van hun voedingsbron.

​Krabbeneters jagen voornamelijk 's nachts. Ze kunnen diep duiken, tot ongeveer 440 meter. Waneer ze op zoek zijn naar krill duiken ze meestal niet verder dan 30 meter. Deze duiksessies kunnen10 minuten duren. Jagen doen ze meestal alleen. Ze eten gemiddeld 20 kilo krill per dag.

​Leefgebied

De krabbeneter leeft op Antarctica en dan met name op het pakijs. Je ziet ze voornamelijk in kleine groepen bij elkaar. Tijdens de lente gaan ze richting het noorden en in de herfst gaan ze weer terug naar het zuiden. Het water waar ze deels in doorbrengen is 600 meter diep. 

​Krabbeneters kunnen grote afstanden afleggen. Ze worden zelfs bij hoge uitzondering in Australië, Nieuw Zeeland, Zuid Afrika en Brazilië aangetroffen. Dit is niet iets om toe te juichen, want hun hele anatomie is juist berekent op zeer koude temperaturen en de temperaturen van Brazilië, Australië en Nieuw Zeeland komen daar natuurlijk niet eens bij in de buurt. Pakijs smelt op een gegeven moment en stukken breken af en veranderen vervolgens in drijvende 'eilandjes'. Wanneer er net een groep zeehonden op dat specifieke stuk pakijs ligt varen zij gewoon gezellig mee. Krabbeneters kunnen dus drijvend, maar daarnaast ook zwemmend, grote afstanden afleggen.

​Er zijn gevallen bekend waarbij vreemd genoeg krabbeneters heel diep het binnenland in zijn getrokken. Waarom dit gebeurt weet men niet, maar hun botten zijn nota bene aangetroffen op wel100 kilometer het binnenland in, ver bij hun jachtgebieden vandaan. 

 

Alle foto's afkomstig van © Liam Quinn | flickr

 

Natuurlijke vijanden

De zeeluipaard is voornamelijk bekend om de gruwelijke wijze waarop hij pinguïns vangt en ze vervolgens op het wateroppervlak uiteen slaat alvorens ze op te eten. Bij het naderen van een zeeluipaard proberen pinguïns dan ook zo snel mogelijk te ontsnappen door uit het water te springen. Zelfs uit het water kunnen zeeluipaarden op het ijs redelijk snel vooruitkomen. Pinguïns hebben het dus behoorlijk zwaar op Antarctica. Gezien hun nogal woeste karakter wordt onderzoekers geadviseerd de zeeluipaarden behoedzaam te benaderen.

​De zeeluipaard jaagt echter niet alleen op pinguïns, maar ook op krabbeneters. Veel krabbeneters vertonen hierdoor flinke littekens aan hun lichaam. Deze kunnen worden geïdentificeerd aan de lange en vaak parallel kerven op hun romp die zijn verkregen door aanvallen van de zeeluipaard. In het eerste jaar van hun leven vallen maar liefst 80% van de pasgeboren krabbeneterpups ten prooi aan de zeeluipaard. Dat is behoorlijk fors. Ondanks dit zijn er toch nog zo'n 15 miljoen krabbeneters, een uitzonderlijke hoeveelheid. Hoe dit komt weet eigenlijk niemand. 

​Nog een vijand van de krabbeneter is de orka. Orka's komen overal ter wereld voor. Je kunt ze zelfs aantreffen in de Noordzee. Ook komen grote groepen orka's voor in Noorwegen. Het mag dus geen verrassing zijn dat ze ook op Antarctica vertoeven. Dit zijn geduchte predatoren die vaak in groepsverband leven en ook jagen. De zeeluipaard wordt gezien als een van de top predatoren op Antarctica. Alleen de orka overtreft hem. 

​Voortplanting

Krabbeneters worden op gemiddeld 3 jarige leeftijd seksueel actief. Tussen september en december worden de pups geboren. Anders dan bij andere soorten zeehonden bevallen de vrouwtjes niet in groepen, maar juist alleen op het ijs. Er zijn ook geen harems. Gedurende deze tijd vormt de moeder samen met haar pup en een mannetje een soort 'gezinnetje'. Het mannetje zal agressief gedrag vertonen wanneer andere mannetjes te dichtbij komen. Ze zullen bij elkaar blijven totdat de pup is gespeend. Dit is meestal 14-21 dagen na de geboorte. De moeder zal 50% van haar algehele gewicht verliezen tijdens het voeden. Jonge pups worden geboren met een donzig lichtbruine vacht. Nadat de pup gespeend is zal de moeder weer opnieuw worden bevrucht. De jonge pups wegen dan ongeveer 100 kilo en vormen gelijk groepen met elkaar, mogelijk voor extra bescherming tegen jagende zeeluipaarden.De groepen kunnen wel uit 1.000 krabbeneter pups bestaan.

Krabbeneters kunnen gemiddeld 40 jaar oud worden.

 

Krabbeneter © Ian Duffy | Flickr

© Ian Duffy | Flickr

 

​Relatie tot de mens

Krabbeneters zijn vrijwel geheel gevrijwaard gebleven van de jacht. Het vertoeven in afgelegen gebieden en de kosten die de jacht op dit zeehondenras met zich mee zou brengen maakten de jacht op ze zeer onaantrekkelijk. Toch worden krabbeneters net als alle andere zeehondenrassen beschermd door de Antarctic Treaty. 

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

Reizen naar Antarctica:

 

 

Een walrus vergeet je nooit meer wanneer je er één in levende lijve hebt gezien. Je kunt ze in het echt zien in onder anderen het Dolfinarium in Hardewijk. Walrussen zijn indrukwekkend groot en ze hebben een hele harde stem. Er is zoveel om te leren over walrussen, zoals bijvoorbeeld waar ze vandaan komen of hoe oud ze worden. Weet je eigenlijk wat ze eten, hoe ze zich voortplanten en hoe groot hun pups zijn bij de geboorte? Weet ook je hoe zwaar het mannetje is of hoe groot het vrouwtje is? Hoe lang kunnen ze bijvoorbeeld onder water zwemmen? Dit zijn allemaal vragen die wij zullen beantwoorden in dit artikel. 

In 1871 schreef de Engelse auteur Lewis Caroll het boek Through the Looking Glass. Het was het vervolg op zijn al eerder uitgebrachte boek Alice in Wonderland. In Through the Looking Glass staat het gedicht; The Walrus and the Carpenter. 

Rod-Long-on-Unsplash

© Rod Long / Unsplash

​Sypnosis:

Een walrus loopt met een timmerman op het strand. In de verte zien ze oesters op het strand liggen. Ze nodigen vier oesters uit om met hen een wandeling te maken over het strand. Al snel volgen veel andere jonge oesters. De oudere oesters zijn wijzer en blijven gewoon op hun plek. Maar dan... De walrus en de timmerman blijken de oesters onder valse voorwendselen te hebben meegelokt en eten ze uiteindelijk allemaal op.

 

De Walrus en de Timmerman
Die liepen langs het strand
Ze huilden bitter bij het zien
Van zulke hopen zand:
"Kon dit maar worden opgeruimd.
Daaronder zit vast land."

De Walrus vroeg: "kunnen we dat doen
Zo'n lage poets te bakken
Ze liepen zo ver met ons mee
En dan ze te verlakken"
De Timmerman vroeg zonder medeleven
Hem de boter even door te geven.

Lees meer

 

De walrus is een geliefd onderwerp voor gezegdes, liedjes, verhalen en zoals je hierboven hebt kunnen lezen, gedichten. Waarom? Misschien omdat walrussen zo tot de verbeelding spreken. Wie kent het nummer niet van de Beatles; I Am the Walrus? Het lied slaat totaal nergens op en werd in een baldadige bui door John Lennon speciaal geschreven toen hij hoorde dat een leraar zijn liederen gebruikte als studiemiddel. Luister hieronder naar het nummer van the Beatles; I Am A Walrus

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadBeatles_-_I_Am_The_Walrus_Original_1
4.2 MB4:35 min
                          

 

Bouw

Walrussen,  Odobenus Rosmarus, zijn enorme dieren en behoren tot de orde van Pinnipedia. Zeehonden en zeeleeuwen zitten ook in deze orde. Van alle tot die groep behorende dieren is de zeeolifant de grootste. Walrussen zijn onder anderen makkelijk te herkennen aan hun enorme slagtanden, hun dikke laag blubber en de snorharen op hun snuit. Wie ooit naar het Dolfinarium is geweest heeft walrussen van dichtbij kunnen zien en weet hoe indrukwekkend deze dieren zijn. Ze weten ook meteen hoe luidruchtig ze zijn! 

 

2. Blubber
Een walrus heeft een heel dik huid dat gemiddeld 4 cm. dik is. Hij heeft daarnaast ook nog een dik laag blubber, maar zijn vacht zelf is daarentegen juist dun.
4. Voorflippers
De voorflippers van een walrus zijn echte armen, al zien ze er zo niet uit. Ze hebben een boven- en een onderarm en ook vingers, net als een mens.
1. Slagtanden
De slagtanden van een walrus kunnen wel een meter lang worden. Ze zullen door blijven groeien gedurende hun hele leven.
3. Achterflippers
Walrussen kunnen hun achterflippers zodanig draaien dat zij er mee op het land kunnen lopen.
Ogen
Een walrus heeft relatief kleien ogen die aan de voorkant van zijn hoofd zitten

 

 

1.  De walrus heeft een vierkant hoofd met twee slagtanden die gemiddeld een meter lang worden en die gedurende zijn hele leven door blijven groeien. De slagtanden van de vrouwtjes worden iets minder lang, circa 80 cm. Deze slagtanden zijn van groot belang. Ten eerste gebruikt hij ze tijdens zijn gevechten met andere mannelijke walrussen om hun dominantie vast te stellen in het harem. Daarnaast gebruikt hij ze om zich op het ijs te trekken, worden ze gebruikt om zichzelf mee vast te pinnen op het ijs tijdens het rusten/slapen en hebben ze ze nodig als wapen tegen hun vijanden. Walrussen hebben 18 tanden in totaal. De slagtanden worden ook als tanden geïdentificeerd. 

​De 400 - 600 snorharen van de walrus zijn veel meer dan alleen maar snorharen, het zijn tastzintuigen. Je ziet dit ook terug bij katten. De walrus gebruikt zijn snorharen om naar voedsel te zoeken. De snorharen zijn bevestigt aan spieren en worden voorzien van bloed en zenuwen. 

​Het geluid van een walrus is oorverdovend en kan op een afstand van 1,5 km ver weg nog worden gehoord. Hieronder kun je de verschillende soorten geluiden horen die een walrus maakt.

De ogen van de walrus zijn rond en liggen redelijk hoog op het hoofd. Het gehoororgaan van walrussen is inwendig en ligt direct achter de ogen. 

2.  Walrussen zijn groot. Ze kunnen, eenmaal volgroeid tussen de 2 - 3,5 meter lang worden, flinke proporties dus. Ze zijn ook nog enorm zwaar met een gemiddeld gewicht dat circa 800 - 1700 kilo is! Al kun je het soms niet zien, hun hele lichaam is bedekt met een dun laagje vacht. De huid van de walrus is daarnaast ook 4 cm dik, heeft een dikke laag blubber, dit is nodig om extra weerstand te bieden tegen de vaak extreem koude temperaturen. 

​De huid rondom de hals en schouders van een mannetje walrus is enorm dik. Dit is onder anderen van groot belang om ze te beschermen tijdens gevechten met anderen mannelijke walrussen tijdens de bronsperiode. 

​Walrussen zijn kaneel-bruin van kleur. Ze worden met een lichte vachtkleur geboren die naarmate ze ouder worden donkerder wordt. Hun vachtkleur verandert ook als ze het koud hebben en wordt dan ook lichter van kleur. Als ze langere periodes onder het ijskoude water hebben doorgebracht worden ze zelfs bijna wit van kleur. Wanneer het erg warm is, wordt de kleur van hun huid weer roze. De roze kleur wordt veroorzaakt doordat de aders in hun huid wijder worden om de bloedcirculatie te bevorderen. Hierdoor raakt de walrus warmte kwijt.  

3.  De achterflippers van een walrus zijn driehoekig van vorm en hebben vijf 'teentjes' met klauwen waarbij de drie middelste teentjes een grotere klauw hebben dan de twee buitenste. De huid van de flippers is dik en onregelmatig en hierdoor uitermate geschikt voor het leven bovenop het ijs. De achterflippers worden gebruikt om mee te zwemmen waarbij ze om de beurt gebruikt worden om mee vooruit te komen. Walrussen zijn tevens in staat om hun flippers zodanig te draaien dat ze er mee op het land kunnen lopen. Dit gebeuren zie je ook bij zeeleeuwen terug. 

4.   Wanneer je de voorflippers van een walrus ziet zul je niet meteen een verband leggen tussen een paar armen, maar toch zijn ze dat wel. Ze hebben, net als elk ander dier, bovenarmen, onderarmen en vingers, alleen zijn ze korter van structuur en aangepast aan hun leefomstandigheden. De voorflippers kunnen 90 graden worden omgedraaid om het lopen te vergemakkelijken wanneer de walrussen op het ijs zijn. Verder worden de voorflippers gebruikt om mee te sturen onderwater.

Leefgebied

Er zijn twee groepen walrussen te vinden in de Antarctica, de Noordelijk Atlantische walrus en de Stille Oceaan walrus. Beiden families leven strikt gescheiden van elkaar. De walrussen in de Stille Oceaan zijn doorgaans iets groter dan die van de Noordelijke Atlantische Oceaan. Walrussen leven nabij het pakijs. 

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadWalrus
2.1 MB2:16 min

​De Noordelijke Atlantische walrussen leven in Noordelijk Canada tot en met Groenland terwijl de walrussen in de Stille Oceaan zich in de noordelijke zeegebieden van Rusland en Alaska bevinden. Deze walrussen migreren regelmatig tussen de Bering Zee waar ze zich gedurende de wintermaanden verzamelen, en de Chukchi Zee. 

Voeding 

Walrussen eten niet, ze vreten. Je kunt het je misschien bijna niet voorstellen, maar een walrus kan per voeding circa 4,000 schelpdieren per keer opeten, gemiddeld 6% van hun lichaamsgewicht. Ze vinden hun voedsel op de bodem van de zee en duiken soms tot wel 260 meter de diepte in om voedsel te zoeken waarbij hun snorharen dan dienen als hun ogen. Ze kunnen tijdens zo'n lange duik gemiddeld 30 minuten lang hun adem inhouden. Wanneer ze een schelpdier onder het zand vinden gebruiken ze hun lippen om een straal water te produceren waarmee ze het zand wegblazen. Soms worden de slagtanden gebruikt om zand mee weg te scheppen.

​Wanneer ze hun voedsel eenmaal blootgelegd hebben zullen ze hun voorflippers gebruiken om deze op te pakken. Het eten van een schelpdier door een walrus is best heel bijzonder. Ze gebruiken hun lippen en tong om het vlees uit de schelp te zuigen. Soms zuigen ze ook per ongeluk steentjes op.  

Walrussen zijn over het algemeen geen carnivoren, maar wanneer voedsel schaars is zullen ze zich wanneer de noodzaak zich aandient voeden met de karkassen van dode zeehonden. 

Jonathan-Cooper-on-Unsplash

© Jonathan Cooper / Unsplash

Voortplanting

Ook al zijn walrussen vanaf hun 7e jaar geslachtsrijp zullen ze pas op hun 15e jaar beginnen met voortplanten. Ook de vrouwtjes zullen pas op 10 jarige leeftijd zich gaan voortplanten terwijl ze in feite al op 5 - 6 jaar in feite geslachtsrijp zijn. Waarom dit is begrijpen geleerden vooralsnog niet, het is voor hen echt een raadsel. 

​Voor de walrussen breekt een drukke periode aan in de maanden december tot en met maart, want dit is de tijd waarin ze zullen gaan paren. Dit is ook de tijd waarin de mannelijke walrussen behoorlijk agressief zijn terwijl ze met elkaar vechten om hun dominantie te bepalen binnen de groep. Hun agressieve gedrag richt zich echter niet alleen op andere mannetjes, ook de vrouwtjes krijgen hun portie klappen en bijtwonden. 

​Groepen vruchtbare en ontvankelijke vrouwelijke walrussen zullen zich losmaken van de groep en zich verzamelen op het land, maar altijd in de buurt van het water omdat de mannetjes hier de vrouwtjes het hof maken. De mannetjes zullen  de vrouwtjes proberen te verleiden en te imponeren door in de buurt van de vrouwtjes te zwemmen en allerlei akoestische geluiden onder water maken zoals zoals fluittonen en tikgeluiden. De geluiden die de mannelijke walrussen produceren komen voort uit een luchtzak onder hun keel, de zogenaamde pharyngeal spieren. Deze geluiden hebben twee doeleinden;

  1. het verleiden van de vrouwtjes
  2. het kenbaar maken aan de andere mannetjes dat ze op zoek zijn naar een vrouwtje.  

 

Walrussen Antarctica

Penisbot van een walrus © Edgewise - Wikipedia

 

De vrouwtjes vormen groepen van gemiddeld 23 in oestros verkerende dames, een soort harems. Onder oestros verstaan we bronstig of een periode dat de bronssttijd wordt genoemd. Dit is het tijdstip waarop de dieren klaar zijn om met elkaar te paren. De mannetjes zullen met gemiddeld 20 - 23 vrouwtjes paren, de vrouwtjes paren echter alleen maar met 1 mannetje. Dit zal doorgaans ettelijke keren moeten gebeuren om zodoende de kans op een zwangerschap te vergroten. 

​Walrussen planten zich voort in het water. Mannetjes walrussen hebben een penisbot, baculum, dat 60 cm lang is. Het penisbot zorgt ervoor dat de penis hard blijft tijdens het geslachtsverkeer. Andere diersoorten met een penisbot zijn gorillas, stekelvarkens, honden, otters, beren, vleermuizen en chimpansees.  

​Gedurende de bronsttijd zullen de mannelijke walrussen op een afstand van 7 - 10 meter bij elkaar vandaan blijven. Gebeurt dit niet dan breken er hevige gevechten uit tussen de zeer agressieve mannetjes. Gedurende deze fase zullen de minderjarige mannetjes de veiligheid zoeken door uit de buurt te blijven of zich te verplaatsen naar de uiterste randen van de groep. Oudere walrussen zijn dominanter en hebben daarom een grotere kans om te paren met een vrouwtje dan hun jongere buurtjes. 

​Een zwangerschap duurt lang, 15 - 16 maanden. De zwangerschap van een walrus is eigenlijk heel bijzonder. Het bevruchte eitje zal tot wel vier maanden lang in het lichaam van de moeder blijven en vormt zich tot een blastocyste. Een blastocyste is een holletje dat ontstaat nadat een ei na de bevruchting zich opdeelt in kleine celletjes. De embryo zal zich verder gaan ontwikkelen wanneer het zich met de moeder verbindt middels een placenta. Pas vanaf dat moment begint de foetus zich echt te ontwikkelen, een proces dat 16 maanden duurt. 

​Dit heeft drie oorzaken; het geeft de aanstaande moeders lichaam meer tijd om te herstellen van de vorige zwangerschap en bevalling, de moeder walrus kan ondertussen haar volledige aandacht alsnog schenken aan haar andere kalfje en haar nog ongeboren jong zal pas worden geboren op een tijdstip dat gunstig is voor zijn overlevingskansen in de natuur. 

​Pasgeboren kalfjes wegen tussen de 45 - 75 kilo bij hun geboorte. Kalfjes worden op het land of op het ijs geboren en zullen vrijwel direct na hun geboorte hen weg zoeken naar het water samen met hun moeder. Ze zullen de eerste zes maanden van hun leven alleen melk drinken, maar na die zes maanden gaan ze gaandeweg ook vast voedsel eten. 

​Kalfjes worden door de moeders verzorgd in zogenaamde crèches. Moeders zullen hierbij niet alleen hun eigen kalfjes voeden en verzorgen, maar wanneer nodig ook kalfjes van andere moeders. Kalfjes blijven in de directe nabijheid van hun eigen moeder, zelfs wanneer ze weer zwanger is. In het algemeen baren vrouwelijke walrussen elke twee jaar een kalfje. Moeder en kalf gebruiken hun reukzintuig om elkaar te vinden in de crèche.  

​Walrussen kunnen in het wild 30 jaar oud worden. 

 

Walrussen Antarctica

Walrussen Nordaustlandet, Svalbard | © Rob Oo | Flickr

 

Natuurlijke vijanden

Gezien de grootte en de enorme slagtanden van een walrus zou je denken dat ze geen vijanden hebben, maar daar vergis je je dan in, want die hebben ze wel. Uiteraard gaat het dan wel om aaseters die in staat zijn om zo'n enorm gevaarte de baas te kunnen en ze moeten ook de zeer koude temperaturen kunnen trotseren. Maar wie zijn dan die natuurlijke vijanden?

​Orka's en ijsberen 

Een walrus zal misschien niet direct hun eerste keuze zijn om op te jagen, maar ze doen het wel. Het gaat dan veelal om zieke en oude dieren. Nu moet je wel beseffen dat de enorme omvang van een walrus niet de enige hindernis is waar een ijsbeer en een orka tegenaan lopen, want een walrus heeft ook nog een zeer dikke huid. Naast een scherp gebit is een zeer sterk gebit dan ook onontbeerlijk. 

​Een orka zal eerst een poging doen om een walrus vanaf het land te grijpen en het dan proberen mee te trekken naar zijn pod. Een ijsbeer jaagt meestal alleen en moet het niet alleen hebben van zijn eigen flinke afmetingen, maar ook van zijn enorme poten die hij gebruikt om flinke meppen mee uit te delen. Voor hem is een verrassingsaanval dan ook uitermate belangrijk, want een 1 op 1 confrontatie met een walrus loopt vaak minder goed af voor de ijsbeer zelf

​Relatie tot de mens

Mensen zijn de grootste vijanden van de walrus. Walrussen werden door de inheemse bevolking sowieso gedood voor hun vlees, huid, olie en slagtanden, maar het duurde niet lang eer ze ook in de 18e en 19e eeuw door andere landen werden gedood voor de commercie en het daaruit voortvloeiende financiële gewin. 

​Tegenwoordig zijn walrussen gelukkig een beschermde diersoort en mogen alleen de inheemse bevolkingsgroepen nog op ze jagen. Of dit het jagen op zich tegenhoudt weet niemand. Walrussen leven in afgelegen gebieden en helaas zijn ook de inheemse bevolkingsgroepen niet vies van een beetje geld. Vooralsnog is het in ieder geval verboden om op ze te jagen. 

​Nog een verontrustende factor is de opwarming van de aarde waardoor er hele stukken ijsvlaktes aan het verdwijnen zijn. Kalfjes worden op het ijs geboren en walrussen gebruiken het ijs ook om op te rusten. Het verdwijnen van dit natuurlijke gebied kan ook grote gevolgen hebben voor de walrus. 

 

Uitsterving haaien - kwetsbaar

 

 

Reizen naar Antarctica:

 

 

Happy Feet is een uit 2006 uitgebrachte animatiefilm die gaat over een grote kolonie keizerspinguïns op Antarctica. De kenmerkende zwart met witte veren, de gele hoofd en witte buik, de gestroomlijnde vleugels, oranje-zwarte snavel en de waggelende loop zijn inderdaad kenmerken van een keizerspinguïn, alleen kunnen ze natuurlijk geen hits zingen, noch kunnen ze net als Michael Jackson, dansen. Verder leven natuurlijk niet alle pinguïns perse op Antarctica.

Cassidy-Mills-on-Unsplash

 

© Cassidy Mills / Unsplash

Er zijn wereldwijd in totaal 17 pinguïnsoorten waarvan er zeven soorten alleen al op Antarctica leven. Twee daarvan, de Keizers- en de Adéliepinguïn, zijn lichamelijk zodanig ontwikkeld dat zij in staat zijn om de meest extreem koude temperaturen te kunnen weerstaan.

Uiteraard zijn deze zeven pinguïn soorten allemaal zo gemaakt dat ze in koude temperaturen kunnen leven, anders zouden ze nooit de koude winters overleven. Hoe pinguïns precies gebouwd zijn, wat ze eten en hoe ze zich voortplanten op Antarctica kun je allemaal hier lezen.

De 7 Pinguinsoorten die voorkomen op Antarctica

 

Kinbandpinguïn
Kinbandpinguïn

Er zijn tegenwoordig gemiddeld 5 miljoen Kinbandpinguïn paartjes. Dit is de op een na grootste populatie pinguïns in het zuidelijk halfrond. Deze pinguïn leeft in de sub Antarctica, de Antarctische eilanden en de Antarctische Peninsula. Ze worden 68 cm. lang en wegen 4,5 kilo. De Kinbandpinguïn broedt tussen de maanden december - maart.

Koningspinguïn
Koningspinguïn

De koningspinguïn is de op een na grootste pinguin in de Antartica. Deze pinguïn word 95 cm. lang en weegt 15 kilo. Je vindt ze op de sub Antarctische eilanden. De grootste kolonie koninspinguïns leven in Zuid Georgia. Ze broeden tussen de maanden november - januari waarbij ze elke drie jaar een kuiken krijgen.

Adelinepinguïn
Adelinepinguïn

De Adélie pinguïn is een van de twee pinguïn soorten die te vinden zijn in het zuidelijk halfrond. Ze leven in het zuidelijke poolgebied, bij de Antarctische en de sub Antarctische eilanden. Er zijn in totaal circa 2,5 miljoen Adélie pinguïnparen. Deze pinguïn soort wordt 70 cm lang en weegt 4,5 kilo. Ze broeden tussen de maanden november - februari
© Martha de Jong - Lantink | flickr

Rotsspringerpinguïn
Rotsspringerpinguïn

Dit is de kleinste pinguïn onder de pinguïnsoorten. Deze ukkies worden 55 cm. lang en wegen 2,5 kilo. Ze leven op de Falklandeilanden en ten noorden van de Antarctische continent. Er zijn nog circa 1,8 miljoen rotsspringpinguïns, maar hun aantallen nemen helaas dramatisch af. Bij sommige koloniën al met 40% en bij anderen zelfs met 94%.

Keizerspinguïn
Keizerspinguïn

Dit is de grootste pinguïnsoort op Antarctica. De keizerspinguïn kan 12,15 lang worden en 30 kilo wegen. Deze pinguïn zie je overigens in de film Happy Feet.


De keizerspinguïn leeft het meest zuidelijk van alle pool pinguïns. Je kunt ze vinden op oost Antarctica. Er zijn circa 238.000 broedende paartjes en 595.000 individuele keizerspinguïns. Deze pinguïns broeden in de maanden april - december.

Ezelspinguïn
Ezelspinguïngin

De ezelspinguïn is de meest noordelijk levende pinguïn. Ze leven op de Falklandeilanden en ten zuiden van de Antarctische eilandengroepen. Ze worden 71 cm lang en wegen 5,5 kilo. Ezelspinguïns broeden tussen de maanden december - maart. Er zijn tegenwoordig nog maar 320.000 parende ezelspinguïns. Op de sub-Antarctische eilanden nemen hun aantallen schrikbarend af. Vermoedelijke oorzaak hiervan is de overbevissing.

Macaronipinguïn
Macaronipinguïn

Er zijn maar liefst 9 miljoen broedende paren Macaronipinguïns. Dit is de grootste populatie pinguïns die er is. Ze leven op de sub Antarctische eilanden, voornamelijk bij de Heard eilanden en South Georgia. Macaronipinguïns zijn 68 cm. lang en wegen 4,5 kilogram. Ze broeden tussen de maanden december - maart. Hun aantallen gaan helaas achteruit.

 

 

De ontdekking van de pinguïn

Het ontdekken van pinguïns wordt toegeschreven aan sowieso drie Portugezen uit de vijftiende eeuw. Europeanen hadden nog nooit een pinguïn gezien laat staan van ze gehoord en ze waren dan ook nogal verbaasd toen ze ze zagen. De Portugezen waren volop bezig met hun ontdekkingsreizen toen een van de ontdekkingsreizigers, Bartholomeu Diaz, met zijn schip de meest zuidelijke punt van Afrika aandeed, wat nu Kaap de Goed Hoop is. Hier zou Bartholomeu als de eerste Portugees pinguïns hebben gezien.

De ontdekking van de pinguïn wordt echter ook toegekend aan de ontdekkingsreiziger Ferdinand Magelhaes. Hij voerde met zijn vloot de wereld rond en moest door voedseltekort noodgedwongen stoppen in een baai in Patagonië, het huidige Puerto San Julien.

Nog een Portugees die de pinguïns zou hebben ontdekt is Vasco da Gama. De ontdekkingsreiziger voer met zijn schip langs de kust van Zuid-Afrika en stopte bij Mosselbaai. Daar zag hij tot zijn verbijstering volgens eigen zeggen 'de meest vreemde vogels' dat hij ooit had gezien. Een van zijn bemanningsleden schreef er in zijn dagboek over: 'er zijn vogels zo groot als eenden, maar ze kunnen niet vliegen en ze balken net als ezels...'

Mogelijk ging het hier om Afrikaanse pinguïns, maar echt zeker is niemand hierover. Wel moet gezegd worden dat het hoogstwaarschijnlijk wel zo is.

​Pinguïns vervangen één keer per jaar al hun veren. Voordat het zover is zorgen ze ervoor dat ze een extra dikke vetlaag hebben, zo'n 50% - 70%. Het vervangen van de veren duurt 2-3 weken. Ze moeten dus genoeg extra vet hebben om die periode te overbruggen, want zonder hun veren kunnen ze niet zwemmen, en niet zwemmen betekent ook niet eten.

Bouw

Er zijn 17 verschillende soorten pinguïns, Spheniscidae, wereldwijd. Dat zijn er aardig wat. Alle 17 pinguïns leven in het zuidelijk halfrond behalve dan de Galapagos pinguïn die dichter bij de evenaar leeft, bij Galapagos. Zes van die 17 pinguïnsoorten leven in het ijskoude Antarctica.

De pinguïn is bij uitstek perfect gebouwd om de koude temperaturen de baas te kunnen. Ze hebben een dikke verenlaag en daaronder nog een dikke vetlaag dat ze beschermt tegen de kou.

 

1. Zintuigen
Goed werkende zintuigen zijn onontbeerlijk wil een pinguïn het overleven in de natuur.
3. Vleugels
Pinguins hebben weliswaar vleugels, maar ze kunnen er niet mee vliegen. Ze gebruiken hun vleugels echter wel om mee te zwemmen.
2. Verendek
Pinguïns hebben een lekker warm verendek om zichzelf mee te isoleren tegen de extreme kou. Een warm verendek is essentieel om te overleven op Antarctica en vergt veel verzorging.
4. Huidplooi
Hier bevindt zich een huidplooi. Deze huidplooi is lekker warm, veilig en zacht en wordt door het mannetje gebruikt om het eitje uit te broeden.
5. Staart & poten
Een pinguïn gebruikt zijn staart voor stabilisatie op het land en om mee te sturen tijdens het zwemmen. De poten van een pinguïn kunnen extreem koude temperaturen weerstaan, tot wel 60 graden onder nul.

 

1.

  • De pinguïn heeft zonder meer een stel goede ogen nodig. Hij is er tenslotte geheel van afhankelijk en slechte ogen betekenen een verminderde kans om te overleven in de natuur. Een pinguïn brengt hooguit 50% van zijn leven op het land door, de overige 50% leeft hij in het water. Zijn ogen moeten daarom zowel onder water alsook op het land goed kunnen zien. Dit heeft de natuur zoals altijd prachtig opgelost. Anders dan bij mensen heeft de pinguïn een plat hoornvlies. De spieren in zijn oog zijn zodanig ontwikkeld dat de oogbol onderwater van vorm kan veranderen waardoor zijn visie scherper wordt. Ook reflecteert de oog het licht minder sterk dan bij ons.
  • De snavel van een pinguïn is bijzonder geschikt om mee te jagen op vis en kreeftachtigen. Verder gebruikt hij zijn snavel om zichzelf mee te verzorgen en zijn buurtjes van zich af te slaan wanneer ruimte een issue is.
  • De oren van de pinguïn zitten op dezelfde plek als die van ons, alleen hebben pinguïns inwendige gehoororganen. Hun gehoor is van zeer groot belang, zeker in een kolonie. Zo kunnen ze middels hun gehoor hun partner en hun jong traceren tussen de duizenden andere pinguïns.

2.

  • Het lichaam van de pinguïn is helemaal bedekt met een zeer dichte laag met veren. Deze veren bieden in de eerste    instantie een uitstekende isolatie tegen de kou. Daarnaast zorgt hun verendek samen met hun gestroomlijnde lichaamsbouw ervoor dat ze snel kunnen zwemmen in het water. Dit is niet alleen van levensbelang wanneer ze zelf opgejaagd worden als prooi, maar ook wanneer ze zelf op jacht gaan. Hun snelheid hebben ze echter ook nodig wanneer ze zichzelf uit het water lanceren om op het ijs te springen.
  • Voor een pinguïn is het op peil houden van hun verendek enorm belangrijk, het is zelfs van levensbelang, want alleen een goed verzorgd verendek kan hen beschermen tegen de zeer extreme kou. Ze besteden er daarom altijd veel aandacht aan. Wist je trouwens dat pinguïns de meeste veren hebben per vierkante centimeter van alle vogels ter wereld? De veren zijn dan ook anders dan die van andere vogels. Het stukje van de veer dat dicht bij de huid zit is donzig van structuur waardoor deze voor extra isolatie zorgt.
  • De kleuren van de pinguïn zijn helemaal ingesteld op hun dagelijkse bestaan. Het zwart op de rug zorgt ervoor dat ze van bovenaf gezien redelijk onzichtbaar zijn in het water en hun witte buik maakt ze weer onzichtbaar vanaf de zeebodem gezien. Verder zijn de kleuren van de pinguïn ook goed voor camouflage.

​3.

  • We gaan er nu van uit dat pinguïns vroeger konden vliegen, maar tegenwoordig kunnen ze dat absoluut niet. Hun veer-arme vleugels zijn daar eenvoudigweg niet meer voor geschikt. Hun vleugels zijn echter onmisbaar in het water, want ook al vliegen ze nu niet meer in de lucht, ze zijn vliegensvlug onderwater! Een Koningspinguïn kan bijvoorbeeld 8 km per uur zwemmen. Verder, de Keizerpinguïn haalt 7,5 km. per uur, de Kinbandpinguïn haalt snelheden tot 32,3 km. per uur en de Ezelpinguïn is de snelste van allemaal met een snelheid van 36 km. per uur!

​4.

  • Hier zit de huidplooi bij de pinguïns. Mannetjes pinguïns broeden hun ei uit onder deze huidplooi waar het lekker warm en veilig is. Keizerspinguïnen broeden twee maanden lang. Gedurende deze tijd blijven ze altijd bij hun ei. Dat houdt dus in dat ze ook niet op jacht kunnen en dus noodgedwongen moeten vasten totdat het kuikentje wordt geboren en het vrouwtje weer terugkeert. Gelukkig kunnen Keizerspinguïns teren op hun vetlaag. Om warm te blijven bij zeer koude temperaturen schuiven ze regelmatig heen en weer en veranderen ze ook regelmatig van plek zodat pinguïns die aan de buitenkant van de groep staan naar binnen kunnen schuiven. Lopen zit er helaas niet in terwijl er een groot ei bovenop hun voeten balanceert. De jonge kuikens worden hier ook na hun geboorte hier lekker warm en veilig beschermd tegen de kou.

5.

  • Waar zou een pinguïn zijn zonder zijn staart en benen? Nou, nergens eigenlijk, want hij heeft zijn staart nodig voor diverse dingen. Om te beginnen wordt hun staart gebruikt om tijdens het zwemmen mee te sturen. Ze kunnen hiermee snelle toeren uithalen zoals bochten maken en zelfs zichzelf ermee uit het water lanceren. Daarnaast wordt de staart gebruikt om het evenwicht te bewaren op het land. Onder de staart bevindt zich een dubbele zak dat niet groter is dan een erwt. Dit is de stuitklier. Deze stuitklier produceert stuitvet dat door de pinguïn gebruikt wordt om zijn verendek mee in te smeren. Het stuitvet wordt speciaal gebruikt om het verendek droog te houden.

​Waggelen

Het is heel logisch wanneer je denkt dat pinguïns geen lange benen hebben en dat ze vanwege hun 'korte' benen gedwongen worden om te waggelen. Fout. Pinguïns hebben namelijk gewoon lange benen, net als wij, alleen zie je deze niet, ze zitten verstopt achter een dikke laag isolerende veren. In feite, de benen zijn zelfs redelijk lang, ongeveer 40% van hun algehele lengte. De reden waarom een pinguïn waggelt heeft te maken met energiebesparing. Sommige onderzoekers denken dat de weggestopte benen van een pinguïn hem ook helpt om warmte vast te houden. Verder verhoogt het waggelen ook hun massamiddelpunt waardoor er minder druk op hun spieren komt te staan.

Tam-Minton-on-Unsplash

© Tam Minton / Unsplash

De 'onderbenen' van een pinguïn zijn natuurlijk niet lang en hun voetjes zijn in verhouding vrij groot. Dit maakt het lopen moeilijk. Je moet het zo zien, wij hebben de beschikking over de volle lengte van onze benen, de pinguïn heeft hooguit de beschikking over een derde hiervan. Wij kunnen door de lengte van onze benen grotere stappen maken. Pinguïns kunnen dit weer niet. Om toch nog te wandelen en hierbij zoveel mogelijk energie te besparen schommelen ze van links naar rechts. Al lijkt het schommelen weinig uit te maken, elke seconde dat een pinguïnbeen in de lucht hangt scheelt de pinguïn weer energie.

​Leefgebied

Al deze pinguïns leven op het ijskoude Antarctische continent. Dit continent is zeer groot, 13,829,430 km2, en is voor ruim 95% bedekt met ijs. De rest van Atarctia, 44,890 km2, is ijsvrij. Nu zijn de pinguïns gelukkig goed ingesteld op extreme temperaturen, want anders zou er geen pinguïn de kou overleven. Het betekent echter ook dat hun hele leven zich afspeelt rondom ijs, sneeuw, wind en kou.

Wat veel mensen misschien niet weten is dat er pas voor het eerst in 1821 iemand voet zette op het Antarctische continent. De zuid pool zou zelfs pas in 1911 voor het eerst worden betreden. Antarctica is niet alleen groot, het heeft ook een variabel landschap. Je vindt er woestijn, bergen, plateaus, valleien, grote grasvelden en Nunatak. Een Nunatak is een berg waar geen sneeuw of ijs op ligt.

 

Pinguïns op Antarctica

Volg pinguïns live met een webcam direct vanuit Atarctica. Adobe Flash Player is vereist. Klik hier om naar de website te gaan | © Eli Duke | Flickr

 

De Antarctica is een gebied van extreme temperaturen. De laagste temperatuur die ooit in dit gebied werd gemeten was maar liefst -89.2°C. Hier vind je ook het meest winderige deel van de wereld met gemiddelde windsnelheden van 37 km/h. Uiteraard, waar wind is heb je ook windvlagen en die zijn hier bepaald niet voor de poes. De tot nu toe hoogst gemeten windvlaag was maar liefst 248.4 km/h! Om deze erbarmelijke weersomstandigheden alsnog de baas te kunnen hebben sommige pinguïnsoorten hun heil gezocht in een baai, de Rosszee. Hier genieten ze enigszins nog wat bescherming.

Pinguïnvoetjes op het ijs

Hoe houdt een pinguïn het in hemelsnaam uit om urenlang op het ijs te staan zonder dat zijn voetjes bevriezen? Ook hier weer heeft de natuur een slimme oplossing voor gevonden. Het heeft alles te maken met de bloedtoevoer van de pinguïns te maken. Dit proces heet 'Rete Mirabile'

Pinguïns hebben net als wij bovenbenen en knieën, maar deze zitten weggestopt onder een dik pak veren, vandaar dat je ze ook niet ziet. Dit is ook de reden waarom pinguïns waggelen. Bovenaan de benen zitten warmte regelaars. Dit klinkt misschien een beetje raar, maar dat is het niet. 

Pinguïns kunnen heel goed hun temperatuur zelf op peil houden. De gemiddelde lichaamstemperatuur van een pinguïn is doorgaans 39 graden. Doordat pinguïns geen veren, vet of donshaar op hun voetjes hebben om ze te beschermen tegen de kou,moet de warmte ergens anders vandaan komen. Pinguïns doen dit door de aders vanaf hun bovenbenen te vernauwen waardoor de bloedtoevoer afneemt. Feitelijk gebeurt het omgekeerde als het warm is, want dan wordt de bloedtoevoer juist weer verhoogd wanneer de bloedvaten wijder zijn. In de voetjes van de pinguïn zit een complex gangenstelsel aderen die koud en warm bloed op en afvoeren. Koud bloed dat weer terugvloeit naar boven wordt weer opgewarmd door het warme bloed in de aangrenzende aders.

Het is dus in feite een wisselwerking. Als extra bescherming voor bevriezing van de voetjes worden deze standaard bij ijskoude temperaturen circa twee graden boven het vriespunt gehouden. Wordt het echt heel koud onder de voetjes, dan buigen de pinguïns gewoon naar achteren waardoor hun gewicht op hun hielen komt te liggen. Omvallen doen ze echter niet omdat hun staart dan werkt als stut.

Onder dit soort extreme weertypen leeft onze kleine en zeer wonderbaarlijke vriend de pinguïn. Je kan er alleen maar respect voor hebben.

​Voedsel

Pinguïns in de Antarctica eten voornamelijk krill. Krill zijn kleine kreeftachtige diertjes. Misschien ken je ze onder hun andere benaming: lichtgevende garnalen. De grootste pinguïnsoorten, de Keizers- en Koningspinguïn, eten inktvis, krill en vis.

Voortplanting

Pinguïns zijn eigenlijk heel komische dieren. Wie de tijd neemt om ze te observeren zal algauw het idee hebben dat je naar een slapstick kijkt. Neem bijvoorbeeld het leven in een kolonie. Het is er een verschrikkelijke herrie, het stinkt en ben je net op het verkeerde moment op de verkeerde plek, dan heb je ook nog kans dat je de feces van je buurman of buurvrouw over je heen krijgt. Daarnaast, vechten en stelen van elkaar is ook een favoriete bezigheid. Een pinguïn kolonie is zelfs vanuit de ruimte gemakkelijk te herkennen aan de verkleuring van het ijs dat veroorzaakt wordt door doodgewone ordinaire pinguïn poep!

Wanneer de tijd gekomen is om een partner te zoeken wordt de chaos in een kolonie nog erger. Zeker bij de Adelinepinguïns en de Kinbandpinguïn, want wanneer zij eenmaal op zoek gaan naar een partner gaat het er zeer luidkeels aan toe. En dat in een kolonie met duizenden pinguïns!

Pinguïns zijn over het algemeen monogaam, ze blijven hun leven lang bij hun partner. Alleen de Keizerspinguin heeft elk jaar een ander partner. Dit heeft alles te maken met de noodzaak om voor voortplanting te zorgen waardoor er weinig tijd overblijft om op de oude partner te wachten.​

Martin-Wettstein-on-Unsplash

© Martin Wettstein / Unsplash

Het zoeken naar een partner begint vanaf het moment dat alle pinguïns zich op het droge verzamelen. Degenen die al een partner hebben zoeken elkaar gewoon weer op, weer anderen moeten nog op zoek. Pinguïns die geen partner kunnen vinden genieten nog even van het vrijgezellenleventje en 'chillen' gewoon nog een jaartje langer.

Vlak voordat een pinguïn zich uit het water lanceert komen er luchtbellen uit zijn veren. De pinguïn zal lucht uit zijn veren afstoten om zodoende minder weerstand te hebben en zal op deze manier zijn snelheid verhogen. Door de lucht uit hun veren af te stoten kunnen ze zich tot wel drie keer zo snel verplaatsen.

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadKeizerpinguins
3.4 MB2:28 min
downloadKoningspinguins
1.8 MB1:19 min

 

​Nestje

Dan volgt de volgende fase, er moet nu namelijk een nest gebouwd worden. Dit is de taak van de aanstaande papa. Hij zal zijn nest van kiezelsteentjes bouwen. Het is dus een heen en weer geren om de juiste steentje te vinden. Soms willen ze hun nest nog een beetje verfraaien met schelpjes. De nestjes worden bewust iets hoger gebouwd om te voorkomen dat er water bij kan komen wanneer het gaat dooien. Alleen de Keizers- en Koningspinguïn maken geen nestje omdat ze de ei tijdens het broeden op hun voetjes hebben liggen om het middels hun huidplooi warm houden.

Binnen een kolonie bevinden zich ook werkschuwe pinguïns... Ja, ook pinguïns lijden aan gemakzucht. Zoeken naar steentjes voor hun nest is dan schijnbaar niet hun lievelingsbezigheid en daarom stelen ze gewoon lekker de steentjes bij de buurman vandaan. Eigenlijk gebeurt dit regelmatiger dan je denkt. Steentjes worden ook gestolen wanneer een ei door een aaseter wordt weggepikt of wanneer een kuiken komt te overlijden.

Van alle pinguïnsoorten leggen alleen de Keizers- en Koningspinguin een enkel ei, de andere leggen er twee. Het tijdsbestek waarop een pinguïn een ei uit moet broeden varieert tussen 32 - 68 dagen, afhankelijk van de grootte van het ei. Alleen de mannetjes van de Konings- en Keizerspinguïn broeden zelf de ei uit, bij de andere pinguïnsoorten is het een gezamenlijke aangelegenheid.

Eitje

Wanneer alle nesten eenmaal gebouwd zijn begint het leggen. In deze fase van het broeden is het heel erg belangrijk dat het ei beschermd wordt tegen de kou door het goed warm te houden. Wanneer dit om welke reden niet gebeurt bevriest het ei en dan is het meteen afgelopen met de kuiken. Tijdens het broeden zijn de pinguïns zeer beschermend naar hun ei toe en hebben ze daarom weinig op met ongewenste bezoek. Ze zullen er dan niet voor terugdeinzen om hun vlijmscherpe snavel te gebruiken of om meppen uit te delen met hun vleugels.

​Het mannetje en het vrouwtje zullen op hun ei blijven zitten totdat het uitkomt of totdat ze dringend moeten eten. Dit kan gebeuren doordat de partner niet of op tijd terugkomt of zelfs helemaal niet meer terugkomt. Alleen de Keizerspinguïn moet het zonder voedsel doen totdat het vrouwtje terugkomt. Hier kan soms twee maanden overheen gaan, dus de Keizerspinguïn is aangewezen op zijn vetlaag om die twee maanden te overbruggen. Dit is duidelijk zichtbaar naderhand, want hij verliest maar liefst 50% van zijn gewicht. De andere pinguïns broeden om beurten zodat er telkens een van de pinguïns op jacht naar voedsel kan. Overigens, bij Keizers- en Koningspinguïns rust het ei op hun voeten, knusjes warm gehouden onder de huidlaag. Bij de Keizerspinguïns lopen de min temperaturen tijdens het broeden algauw op tot - 70 graden!

​Kuikentje

Wanneer het kuikentje eenmaal is geboren breekt wederom een kwetsbare tijd aan voor het jong. Onderkoeling is standaard een probleem, want kuikentjes kunnen zichzelf echt nog niet warm houden. Ze hebben vlak na hun geboorte nog geen vetlaag of verenpak dat hen beschermt tegen de elementen. Ze zijn hierin nog volledig afhankelijk van hun ouders. Kuikentjes kunnen daarom nooit worden alleen gelaten.

De kuikens zijn bij hun geboorte blind en doof. Ze kunnen hun spieren ook nog niet goed beheersen. Verder hebben ze geen dons laag op hun lichaam, maar vergis je niet, de dons laag biedt nog steeds geen optimale bescherming tegen de koude elementen. Wanneer de kuikens daarom dons op hun lichaam hebben moeten ze alsnog door hun ouders op temperatuur worden gehouden.

Naast de natuurlijke elementen worden de kuikentjes ook nog bedreigd door aasgieren. De ouders kunnen hun jong hierom nooit uit het oog verliezen, want geheid dat er een vogel of ander hongerige dier het jong ineens wegpakt. Meer hierover later bij 'Natuurlijke vijanden'.

Als er twee kuikentjes worden geboren en het voedsel is schaars, dan zullen de ouders ervoor kiezen om alleen het sterkste pinguïn jong te voeden. Dit lijkt erg hard, maar de natuur dicteert nu eenmaal dat alleen de sterkste dieren het kunnen overleven. De ouders voeden de kuikens middels regurgitatie. Ze halen dus het voedsel uit hun eigen maag omhoog en voeren dit dan aan hun jong.

Eenmaal oud genoeg zijn worden de kuikens ondergebracht in een crèche dat onder het toeziend oog van een aantal volwassen pinguïns staat. Dit biedt enige bescherming tegen de kou en aaseters en geeft tevens de ouders ruimte om op jacht te gaan naar voedsel.

​Natuurlijke vijanden

Ook pinguïns hebben natuurlijk vijanden. Zeker de jonge kuikentjes zijn wat dit betreft zeer kwetsbaar. Pinguïns moeten vooral op hun hoede zijn voor zeehonden, orka's en haaien. Op het land hebben pinguïns weinig te vrezen van natuurlijke vijanden, maar ze moeten wel altijd op hun hoede zijn voor zeevogels zoals jagers en reuzenstormvogels. Deze vogelsoorten stelen eieren en kuikentjes uit hun nesten.

 

David-Stanly-Flickr

© David Stanley / Flickr

​Relatie tot de mens

Mensen kunnen op verschillende manieren de natuurlijke balans binnen de leefwereld van pinguïns flink verstoren. Naast het grote plaatje van bijvoorbeeld het gat in de ozonlaag, overbevissing, olie in zee etc. heb je ook nog het ongewenste contact tussen pinguïns en mensen. Dit kan het gevolg zijn van toerisme; mensen die pinguïns aan het schrikken maken waardoor ze vluchten en hun ei of kuikens onbeschermd achterlaten.

Echter, de vele wetenschappelijke gebouwen die op Antarctica worden bijgebouwd kunnen ook voor veel onrust zorgen. Zo moeten de gebouwen in sommige gevallen bijvoorbeeld gemakkelijk bereikbaar zijn vanaf de zee. Hiermee betreden ze, bewust of onbewust, het leefgebied van de pinguïns. Daarnaast, waar mensen zijn wordt er natuurlijk ook geleefd. Dit houdt in; auto's, elektriciteit, vliegtuigen, snowmobiels, afvalstoffen etc. Geen van dit alles is goed voor de pinguïns. Ze raken niet alleen hun natuurlijke leefgebied kwijt, maar ze worden ook nog geconfronteerd met de onrust die mensen met hun leefomstandigheden met zich meebrengen.

 

 

Keizerspinguïns met jong

Klik hier om naar het IUCN te gaan.

 

Pinguïns zien in het wild?

 

Reizen naar Antarctica:

 

 

Ze zijn indrukwekken groot en in tegenstelling tot wat je zou verwachten, helemaal niet onvriendelijk tegen mensen. Orka's, Orcinus orca, zijn familie van de dolfijn. Veel mensen denken dat ze juist familie van de walvis zijn vanwege hun grote afmetingen, maar dat is dus niet het geval. Een orka is een heel ander type zoogdier. Een orka kan een lengte bereiken van 10 meter met een daarbij behorend gewicht van 10,000 kilogram. Een vrouwlijke orka kan doorgaans een lengte bereiken van 8,5 meter met een bijbehorende gewicht van 7,500 kilo.

 

Ogen
De ogen van een orka zijn net zo groot als die van een koe en bevinden zich aan beide kanten van het hoofd. De inwendige oren bevinden zich vlak achter de oren en vallen nauwelijks op.
Identificatie
Elke orka heeft een unieke 'saddle patch' dat pal achter de rugvin zit. Hieraan kan een orka geïdentificeerd worden.
Staartvin
De staartvin van een groot mannetjesorka kan wel 2,75 meter breed zijn. De staart beweegt op en neer tijdens het zwemmen.
Kleuren
Een orka wordt vaak geassocieerd met een zwart - witte kleur, maar er zijn ook orka's met een zwart - gele kleur.
Spuitgat
De orka gebruikt zijn spuitgat om mee te ademen.
Buikvinnen
Een orka gebruikt zijn buikvinnen om te sturen en, samen met zijn staart, om mee te remmen
Tanden
Een orka heeft gedurende zijn leven maar een set tanden. Ze hebben gemiddeld 40 - 56 tanden, maar de exacte aantal varieert per orka. Orka's kauwen hun voedsel niet, ze scheuren het los en slikken het in één keer door.
Rugvin
De rugvin van een orka wordt bij mannetjes maximaal 1,8 meter hoog en bij vrouwtjes 1,2 meter hoog.
Temperatuur regelen van het lichaam
Bloedvaten in de rug, staart en buikvinnen houden het lichaamstemperatuur van de orka op peil.
Ruggenwervels
Een orka heeft 50 - 54 ruggenwervels. Deze wervels bevinden zich echter niet in de staart.

© Rojer | Flickr

 

​Uitleg over de orka

Je hebt twee soorten orka's; de 'Resident' orka's en de 'Transient' orka's. Resident orka's leven binnen een bepaald gebied, zijn 'territoriaal' als het ware, terwijl de Transient orka's meer nomadisch zijn.

Resident orka's leven in 'pods'. Orka's leven met verschillende families in een pod, een matriline. Een matriline is een familieband dat bepaald wordt door de vrouwelijke lijn. Bij orka's zie je dus dat een ouder vrouwtje de leiding heeft over een pod. Dit soort gedrag zie je overigens ook weer terug bij olifanten. Vrouwelijke orka's kunnen een flinke leeftijd behalen tot wel 90 jaar. Het is dus niet ongewoon om meerder generaties orka's aan te treffen binnen een pod. Overigens, orka's geboren binnen een pod blijven hun leven lang in de pod.

We hebben nu vastgesteld dat een orka familie een pod heet, maar hoe noem je dan een groep pod's dat bij elkaar leeft? Het lijkt nu welhaast een beetje Keltisch te gaan worden, want een groep pods bij elkaar heet namelijk een 'Clan', (denk hierbij aan de Schotse en Ierse clans...). Ook nu merk je weer het belang van de vrouwelijke lijn, want een Clan stamt meestal af van de vrouwelijke lijn, heeft dus wederom een gemeenschappelijke matriarchale voorouder.

We hebben inmiddels pods en de Clan's besproken, maar er bestaat ook nog zoiets als een 'Community'. Community's kom je het meest tegen in het Noordwesten van Amerika. Een Community bestaat weer uit verschillende Clans en staan op zichzelf. Ook al leven er dus diverse Community's in een gebied, ze hebben verder niets met elkaar te maken. Sterker nog, ze vermijden elkaar zelfs het liefst.

 

Orka | © Kevin Mark | Flickr

Orka | © Kevin Mark | Flickr

 

Orka communicatie

Orka's communiceren met elkaar middels piepgeluiden, klik's en pulserende geluiden. Het geluid dat ze produceren reikt erg ver, tot wel drie kilometer. De geluiden binnen de pods varieert, waardoor ieder pod zijn eigen kenmerkende toon heeft. Hierdoor weten de verschillende leden binnen een pod altijd van elkaar waar ze zijn en kunnen ze heel gemakkelijk orka's identificeren die niet binnen de pod thuishoren. De kliks die een orka produceert werken als een soort sonar. Ze kunnen dus middels de kliks voedsel opsporen, bij slecht zicht en in het donker bepalen waar ze zich bevinden en objecten waarnemen in het water.

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadOrca_sounds
2.9 MB3:11 min

 

Het geluid dat een orka produceert is erg luid. De hardheid van de tonen wordt vergeleken met het geluid van de motoren van een vliegtuig. Wie ooit naast een vliegtuig heeft gestaan, en dat kan bijvoorbeeld op het strand dat pal naast de landingsbaan op St. Maarten ligt, weet hoe extreem luid dat is. Het geluid is dus hard genoeg om je onherroepelijk gehoorschade te bezorgen.

Nu gaan we nog een stapje verder...

Een Clan is dus een groep pods bij elkaar, maar hoe communiceert een Clan nu eigenlijk met elkaar? We zullen dit proberen uit te leggen middels een gelijkenis.

Nederland heeft zoals we allemaal weten, 12 provincies. In het land Nederland spreken we weliswaar allemaal dezelfde taal, maar iedere provincie heeft daarnaast ook nog zijn eigen distinctieve dialect, dat hoor je als buitenstaander heel duidelijk. Het is in feite niet anders met een Clan. De pods hebben ieder een eigen taal, maar de taal is, op de dialecten na, door alle pods te verstaan. Zet alle pods nu bij elkaar in een Clan en je hebt Nederland in het klein, een land met verschillende provincies en ieder met zijn eigen dialect. Heel simpel dus.

Orka stemmen

Hoe zit het dan met de taal binnen een Community? Een Community bestaat weer uit diverse soorten Clans. Omdat een Community uit diverse Clans bestaat is het niet ongewoon dat de Clans binnen die Community meerdere dialecten spreken. We hebben dus nu niet meer alleen de 12 provincies van Nederland, maar nu komen er ook meer landen bij zoals bijvoorbeeld Suriname, de Antillen, Vlaams België, enz. Ze spreken allemaal de Nederlandse taal, maar daar houdt het dan wel mee op.

Voortplanting en gedrag binnen een pod

Een pod orka's vormt een zeer hechte eenheid. Een orka kan zelfs zeer gevaarlijk worden wanneer hij een dreiging bespeurt in iets of iemand. Het is daarom verstandig om altijd op je hoede te zijn wanneer je deze in het wild tegenkomt, ook al lijken ze nog zo vriendelijk en speels.

Een pod kan uit 2-50 orka's bestaan waarbij de kern van de pod de matriarch is. De verschillende pods binnen een Clan worden weer gevormd door de nakomelingen van moeders, zuster, nichten en tantes. Dus, als een dochter zelf jong krijgt zal ze mogelijk ook een eigen pod vormen. Het kan trouwens soms jaren duren voordat er een nieuwe pod ontstaat.

 

Verschil tussen de rugvin van een mannetje en een vrouwtjes orka

Hier zie je heel duidelijk het verschil in lengte tussen de rugvin van een mannetje en een vrouwtjes orka | © Robin Dawes | Flickr

 

Binnen een pod leven zowel mannetjes als vrouwtjes. Mannetjes verlaten hun pod alleen als er gepaard wordt om zodoende inteelt te voorkomen. Net als bij sommige andere dier- en vissoorten bestaat er binnen een pod ook een hiërarchie. Orka's zullen onderling hun plek binnen de pod opeisen middels het vertonen van dominant gedrag. Dit doen ze door met hun staart op het water te slaan, kopstoten uit te delen, te bijten, hun kaken op elkaar te klappen, elkaar te krassen met hun tanden en andere uiterlijke vertoningen van dominant gedrag te laten zien.

Een vrouwelijke orka is doorgaans op circa 13-jarige leeftijd al geslachtsrijp. Ze zal gedurende haar leven bevallen van 4-6 kalfjes. Vrouwelijke orka's worden vanaf hun 40ste jaar meestal niet meer zwanger. Jonge vrouwtjes worden meestal klaargestoomd voor het moederschap door als 'babyoppas' te fungeren, maar feitelijk komt de hele familie bij elkaar om op jonge kalfjes te passen. Dit geldt dus ook voor de mannetjes. Meestal wordt de fase waarin een jong vrouwtje oppast gezien als een teken dat ze binnenkort geslachtsrijp zal zijn.

SeekPngcomkiller-whale-png773001

Mannetje, vrouwtje en orka jong © Seekpng.com

 

Een vrouwelijke orka is circa 17 maanden zwanger. Na de eerste kalf zal ze pas na elke vijf weer een kalf ter wereld brengen. De kalfjes zijn groot bij de geboorte; 2,4 meter lang. Ook hun gewicht is flink aan de maat, ze wegen namelijk gemiddeld 140 kilo! Het opvoeden van een kalfje is altijd een familieaangelegenheid en kalfjes worden gespeend als ze 1 jaar oud zijn.

Mannetjes zijn op 12-14-jarige leeftijd geslachtsrijp. Dit kun je heel duidelijk zien aan de veranderingen die plaatsvinden in hun rugvin. De rugvin van een nog jonge orka heeft dezelfde proporties als dat van het vrouwtje. Wanneer de rugvin in rap tempo gaat groeien en zijn krul verliest is dit meestal het teken dat de orka geslachtsrijp is. Tegen de tijd dat ze 25 jaar worden stabiliseert hun groei en zullen de vrouwelijke orka's hen als serieuze kandidaat accepteren voor de voortplanting. Gedurende de jaren dat ze volop in de groei zijn kun je mannelijke orka's in de nabijheid van de volwassen mannetjes vinden.

Marine biologen hebben een aantal karakteristieke gedragingen van walvissen en orka's benoemd. Naast hun speelse karakter vertonen ze ook andere eigenschappen, te weten breaching, spyhopping en lob-tailing.

​Identiteit en identificatie

Een Orka wordt net als elk ander dier, gekenmerkt door zijn eigen unieke karakter. Er zijn natuurlijk ook andere dingen waarin een orka zich onderscheidt van zijn buurman en een daarvan is de rugvin. Elke rugvin heeft zijn eigen kenmerken waardoor het mogelijk is om het te onderscheiden van de rest van de groep. Achter de rugvin zie je een donkergrijs ‘saddle patch’ op de rug. Variaties zoals kerven, krassen, en tranen op de rugvin en het patroon van wit of grijs in de patch zadel zijn uniek. Wist je trouwens dat een orka’s rugvin wel twee meter hoog kan worden? Nog een interessante wetenswaardigheid is dat orka’s tot de familie van de dolfijnen behoort.

 

Verschillende soorten orka's | © albino.orca | wikiipedia

© albino.orca - wikipedia

 

Er zijn in totaal vier verschillende soorten orka’s, zie afbeelding hierboven. De types B en C leven vlakbij het ijs. Het alg in deze wateren is vermoedelijk de oorzaak van hun gele kleur. Deze orka's eten voornamelijk zeehonden, maar af en toe een pinguïn is ook op zijn tijd erg lekker.

​Voeding

Het is een misvatting om te denken dat orka’s alleen maar zeehonden eten, sommigen eten graag een lekkere haring en zelfs malse tonijn maakt onderdeel uit van hun dagelijkse kost. Orka's hebben zelfs een zeer uitgebreid menu wat weliswaar afhankelijk is van hun leefgebied. Zo eten ze pinguïns, haaien, roggen, walvissen, haring, zeehonden, zeeleeuwen, zeevogels, inktvis en schildpadden.

Er zijn twee soorten orka’s waargenomen langs de kust van Groot Brittannië. Hun eetpatroon kon worden aangetoond door de mate van slijtage aan hun gebit. Onderzoek wees uit dat de orka’s met een versleten gebit zich voeden met haring, zeehonden en walvissen. Daarentegen, de orka’s met weinig tot geen tand slijtage voedden zich uitsluitend met kleine walvissen en dolfijnen. De orka’s in Noorwegen voeden zich overigens uitsluitend met haring.

 

Orka's in het wild | © Rennet Stowe | Flickr

Orka's in het wild | © Rennet Stowe | Flickr

 

Leefgebied

Orka's zijn wereldburgers, je komt ze dus overal tegen. Toch hebben ze een duidelijk voorkeur voor water met een kouder temperatuur. Warm water heeft dus sowieso niet de voorkeur. Je kunt orka's zelfs van verrassend dichtbij zien. Zo leven ze in de buurt van Schotland en Norwegen en zijn er zelfs touroperators die excrusies organiseren om ze in levende lijve én in hun natuurlijke habitat te observeren. Dit heeft vanzelfsprekend altijd de voorkeur. 

Jacht

Orka's hanteren een specifieke methode tijdens de jacht. De jacht is in de meeste gevallen en afhankelijk van de type prooi, voornamelijk een groepsaangelegenheid. Het type prooi dat een orka consumeert is verder afhankelijk van het leefgebied waar de orka zich in bevindt en ook van datgene wat er als prooi voorhanden is.

Eet een orka bijvoorbeeld alleen maar vis, dan kan hij dit makkelijk in zijn eentje vangen. Werken ze wel als een groep samen, dan moeten alle bewegingen met elkaar gecoördineerd worden en is een goede communicatie essentieel. Het jagen vereist dus wel degelijk enige strategie. Een school vis moet naar elkaar toe gedreven worden en middels flinke klappen met de staart, lob-tailing, worden verdoofd zodat het geconsumeerd kan worden.

Gaat het om grotere prooi zoals bijvoorbeeld walvissen en haaien, dan moet de hele groep meehelpen. De strategie die een orka gebruikt om een walvis te vangen is weer compleet anders. Walvissen zullen doorgaans opgejaagd worden door de groep totdat ze helemaal uitgeput zijn waarna de orka ze zal verdrinken. Kalfjes worden door de orka's van hun moeder gescheiden en onder water gehouden totdat ze verdrinken.

​Soms steken orka's hun kop boven het water uit, spyhopping, om naar prooi te zoeken dat op het ijs ligt. Als een orka een zeehond wil pakken dan doet hij dit op twee manieren:

  • De orka tilt het ijs schuin omhoog waardoor de zeehond in het water valt
  • De orka's zwemmen naar het ijs toe en vormen zodoende een flinke golf waardoor de zeehond van het ijs valt

Nog een methode die wordt toegepast om zeehonden te vangen is wanneer een zeehond vanaf het strand wordt gepakt. Hiervoor moet de orka letterlijk het strand op om de zeehond te pakken. Je zou denken dat ze door hun enorme gewicht dan vast komen te zitten in het zand, maar dit gebeurt nooit. De orka grijpt heel snel de zeehond en sleept hem mee naar dieper water naar de rest van de groep. De orka's zullen soms met hun prooi spelen voordat ze hem met hun staart slaan totdat hij dood is of hem telkens omhoog gooiden waardoor hij ook doodgaat.

Andere zeedieren zoals pinguïns en dolfijnen etc. worden ook met de staart gedood. Zo zie je dus hoe belangrijk de staart van de orka is voor de jacht.

 

Uitsterving haaien - data onbekend

 

 

Orka's zien in het wild?

 

Reizen naar Antarctica:

 

Leuke reis boeken naar het zonnige zuiden?

 

Een ijsbeer ziet er zo zacht en knuffelig uit dat je niets anders zou willen dan in zijn grote armen kruipen voor een heerlijke berenknuffel. Helaas is dat dan ook meteen het laatste wat je doen zal op deze aardbol, want een knuffel met een ijsbeer garandeert onherroepelijk een enkele reis naar het hiernamaals. IJsberen zien er misschien wel onschuldig uit, maar dat zijn ze niet, behalve dan als je hun eigen jong bent en zelfs dan heb je nog geen garanties. In 2010 in Dierenrijk in Neunen at de 24-jarige ijsbeer Beja haar eigen pasgeboren jong op. 

 

Ijsberen Alaska

© Hans-Jurgen Mager / Unsplash

Bouw 

Een ijsbeer, Ursus maritimus, is herkenbaar aan zijn enorme lichaam, witte vacht en zijn prachtige kop. In het Engels wordt deze beer door sommigen de 'Lord of the Arctic' genoemd. Dit diersoort is bij uitstek gebouwd om in zeer koude klimaten te kunnen overleven. Hun hele gestel is ingesteld op de meest onherbergzame gebieden met temperaturen die zo gevaarlijk zijn voor mensen dat je zonder goede isolatie binnen de kortste keren de dood in de ogen kijkt. Daar heb je echt geen ijsberenknuffel meer voor nodig. Laten we eens kijken naar de bouw van een ijsbeer...

 

3. Staart
4. Lichaam
2. Poten
1. Gebit

 

1.
Alle beren hebben tanden, dus ook de ijsbeer, echter die van de ijsbeer zijn langer dan die van zijn familielid de bruine beer. Ijsberen hebben in totaal 42 zeer scherpe tanden die ze gebruiken om mee te jagen en te eten. 

Het reukzintuig van een ijsbeer is fenomenaal. Zo kan deze goed ontwikkelde reus op maar liefst 1,6 kilometer geuren waarnemen. Sommige bronnen vermelden zelfs dat ijsberen zeehonden vanaf 32 kilometer kunnen waarnemen. Een sterk reukzintuig heeft twee voordelen; ze kunnen gevaar sneller waarnemen en ze zijn hierdoor heel goed in staat om een prooi op te sporen.

​De oren van de ijsbeer zijn klein, maar vergis je niet, ze kunnen uitstekend horen. Dat ze klein zijn is niet zo vreemd als je bedenkt dat dit een kwetsbaar lichaamsdeel is. Het kleine formaat van zijn oren helpt de ijsbeer nog beter om warmte vast te houden. 

2.
De poten van een ijsbeer zijn enorm. Ze zijn bijzonder goed ontwikkeld om over de sneeuw te lopen en om mee te zwemmen. Ijsberen kunnen tot wel bijna 10 kilometer per uur zwemmen. Ze kunnen ook grote afstanden afleggen en zijn zelfs gespot op 321 kilometer vanaf het vast land in zee. Met hun poten kunnen ze krachtige slagen maken en ze zwemmen net als honden dat doen. IJsberen kunnen overigens ook heel goed drijven dankzij de enorme dikke speklaag die ze hebben. 

De poten van de ijsbeer zijn circa 30 cm breed, ideaal om mee over het ijs te lopen. Om hun gewicht te compenseren zakken ze iets door hun gespreide benen heen. De voetzolen zijn ruw omdat ze bedekt zijn met papillen, wat een andere benaming is voor knobbels. De zolen zijn zwart en de tenen bevatten elk een lange, zeer scherpe nagel, 5 cm lang, dat voor nog meer grip zorgt op het ijs. Ook worden de klauwen gebruikt tijdens de jacht. Beharing tussen de teentjes zorgt voor nog meer isolatie tegen de kou.

IJsberen zijn verder verrassend snel op het land en kunnen snelheden behalen tot circa 55 km per uur. De snelheid gebruiken ze vaak wanneer ze een verrassingsaanval uitvoeren op hun prooi.

3.
Ijsberen hebben kleine staarten. Een kleine staart helpt, net als de kleine oortjes, om goed te isoleren. 

4.
Het lichaam van een ijsbeer is lang. IJsberen kunnen enorm groot worden. Wanneer ze staan kunnen ze tot wel

IJsberen kunnen 3 meter lang worden. Dit maakt ze een van de grootste landdieren ter wereld. Ze kunnen een maximaal gewicht bereiken van 1000 kilo. Vrouwelijke ijsberen zijn doorgaans kleiner dan de mannetjes met een lengte van 2,5 meter en 250 kilo. De grootste ijsbeer die tot nu toe is gevonden werd helaas door Shelby Longoria in 1963 tijdens de jacht doodgeschoten in Kotzebue, Alaska. De IJsbeer was ruim 3,3 meter lang en woog ruim 1000 kilogram. 

Het lichaam van de ijsbeer is bedekt met een dikke huid. Daarnaast heeft hij een dikke vetlaag, 11 cm dik, dat hem nog meer beschermt tegen de extreme kou. Voor nog meer isolatie heeft hij een zeer dikke ondervacht die hem zo goed beschermt tegen de kou dat hij het zelfs warm krijgt wanneer hij rent. De ijsbeer niet bang te zijn dat hij het koud krijgt, de natuur heeft hem alle benodigde middelen gegeven die hij nodig heeft om de zeer strenge winters te overleven. 

​Ook al zeggen we dat een ijsbeer een witte vacht heeft, het klopt niet helemaal. De vacht van een ijsbeer is eigenlijk gelig van kleur. De gelige kleur komt vermoedelijk door de opgenomen oliën van dode zeehonden die de ijsberen eten. Toch hebben ijsberen af en toe wel degelijk een spierwitte vacht. Dit gebeurt echter meestal nadat ze hun oude vacht verliezen en een nieuwe vacht daarvoor in de plaats krijgen.

 

Ijsberen Alaska

© Hans-Jurgen Mager / Unsplash

Leefgebied

IJsberen zijn afhankelijk van genoeg voedsel en een voor hen gunstige klimaat. Het spreekt voor zich dat hun leefgebied hierop is afgestemd. De grootte van de leefgebieden wisselen naarmate ze bevriezen en dooien naar gelang het seizoen.  Desalniettemin is dit wel het leefgebied van de ijsbeer. Wanneer er ijs ligt zal een ijsbeer grotere afstanden afleggen om voedsel te vinden dan wanneer er geen ijs ligt. Hierdoor zijn ijsberen ook niet territoriaal zoals bij andere beren het geval is. 

IJsberen leven in en rondom de noordpool. Je komt ze nergens anders tegen. Ze wonen in de noordelijkste gebieden van Amerika, Europa en Azië. Het grootste gebeid bestaat uit water, de Noordelijke IJszee om precies te zijn. De Noordelijke IJszee bevriest helemaal gedurende de winter en dooit langs de landsgrenzen van Amerika, Europa en Azië helemaal weg gedurende de zomer. Hierdoor blijft alleen nog het middengedeelte van de Noordelijke IJszee bevroren. Het overgebleven ijs is vele malen dikker dan elders. 

IJsberen leven voornamelijk daar waar er naast ijs ook water ligt. Dit is namelijk het leefgebied van zeehonden die zelf afhankelijk zijn van visvangst voor hun eigen consumptie. Er is weinig tot geen zoetwater in deze gebieden en wat er wel is, is meestal bevroren ijs. Dit vormt op zich geen belemmering voor de ijsbeer, hij haalt dit broodnodige vocht namelijk uit de lichaamssappen van gedode zeehonden. 

Voedsel

Zeehonden, zeehonden en nog eens zeehonden. Het lievelingsgerecht van de ijsbeer is eigenlijk heel eenvoudig. Heel soms zullen ze zich tegoed doen aan een walrus, maar de kans dat de ijsbeer flinke verwondingen oploopt tijdens een confrontatie met deze boze tientonner met zijn enorme slagtanden is eigenlijk te groot en daarom voor de ijsbeer niet de moeite waard. Vergeleken daarbij is een zeehond dan net een zachtaardig poesje. 

Een ijsbeer is een gehaaide jager. Hij is ook nog eens een zeer geduldige jager die zo lang als nodig is bereid is om heel stil naast een gat in het ijs te blijven staan totdat een onvoorzichtige zeehond zijn kop omhoogsteekt en hij hem bij zijn hoofd grijpt met zijn scherpe tanden en zijn hoofd verbrijzelt tussen zijn sterke kaken. 

Deze jachttechniek vergt een goed reukzintuig. De ijsbeer kan namelijk precies ruiken waar er zich een gat in het ijs bevindt, en sterker nog, wanneer er zich een zeehond in een gat in het ijs bevindt. De ijsbeer weet als geen ander dat een zeehond op een gegeven moment omhoog moet komen om weer te kunnen ademen en dat het daarom gewoon een kwestie is van afwachten om dan vervolgens toe te slaan. 

Wanneer een ijsbeer alsnog de jacht opent op een walrus gebruikt hij daarbij een heel andere jachttechniek, die van de verrassingsaanval. Hij zal op een groep walrussen afstormen om zodoende chaos in de groep creëren. Een walrus zal instinctief zijn toevlucht zoeken tot het water wanneer er gevaar dreigt. Door de ontstane chaos komen de nog jonge walrussen in de verdrukking of worden ze door hun soortgenoten verpletterd, vaak met de dood tot gevolg. Een makkelijke maaltijd bij uitstek voor de ijsbeer, maar nog altijd eentje waar een duur prijskaartje aan hangt als het misgaat.

 

Weetje...

Mannetjes kunnen soms afstanden afleggen tot wel 100 km.  wanneer ze een vruchtbaar vrouwtje op het spoor zijn

 

Voortplanting

IJsberen brengen het grootste gedeelte van hun leven alleen door. Ze zoeken elkaar alleen op om te paren en wat het vrouwtje betreft, wanneer ze voor haar welpen zorgt. Het mannetje zal alleen paren met een vrouwelijke ijsbeer zonder jong, moeders met jong worden door mannetjes nooit benaderd. Dit komt omdat een moeder gedurende de tijd dat ze voor haar jong zorgt geen eisprong krijgt. 

-Annie-Spratt-Unsplash

© Annie Spratt / Unsplash

Een mannetjes ijsbeer wordt op 6-10 jaar geslachtsrijp, een vrouwtje iets eerder met 6-8 jaar. Vanaf het voorjaar, tussen april - juni, wanneer de sneeuw begint te smelten, zal een mannetje op zoek gaan naar een vrouwtje. Hij doet dit door gebruikt te maken van zijn reukzintuig. Hij kan dankzij zijn neus de geur van een vrouwtje oppakken, maar daarnaast kan hij haar ook opsporen door haar pootafdrukken te volgen. Het mannetje zal zijn zoektocht voornamelijk op het ijs uitvoeren nabij jachtgebieden waar genoeg zeehonden te vinden zijn. Hier zullen de ijsberen ook paren. Het mannetje zal daarna hooguit een paar dagen bij het vrouwtje blijven om dan uiteindelijk in zijn eentje weer zijn eigen weg te gaan. 

Eenmaal bevrucht zal het vrouwtje zich vol eten om zodoende een flinke vetlaag op te bouwen. Ze zal alles bij elkaar circa 200 kilo aankomen. Dit extra gewicht zal ze gedurende de wintermaanden hard nodig hebben om voor haar welpjes te zorgen. In het late najaar moet ze een geschikte hol graven waar zij en haar pasgeboren jong gedurende de wintermaanden beschut zijn tegen de kou. 

De temperatuur binnenin het hol blijft meestal op gemiddeld 0 graden hangen. Dit is weliswaar nog steeds koud, maar gezien de extreme temperaturen buiten haar hol mag dit gezien worden als zeer comfortabel. Het hol bouwt ze overal, langs de kust, bij rivierbeddingen, op het bevroren ijs of zelfs bij de heuvels. Het hol is groot genoeg om haarzelf en haar welpjes knusjes te behuizen. Eenmaal in haar holletje zal de sneeuw een isolerende ruimte creëren wanneer deze de toegang tot haar hol helemaal afsluit. Na circa twee maanden worden haar welpjes geboren.

Dankzij haar opgebouwde vetlaag heeft ze genoeg voeding om haar welpen de eerste maanden van hun jonge bestaan in leven te houden. Dit melk heeft een zeer hoge vetgehalte, circa 31%. Ze voedt haar welpen gedurende 20 maanden, maar zelf zal ze niets eten totdat ze in maart - april weer tevoorschijn komt uit haar hol. 

Een vrouwtje bevalt doorgaans van 2 welpjes, maar families van een of drie welpjes komen ook voor, al is dit zeldzaam. De welpen zijn net na hun geboorte verrassend klein van proporties met een gemiddelde lengte van 30 - 35 cm en een daarbij behorende gewicht van een halve kilo. De moeder komt pas uit haar hol als ze er van verzekerd is dat haar welpjes sterk genoeg zijn om in de buitenwereld te overleven. Moeder en kinderen zullen dan gelijk aan een trektocht naar zee beginnen. Gedurende de eerste 2,5 jaar zal ze haar jong de kneepjes van het vak bijbrengen; dit houdt in het jagen, zwemmen, eten en het allerbelangrijkste, overleven op Antarctica.

 

IJsbeer Alaska

 

IJsbeer brul

IJsberen kunnen niet gewoon met elkaar praten zoals mensen, dus zijn ze noodgedwongen om op andere manieren met elkaar te communiceren. Dit gaat gepaard met allerlei lichamelijke bewegingen, zoals het schudden van hun kop als ze willen spelen, of wanneer ze met hun tanden hakken, sissende geluiden maken of grommen om te laten zien dat ze boos of angstig zijn. Wanneer je een ijsbeer tegenkomt en het maakt zulke geluiden, ren dan niet meteen weg, maar probeer kalm te blijven.

Een Ijsbeer laat niet vaak van zich horen, omdat ze een solitair leven leiden. Onderzoek heeft uitgewezen dat ze meer geluiden opvangen dan mensen, maar aan de andere kant denken wetenschappers ook dat ze minder geluiden opvangen dan bijvoorbeeld een hond dat doet. Gedacht wordt dat ijsgeren communiceren op een lage frequentie met elkaar. Dat geld echter niet voor een boze ijsbeer, want deze kan een flink brullen. Zeker tijdens de paringstijd kunnen ze een behoorlijke keel opzetten om hun dominantie tegenover andere mannetjes te tonen. 

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadBear1
0.1 MB0:05 min
downloadbear2
0.1 MB0:06 min
downloadbear_polar
0 MB0:02 min
downloadpolarbear
0.1 MB0:06 min

 

Natuurlijke vijanden

De ijsbeer staat bovenaan de voedselketen. Dit wil dus zeggen dat zij weinig tot geen natuurlijke vijanden hebben. Jonge welpjes worden soms slachtoffer van wolven en andere carnivoren, maar de volwassen ijsbeer heeft weinig te vrezen van andere diersoorten, hooguit en in zeer uitzonderlijke gevallen wanneer hij verrast wordt door een Groenlandse haai. 

Als je het echt over reële gevaarlijke vijanden moet hebben, dan is de ijsbeer feitelijk zijn eigen grootste vijand. Dit zijn enorm grote dieren. Vooral de mannetjes kunnen heel erg agressief zijn, zeker wanneer het tijd is om te paren. Gevechten tussen mannetjes kunnen soms dagenlang duren waarbij ze flinke verwondingen oplopen, veelal veroorzaakt door hun bijzonder scherpe tanden. Soms zijn de verwondingen zo ernstig dat ze er op den duur aan kunnen overlijden. Het verliezen van tanden tijdens gevechten heeft tot gevolg dat ze niet kunnen eten waardoor ze op een gegeven moment verhongeren. 

Ook vrouwtjes ijsberen worden niet ontzien. Wanneer een vrouwtje zich verzet tegen een opdringerig mannetje kan deze ook heel agressief reageren. Dit leidt soms helaas tot wonden bij het vrouwtje. 

Het grootste gevaar voor de ijsbeer is de mens. Dankzij de opwarming van de aarde raakt de ijsbeer zijn leefgebied langzaamaan kwijt. Daarnaast hebben ze ook te maken met de vervuiling van de natuur. Naast de opwarming en 

Relatie tot de mens

Het ijs op de poolvlaktes en op Antarctica smelt, dat is helaas een gevolg van de opwarming van de aarde en het is een voldongen feit dat hier vooralsnog weinig verandering in gaat komen. Hiermee verdwijnt echter langzaam maar zeker ook het leefgebied van veel (zee)dieren. Dit heeft vanzelfsprekend ook gevolgen voor mensen en ijsberen omdat zij ongewild meer met elkaar in contact komen. Onderzoek heeft tevens aangetoond dat er de laatste jaren meer aanvallen zijn geregistreerd tussen ijsberen en mensen, een zeer ongewenste gevolg van de veranderingen in de natuur.

 

 

Vooral ijsberen die zich in de buurt bevinden van woongebieden, zoals bijvoorbeeld Churchill in Canada, kunnen voor veel overlast zorgen. IJsberen staan erom bekend dat ze naar voedsel zoeken in het afval. Om nare confrontaties te voorkomen zijn er projecten in het leven geroepen om de ijsberen te vangen en ze ver buiten de omgeving van de steden en dorpen te verplaatsen. 

Ook worden ijsberen voorzien van een halsband die informatie verzamelt voor onderzoek. De huidige gps-halsbanden die door geleerden worden gebruikt gaan circa 14 maanden mee. Deze gps-halsbanden zijn water en sneeuwbestendig en staan in verbinding met satellieten. Ze verzenden dagelijks informatie over de ijsbeer, o.a. waar deze zich op bepaalde momenten bevindt. Ook wordt aanvullende informatie door de halsbanden verzameld voor een later tijdstip, wanneer deze weer worden teruggehaald door de geleerden. Informatie zoals het jacht gedrag van de ijsbeer, de grootte van hun leefgebied, de tijdsduur waarop een beer op het land verblijft wanneer er geen ijs ligt, de lengte van de afstanden die een ijsbeer aflegt en verder het tijdstip waarop een zwangere ijsbeer haar hol betreedt en deze na maanden weer met haar welpen verlaat wordt opgeslagen voor later onderzoek. De halsbanden worden dusdanig aangemeten dat de ijsbeer hem zelf af kan doen als hij er last van heeft. Ook worden de halsbanden ingesteld om op een bepaalde datum en tijdstip vanzelf los te gaan. Geleerden kunnen de halsbanden later tracken via een VHF-baken.

 

Uitsterving haaien - kwetsbaar

 

 

 

Reizen naar Antarctica:

 

 

 

 

 

 

 

Het eerste waar je waarschijnlijk aan denkt wanneer je aan walvissen denkt zijn bultruggen. Overal op het internet zijn prachtige illustraties en films te vinden van enorme bultruggen die uit het water opmhoog springen en dan weer met een enorme plons in het water belanden. Een bultrug is een vreemdzame walvis met een vriendelijke repuatie. Ze zijn niet de grootste walvissoort ter wereld, maar ze zijn wel het meest herkenbare walvis en ze worden vermoedelijk ook het meeste wereldwijd gespot vanwege hun nomadische bestaan. Ze zijn vrijwel zeker een van de meest geliefde walvissoorten vanwege hun speelse natuur.

Vivek-Kumar-on-Unsplash

© Vivek Kumar / Unsplaxh

Bultruggen in de natuur zien is een geliefde bezigheid voor veel mensen. Ze zijn vredelievend en absoluut niet mensenschuw. Helaas hebben ook deze walvissen enorm te lijden gehad onder de walvisjacht. Hun afname was zo dramatisch dat ze dreigden uit te sterven.

Star Trek (spoiler)

In de film Star Trek: The Voyage Home zie je hoe de aarde gestraft wordt doordat alle walvissen na jaren van ongebreidelde walvisjacht zijn uitgeroeid. Kapitein Kirk gaat met zijn crew in een Klingon schip terug in de tijd om walvissen te zoeken zodat hij ze kan terugbrengen en zodoende de aarde van de totale vernietiging kan redden.

Hij vindt uiteindelijk twee bultruggen, George en Gracie, in een groot aquarium. George en Gracie moeten worden vrijgelaten, maar de kans dat ze door walvisvaarders zullen worden gedood is substantieel groot. Kirk en zijn bemanning weten wat ze moeten doen en gaan aan de slag. Ze weten ze gelukkig uit de klauwen van walvisvaarders te redden door ze aan boord te halen van hun schip.

​Eenmaal aan boord citeert Kapitein Kirk een zin uit Whales Weep Not van D.H. Lawrence: 'They say the sea is cold, but the sea contains the hottest blood of all' Gelukkig blijkt Gracie ook nog zwanger te zijn. De boodschap in de film is overduidelijk: als men zo door blijft gaan met de walvisjacht zullen de gevolgen voor de natuur en uiteindelijk ook voor ons niet te overzien zijn.

​Sea shanty's, poëzie en vertellingen

Het vlees van de bultrugwalvis vormde vroeger een forse bron van inkomsten en je kon er doorgaans behoorlijk rijk mee worden. De walvissen werden mede daardoor genadeloos opgejaagd door walvisvaarders overal ter wereld, totdat ze bijna waren uitgestorven. De walvisvaart was vanzelfsprekend geen pretje voor de walvis noch voor de walvisvaarder, maar het was al helemaal niet leuk voor de thuisblijvers. De walvisvaarders waren soms jaren achtereen weg en de periodes tussen de vangsten van een walvis waren soms lang en saai.

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadFarewell_To_Tarwathie_-_Judy_Collins
5.3 MB5:45 min

 

Gelukkig en mede dankzij die periodes van verveling kunnen wij nu genieten van veel volksliederen die over walvissen en over de walvisjacht vertellen. Vaak zijn deze 'sea shanty's' prachtige weemoedige liederen waar de emoties letterlijk van afspatten. De walvisvaarders lieten ons echter nog veel meer na, want om de verveling tegen te gaan maakten ze prachtige kunstwerken van de tanden en botten van walvissen. Veel hiervan is vandaag nog steeds te zien, soms in privé eigendom door bijvoorbeeld familie nalatenschappen.

David Herbert Lawrence - auteur

D. H. Lawrence was een auteur met een grote fascinatie voor de natuur. Hij is tevens een van Groot Brittannië's meest controversiële literarische auteurs. Sommigen zullen misschien al kennis hebben gemaakt met Lawrence's uitzonderlijke werken, andere zullen hem mogelijk alleen kennen via zijn veelvuldig verfilmde boek, Lady Chatterly's Lover. Hij schreef aan het begin van zijn auteurschap voornamelijk poëzie en zou pas later in zijn literaire loopbaan romans gaan schrijven.

D.H. Lawrence was zonder meer een onbegrepen excentriekeling. Zijn werken waren uitermate controversieel vanwege zijn onbeteugelde beschrijving van de psychische en seksuele relaties tussen man en vrouw, een onderwerp waar toentertijd een zeer zwaar taboe op lag. Zijn werken waren hierdoor verbannen in Groot Brittannië en de Verenigde Staten en hijzelf stond op de zwarte lijst.

Een van zijn vroegere, haast erotische gedichten is Whales Weep Not. In het gedicht beeldt Lawrence de gepassioneerde relatie tussen de zeedieren en de mythologische goden. De walvis in dit gedicht is zogenaamd de drager van de kosmos.

 

'They say the sea is cold, but the sea contains
the hottest blood of all, and the wildest, the most urgent.

All the whales in the wider deeps, hot are they, as they urge
on and on, and dive beneath the icebergs.
The right whales, the sperm-whales, the hammer-heads, the killers
there they blow, there they blow, hot wild white breath out of the sea!

And they rock, and they rock, through the sensual ageless ages
on the depths of the seven seas,
and through the salt they reel with drunk delight
and in the tropics tremble they with love
and roll with massive, strong desire, like gods.
Then the great bull lies up against his bride
in the blue deep of the sea

as mountain pressing on mountain, in the zest of life:
and out of the inward roaring of the inner red ocean of whale blood
the long tip reaches strong, intense, like the maelstrom-tip, and comes to rest
in the clasp and the soft, wild clutch of a she-whale's fathomless body.

And over the bridge of the whale's strong phallus, linking the wonder of whales
the burning archangels under the sea keep passing, back and forth,
keep passing archangels of bliss
from him to her, from her to him, great Cherubim
that wait on whales in mid-ocean, suspended in the waves of the sea
great heaven of whales in the waters, old hierarchies.
And enormous mother whales lie dreaming suckling their whale-tender young
and dreaming with strange whale eyes wide open in the waters of the beginning and the end.

And bull-whales gather their women and whale-calves in a ring
when danger threatens, on the surface of the ceaseless flood
and range themselves like great fierce Seraphim facing the threat
encircling their huddled monsters of love.
and all this happiness in the sea, in the salt
where God is also love, but without words:
and Aphrodite is the wife of whales
most happy, happy she!

and Venus among the fishes skips and is a she-dolphin
she is the gay, delighted porpoise sporting with love and the sea
she is the female tunny-fish, round and happy among the males
and dense with happy blood, dark rainbow bliss in the sea.'

D. H. Lawrence

 

​Korte geschiedenis van de walvisvaart

Ongeveer 6000 jaar geleden was er al sprake van een walvisjacht. Historici kunnen dit vaststellen aan de hand van gereedschap dat ze gevonden hebben. Deze vondsten bestaan uit harpoenen en touw. Eskimo's en Indianen vingen walvissen puur en alleen om in hun levensonderhoud te voorzien. Zo maakten ze kleding van de huiden, aten ze het vlees en gebruikten ze de olie. Vermoedelijke waren de Noren de eerste Europese walvisvaarders.

Circa 1059 wordt er beschreven hoe de de Basken uit Bayonne, Spanje op walvissen jaagden. De walvisvangst kwam echter pas goed op gang in de 17e eeuw en dat hebben we voornamelijk te danken aan de Nederlandse zeevaarder en ontdekkingsreiziger Willem Barents. Tijdens een van zijn ontdekkingsreizen in 1596 spotte hij land dat hij 'Het Nieuwe Land' noemde. Tegenwoordig kennen wij het allemaal onder de naam Spitsbergen. Het valt onder Noorwegen.

Dit gebied bleek uitermate geschikt te zijn voor de walvisvangst vanwege de vele walvissen die zich hier bevonden. Het duurde niet lang eer de Engelsen er ook van mee wilden snoepen, iets waar de Nederlanders niet van gediend waren. Dit leidde tot veel confrontaties tussen de Engelsen en de Nederlanders. De roep naar walvissen was intussen zo sterk dat beide landen elkaar letterlijk in de haren vlogen. Gewapende conflicten waren hierbij niet ongewoon.

 

Walvisvangst bij de kust van Spitsbergen - Abraham Storck 1690

Walvisvaarders bij de kust van Spitsbergen geschilderd door Abraham Storck - Stichting Rijksmuseum Zuiderzeemuseum

 

Op den duur werd het jachtgebied uitgebreid naar Noord Amerika en Canada. De jacht werd daar zo intensief bedreven dat het bijna onmogelijk was geworden om walvissen te vinden. Het jachtgebied werd hierdoor nog groter. Nu werd er ook in het Noordpoolgebied en bij Antarctica gejaagd.

Vanwege de enorme bedragen dat er aan verdiend werd en de hebzucht van de grote corporaties, nam de walvisvaart in hevigheid toe. Hierdoor werd hun voortbestaan zo penibel dat ze dreigden uit te sterven. De situatie was zelfs zo ernstig dat er noodgedwongen werd ingegrepen. Een aantal landen stichtten in 1946 als tegenwicht op de walvisvaart de International Whaling Commission op. Dit bestaat nog steeds en is bij veel mensen beter bekend onder de afkorting IWC. De opzet van deze stichting was om alle walvissoorten te beschermen tegen het uitsterven, maar feitelijk veranderde er alsnog erg weinig. De door de stichting opgestelde reglementen stelden feitelijk nog te weinig voor en de vastgestelde grens welke aangaf hoeveel walvissen er jaarlijks gedood mochten worden was alsnog veel te hoog. Pas in 1979 zou het verboden worden om op walvissen te jagen in de Grote Oceaan en het gebied van Antarctica zou twintig jaar later volgen.

Je kunt meer lezen over de walvisvaart op deze website. Klik hier om naar de betreffende artikel toe te gaan.

Bouw

Bultruggen, Megaptera novaeangliae, danken hun naam aan de gebogen ronding van hun rug wanneer ze zich naar de diepte begeven. De Latijnse benaming betekent letterlijk 'lange vleugels Nieuw Engeland'. Ze zijn weliswaar niet de grootste walvis ter wereld, die eer valt de blauwe vinvis ten beurt, maar ze kunnen desalniettemin enorm groot worden. Bultruggen zijn zoogdieren en ze behoren tot de familie van de baleinwalvissen. Ze kunnen een maximale lengte behalen van 18 meter met een daarbij behorend gewicht van 50 ton.

Bultruggen slapen nooit helemaal, ze moeten altijd wakker blijven om te kunnen ademen. Als ze in slaap vallen dan zouden ze verdrinken. Ze lossen dit op door de ene helft van hun hersenen te laten rusten terwijl de andere helft actief blijft.

 

4. Staartvin
6. Lengte
5. Kleine rugvin
2. Spuitgat
3. Borstvinnen
1. Tuberkels

 

 © National Marine Sanctuaries

Uiterlijke kenmerken van een bultrug walvis

  1. De bulten op de kop, onderkaak en borstvinnen van de bultrug heten tuberkels. In de bulten rondom de mond van de bultrug zitten gevoelige tasthaartjes die als doel hebben de walvis te waarschuwen wanneer hij objecten of hindernissen tegenkomt in het water. De mond van de bultrug heeft geen tanden. In plaats daarvan heeft hij 270 - 400 donkerkleurige baleinen waar hij plankton en kleine visjes mee uit het water zeeft. Verder heeft hij 14-22 groeven in zijn nek die allen tot aan de navel doorlopen. Deze groeven zetten uit waardoor de walvis liters met water in zijn mond op kan nemen.
  2. Bultruggen hebben geen richel over de kop lopen, iets wat je wel ziet bij andere walvissoorten. Ze hebben twee spuitgaten bovenop hun kop waarmee ze lucht naar buiten kunnen spuiten. Dit vormt samen met het water een soort fontein van 3,5 meter hoog. Gezegd wordt dat je het geluid dat de walvis maakt als hij lucht via het spuitgat naar buiten blaast tot wel 245 meter weg kunt horen. De ogen van de bultrug zijn klein in verhouding tot zijn hoofdomvang. Ze zijn even groot als een grote sinaasappel en bruin van kleur. De iris heeft de vorm van een nier. De oren bevinden zich pal achter en iets naar onderen van de ogen.
  3. De borstvinnen kunnen 5 meter lang worden en zijn onregelmatig van structuur  en vorm. De bultrug walvis heeft de grootste borstvinnen van alle vissoorten.
  4. De staartvin is groot, breed, ligt plat en is iets gebogen van vorm. Aan de onderkant van de staart bevindt zich pigmentatie dat een soort patroon vormt dat uniek is bij iedere bultrug. Deze pigmentatie vindt je ook terug op de flanken van de walvis.
  5. De bultrug heeft een vrij kleine rugvin. Wanneer de walvis duikt wordt de rug op dit punt gebogen. Vandaar ook de naam bultrug.
  6. De bultrug kan 18 meter lang worden waarbij de vrouwtjes altijd groter zijn dan de mannetjes. Het lichaam van de bultrug is bedekt met mosselen, bulten en wratten. De kleur van de walvis varieert tussen zwart en wit, maar is doorgaans donkergrijs van boven en wit op de buik. Het hart van de bultrug walvis kan wel 200 kilogram wegen!

Leefgebied

Bultrugwalvissen zijn wereldreizigers. Tegenwoordig kom je ze soms tegen in de Noordzee, al gebeurt dit in mindere mate dan elders. Ze maken jaarlijks buitengewoon lange trektochten die duizenden kilometers lang zijn. Dit doen ze overigens op hun gemak waarbij hun gemiddelde snelheid circa 1,6 kilometer per uur is. De bultrugwalvis kan overigens een topsnelheid halen van 8 kilometer per uur.

De jaarlijkse trektochten herhalen zich omdat ze ver moeten reizen tussen hun voeding- en paringgebieden. Gedurende de wintermaanden trekt de bultrug richting de evenaar, een reis die circa 16.000 kilometer lang is. Hier zullen ze paren en van hun jong bevallen. De bultruggen in het noordelijk- en zuidelijke halfrond komen elkaar overigens nooit tegen vanwege het verschil in seizoenen. De langst gemeten afstand die bultruggen hebben afgelegd bedroeg 18840 kilometer.

 

 

​Wetenswaardigheid:

Baleinwalvissen hebben 2 spuitgaten bovenop hun kop terwijl tandwalvissen er maar 1 hebben. De reden hiervan is dat hoewel zoogdieren twee neusgaten hebben, een van de neusgaten van de tandwalvis geëvolueerd is tot een echolocatie. Hiermee kunnen ze objecten in het water waarnemen.

 

 

Gezang

Het gezang van de bultrug is niet alleen buitengewoon mooi, het is zeer meewarig van toon. Het gezang bestaat uit een hoeveelheid verschillende geluiden die doorgaans variëren van gehuil, grommen, snuiven, blaffen en tik geluiden. Merkwaardig genoeg zijn het alleen de mannetjes die zingen, vermoedelijke om vrouwtjes te lokken. Het gezang kan echter ook andere doeleinden hebben, al weet men nog niet precies wat dat mag zijn.

Een op zichzelf staand lied kan soms wel 20 minuten lang duren, maar het zingen op zich kan langere periodes overlappen, soms tot zelfs wel 24 uur. Wanneer de bultruggen gaan zingen, gaan ze met hun kop naar beneden hangen, circa 15-30 meter boven de bodem. Het geluid van hun gezang is zo immens hard dat het tot wel 20 kilometer ver weg te horen is. Mogelijk wordt hun gezang gebruikt als een soort communicatie tussen de walvissen, vooral omdat zijzelf het gezang van andere zingende walvissen op duizenden kilometers afstand kunnen horen. De bultrug zingt overigens ook tijdens de lange migratie periodes.

​Bultrug walvis gezang

 Men heeft ontdekt dat binnen een groep bultruggen alle mannetjes hetzelfde lied zingen. Ze nemen het als het ware van elkaar over en geven het weer door aan de jongeren. Een lied zal pas veranderen wanneer de bultruggen tijdens hun reizen een andere groep bultruggen tegenkomt dat een ander lied zingt die zij dan zullen overnemen.

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadHumpback_Whale_Song
2.3 MB2:28 min

Vroeger dachten zeevaarders dat het gezang van de bultrug de klagende tonen waren van eerder omgekomen zeevaarders. De eerste opname van het gezang van de bultrug werden door de Amerikaanse marine gemaakt in 1952. Men zou er echter pas achter komen dat het hier daadwerkelijk om bultrugwalvissen ging nadat in 1967 Roger Payne en Scott McVay wisten vast te stellen dat het om deze walvis ging.

​Voedsel

Wie durft te beweren dat bultrugwalvissen dom zijn vergist zich schromelijk. Deze slimme reuzen hebben namelijk een zeer ingenieuze manier bedacht om een heleboel vissen bij elkaar te drijven zodat ze ze met gemak in hun enorme mond kunnen opvangen. Ze blazen gewoon grote kringen gemaakt van bubbels. De kringen met bubbels zijn dusdanig groot dat de walvis vanuit de diepte met wijdopen kaken zo de kring in kan zwemmen en een mond vol vis kan vangen. Bultruggen werken soms ook samen om een aaneenschakeling van kringen met bubbels te creëren.

Naast het blazen van bubbels gebruiken de walvissen ook hun vinnen en maken ze veel lawaai tijdens de jacht. Door de harde klanken raken de vissen in paniek en zwemmen ze naar de oppervlakte. De walvissen gebruiken vervolgens hun vinnen om op het water te slaan om de visjes te verdoven.

 

Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver
Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver

Bultrug met Grienden | Flickr | © montereydiver

 

Bultruggen kunnen enorm veel voedsel consumeren op een dag. Ze eten gemiddeld 1360 kilo visjes, plankton en kleine garnaaltjes. De baleinen in de mond van de walvis zijn gemiddeld 76 cm. lang en zwart van kleur. Ze zijn gemaakt van keratine, hetzelfde stof waar onze nagels en haren van zijn gemaakt. De baleinen filteren het vis, de garnaaltjes en de plankton uit het water wanneer de walvis met zijn tong het water uit zijn mond wegdrukt.

De bultrug walvissen eten heel veel wanneer zij zich in hun voedselgebieden bevinden. Het eten wordt omgezet tot blubberen het is deze blubber dat ze in leven houdt wanneer ze naar de paringsgebieden gaan. Gedurende hun verblijf in de paringsgebieden vasten ze en hebben ze hun blubber hard nodig om in leven te blijven. In de hieronder getoonde film kun je zien hoe bultruggen bubbels blazen tijdens de jacht.

Voortplanting

Bultrug walvissen migreren richting de evenaar om daar te paren en te bevallen. Mannetjes bultruggen leven altijd op zichzelf, maar wanneer het paringstijd is zoeken ze de vrouwtjes op. Meerdere mannetjes kunnen tegelijk achter een vrouwtje aanzitten. Ze zullen haar aandacht proberen te vangen door haar te imponeren met hun gezang.

Vrouwelijke bultrugwalvissen zijn doorgaans met 5 jaar seksueel volwassen en mannetjes zijn dat later, met 7 jaar.

In de paringstijd worden de mannetjes onderling zeer dominant wanneer ze vechten om de gunsten van het vrouwtje. Dominant gedrag uit zich door elkaar te bestormen, uit het water springen, met hun staartvin op het water te slaan om harde geluiden te creëren en 'spyhopping'. Spyhopping is wanneer een walvis zijn hoofd boven het water uitsteekt. De mannetjes kunnen elkaar soms ernstig verwonden gedurende deze periode.

Een vrouwtje is gedurende 11-12 maanden zwanger waarna ze van een kalfje bevalt. Het kalfje heeft flinke proporties, 3-4,5 meter in lengte en ruim 900 kilogram. Ze zijn het eerste jaar afhankelijk van hun moeders melk. De melk is vrij vet, 45-60% vet, en roze van kleur. Kalfjes kunnen enorm veel melk drinken op een dag, circa 600 liter!

Het eerste jaar na hun geboorte maken ze een enorme groei sprong en verdubbelen ze in lengte. Daarna blijven ze gestaag door groeien tot hun tiende jaar.

Bultruggen zijn geen gezelschapsdieren, maar soms zwemmen ze wel in groepjes van twee of drie. Zo'n groep heet dan een pod.

Walvissen kunnen gemiddeld 50 jaar oud worden.

Relatie tot de mens

Ook al hebben bultrugwalvissen in principe geen vijanden, de mens heeft uitermate zijn best gedaan om er alsnog eentje te zijn. Er ontstond een heuse industrie rondom de producten die vervaardigd werden van walvissen. We hebben heel veel kwaad berokkend in het verleden wat de walvissen betreft. Dit zijn over het algemeen vreedzame dieren die niemand tot last zijn. Hebzucht is een slechte meester wat dat betreft.

Walvissen waren zeker in de negentiende eeuw uitermate gewild vanwege de vele producten die er van hun lichaam konden worden vervaardigd. Wie kent niet de korsetten van vroeger? Of de olielampen? Ook cosmetica, kaarsen en zeep werden geproduceerd van de oliën dat uit de blubber van de walvissen kwam.

Gelukkig en voor sommigen walvissoorten net op tijd, besefte men dat we iets kostbaars dreigden te verliezen en werd er  tijdig ingegrepen. Tot grote opluchting van heel veel mensen groeit de populatie walvissen weer helemaal terug. Daar mogen we oprecht dankbaar voor zijn.

Willen we alsnog spreken van een natuurlijke vijand van de bultrug, dan zijn dat orka's. Tandafdrukken van orka's zijn teruggevonden op de lichamen van bultruggen. Verder weten we dat orka's ook jagen op jonge bultrugkalfjes.

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

Interessant:

 

Reizen naar Antarctica:

 

Leuke reis boeken naar het zonnige zuiden?

De blauwe vinvis heeft dankzij zijn enorme afmetingen geen natuurlijk vijanden, maar de mens heeft daarentegen meer dan zijn best gedaan om dit goed te maken. In de twintigste eeuw werd deze reus bijna helemaal uitgeroeid, totdat eindelijk het lampje bij diverse instanties begon te branden dat we ze voorgoed dreigden kwijt te raken. Dankzij hen en dankzij de inzet van een heleboel wetenschappers zijn de blauwe vinvissen in aantal weer toegenomen.

Bouw

Je kunt het je haast niet voorstellen, of misschien juist wel, maar de blauwe vinvis, Balaenoptera musculus, is het grootste zeedier ter wereld. Dit magnifieke wezen kan een lengte van maar liefst 30 meter bereiken, ongeveer de lengte van een Boeing 747 en een gewicht hebben van 200 ton! Het gewicht van zijn tong mag er ook zijn, dit weegt evenveel als een olifant en die wil je echt niet bovenop je voet krijgen. Zijn hart is ook flink en weegt 180 kilo. Dit kun je ongeveer vergelijken met het gewicht van een klein autootje. Overigens, een vrouwtjes vinvis wordt iets groter dan een mannetje.

​In de enorme mond van de blauwe vinvis bevinden zich baleinen. Deze zijn gemaakt van chitine, een soort cellulose. Het zijn lange platen waarbij aan de beide lange randen kleine haartjes zitten die als taak hebben de krill uit het water te filteren. Om enorme hoeveelheid water en krill naar binnen te zuigen heeft de blauwe vinvis onderaan zijn keel lange, diepe groeven, zo'n 50-90 in totaal. Dit zijn net plooien. Zodra het water naar binnen wordt gezogen zetten de plooien uit waardoor de inname van grote hoeveelheden water en krill mogelijk is.

 

Blauwe vinvissen - Sri Lanka

Blauwe Vinvis | © Christopher Michel | Flickr

 

Onder water heeft de blauwe vinvis een prachtige blauwe kleur, echter, als ze eenmaal aan het wateroppervlak zwemmen, dan krijgt hun kleur juist een grijsblauwe tint. De onderkant van hun buik heeft een gelige kleur. Je treft ze in alle oceanen over de gehele wereld aan. Het zijn geen gezelschapsdieren, je treft ze daarom vaak alleen aan, maar soms ook met zijn tweeën of zelfs in kleine groepen. Het zijn sierlijke zwemmers en ze bewegen zich met gemiddeld acht kilometer per uur, maar als ze gestrest raken kunnen ze ook snelheden van ruim dertig kilometer per uur halen. 

Voortplanting

De zwangerschap van het vrouwtje duurt tussen de 11 en 12 maanden. Vaak zwanger is de blauwe vinvis overigens niet, ze brengt, maar eens in de drie jaar jongen voort en dan maar één per keer. Een baby walvis weegt gemiddeld 27.000 kilo en heeft een lengte van c.a. 8 meter, dit is vergelijkbaar met een doorsnee huiskamer. De baby walvis dringt per dag en onder water meer dan 600 liter melk bij zijn moeder en groeit ongeveer 90 kilo per dag gedurende zijn eerste levensjaar.

 

Blauwe vinvissen © Oregon State University | Flickr

Blauwe vinvissen © Oregon State University | Flickr

 

Voedsel

Het is begrijpelijk dat zo'n enorme walvis veel voedsel nodig heeft om in leven te blijven. Het is ook begrijpelijk dat je daarom misschien ook denkt dat de blauwe vinvis zich tegoed doet aan allerlei zeedieren, zoals vissen, inktvis, octopus en andere wat grotere zeedieren, maar niets is minder waar. Hij voedt zich uitsluitend met krill. Om dit te bewerkstelligen duikt hij soms naar een diept van 500 meter. Hij opent zijn mond, zuigt het vol met water en perst dan vervolgens het water met behulp van zijn enorme tong naar buiten. Dit zorgt ervoor dat het krill wordt gefilterd.

Ze duiken gemiddeld tussen de 10-20 minuten, daarna moet de walvis weer naar boven komen voor nieuwe zuurstof. Eenmaal bovengekomen blaast het de verzadigde zuurstof via de op zijn kop gevestigde neusvleugels naar buiten, waardoor er een waternevel van maar liefst 9 meter hoog ontstaat. De blauwe vinvis moet per dag tot wel vier ton krill tot zich nemen om zijn enorme lichaam van genoeg voedsel te voorzien. Onderzoek heeft uitgewezen dat de blauwe vinvis minder zuurstof gebruikt naarmate er minder krill in het water is, zodoende om hun energie te besparen.

Leefgebied

Zoals eerder werd aangegeven in dit artikel, de blauwe vinvis reist veel. Hij prefereert het diepe water van de oceaan. Hij zwemt in de zomermaanden naar de poolgebieden en in de wintermaanden juist weer richting de evenaar, daar waar het water minder koud is. Hier, in het warmer water, planten ze zich ook voort.

Communiceren

Nog een bijzondere eigenschap van de blauwe vinvis is dat zij de luidste zee schepselen ter wereld zijn. Ook al kunnen wij ze niet horen, ze kunnen zeer harde geluiden produceren die meer dan 180 decibel meten. Bij de mens zou dit enorme volume tot onherstelbare gehoorschade leiden. Je kunt het volume vergelijken met het geluid dat een raket produceert op een lanceerplatform. Heel erg hard dus. 

​Blauwe vinvissen communiceren met elkaar middels hun prachtig gezang. Men denkt zelfs dat de walvissen elkaar op een afstand van maar liefst 1600 kilometer kunnen horen! Er wordt trouwens ook gedacht dat ze hun gezang niet alleen gebruiken om met elkaar te communiceren, maar dat ze het ook, alsmede hun uitstekende zicht, als sonar gebruiken om gedurende hun lange trektochten mee te navigeren.

 

Blauwe vinvissen - Sri Lanca

Blauwe Vinvis | © Christopher Michel | Flickr

 

 

DownloadenNaamAfspelenGrootteDuur
downloadBlauwe-Vinvis
0.1 MB0:10 min

 

Leeftijd

Het echt zeker weten doet men niet, maar de meeste geleerden zijn ervan overtuigd dat de blauwe vinvis een maximumleeftijd van 110 jaar kan bereiken. Naarmate de walvis ouder wordt, verandert de kleur van hun ogen en bij de vrouwtjes ontstaan er littekens in de eileiders. Ook de baleinen lijden onder het ouder worden. Met dit soort gegevens kunnen ze ongeveer inschatten hoe oud de walvis is.

Relatie tot de mens

Doordat er in het verleden intensief op ze gejaagd werd, is het aantal blauwe vinvissen extreem afgenomen. Hun aantallen waren zelfs zo laag dat ze dreigden voorgoed van de aardbodem te verdwijnen. Tussen 1900-1970 zijn er gemiddeld 360.000 blauwe vinvissen naar het hiernamaals geholpen en in 1931 alleen, op het hoogtepunt van de jacht op walvissen, zijn er een verbijsterende 29.000 geslacht. Pas toen in 1966 de International Whaling Commission zich ermee ging bemoeien, kwam hier een einde aan. Echter, hun aantallen zijn nooit meer hetzelfde geweest. Men schat dat de huidige aantal blauwe vinvissen bij elkaar nog maar tussen de 10.000-15.000 is. Omdat ze zich ook niet zo snel voortplanten verloopt hun herstel zeer moeizaam.

Natuurlijke vijanden

Natuurlijke vijanden hebben ze niet echt, maar ze willen weleens slachtoffer worden van haaien en orka aanvallen, al moet wel gezegd worden dat orka’s het eerder op hun jong hebben gemunt dan op de volwassen blauwe vinvissen zelf. Orka's jagen in groepsverband, net als veel katachtige roofdieren, waarbij hun sterke communicatieve vaardigheden goed van pas komen. Ze stalken de volwassen vinvissen door ze te stalken, ze te bijten en hele stukken vlees uit hun lichaam los te scheuren. Jonge vinvissen worden van hun moeder gescheiden, vervolgens net zo lang opgejaagd totdat ze oververmoeid zijn en vervolgens door verdrinking om het leven gebracht.

Veel blauwe vinvissen overlijden helaas ook doordat ze slachtoffer worden van aanvaringen met grote oceaanschepen.

 

Uitsterving haaien - bedreigd

 

 

Interessant:

 

Reizen naar Antarctica: