Wie waren de Vikingen?
De Vikingen waren stoere zeevaarders uit Scandinavië: het huidige Noorwegen, Zweden en Denemarken. Tussen ongeveer 793 en 1066 na Christus trokken ze de wereld in met hun snelle schepen. Ze stonden bekend om hun plundertochten, maar ook om hun handel, ontdekkingsreizen en kolonisatie van verre gebieden.
Vikingen waren Noordse zeevaarders, handelaars en krijgers die tussen de 8e en 11e eeuw grote delen van Europa en daarbuiten verkenden |© Wereld van de Haai
Hun invloed reikte van Engeland, Ierland en Schotland tot diep in Europa, Rusland, het Byzantijnse Rijk (Constantinopel), Groenland en zelfs Noord-Amerika, waar Leif Eriksson rond het jaar 1000 voet aan land zette in Vinland, waarschijnlijk in Newfoundland, Canada.
Dagelijks leven: wonen, werken en overleven
Het leven als Viking was zwaar. De winters waren lang, koud en donker. In de korte zomers moest alles worden gedaan: gewassen verbouwen, vissen, dieren verzorgen, hout verzamelen, huizen bouwen en voedsel opslaan voor de winter. Iedereen hielp mee, van jong tot oud.
De meeste Vikingen woonden in langhuizen: lange houten huizen met een klei- of lemen wand en een dak van gras of riet. In het midden brandde een haardvuur voor warmte en koken. Privacy was er nauwelijks; de hele familie, knechten en soms zelfs dieren leefden samen in één ruimte.



Van links naar rechts: (1) Maaltijden waren belangrijke momenten in het Vikingleven, waarbij vlees, brood, groenten en mede rijkelijk op tafel kwamen tijdens feesten en bijeenkomsten. (2) Vikinghuizen waren gebouwd van hout en steen, met een open haard in het midden als warmtebron en verzamelplek voor het hele gezin. (3) Op markten verkochten Vikingen hun waren, wisselden ze nieuws uit en kwamen families samen. Handel speelde een belangrijke rol in hun samenleving. | © Wereld van de Haai
Vikingen droegen warme kleding van wol, linnen en dierenhuiden. Mannen droegen tunieken en broeken, vrouwen droegen overjurken met schouderbanden. Kinderen droegen kleinere versies van de kleding van hun ouders en hielpen al vroeg met klusjes in en om het huis.
Gezinnen en rollen binnen de familie
Een Vikinggezin bestond meestal uit vader, moeder, kinderen, grootouders en soms knechten of vrijgemaakte slaven. Hoewel de man officieel het hoofd was, hadden vrouwen veel gezag. Als de man op zee was, droeg de vrouw de volledige verantwoordelijkheid. De sleutels aan haar riem waren het symbool van haar macht over het huishouden.
Kinderen leerden spelenderwijs. Meisjes leerden spinnen, weven, koken en het runnen van een huishouden. Jongens leerden jagen, vissen, varen en vechten. Maar er was ruimte voor flexibiliteit: sommige meisjes leerden vechten, sommige jongens leerden houtsnijwerk of kruidenkennis.
Het dagelijks leven van de Vikingen draaide om gezin, werk en samenwerking. Rond het haardvuur werd gekookt, gerepareerd en werden vaardigheden aan de kinderen doorgegeven. | © Wereld van de Haai
Huwelijken waren vaak gearrangeerd, vooral om familiebanden en bezit veilig te stellen. Vrouwen konden scheiden als ze slecht behandeld werden en hadden recht op hun bruidsschat.
Eten en drinken
De Vikingen hadden, ondanks het vaak ruige klimaat waarin ze leefden, een verrassend gevarieerd dieet. Veel van hun voedsel kwam van het land dat ze bewerkten. Ze verbouwden granen zoals gerst, haver en rogge, waarmee ze brood, pap en bier maakten. Daarnaast hielden ze verschillende soorten vee, waaronder runderen, varkens, schapen, geiten en kippen. Vrijwel alles van deze dieren werd benut: het vlees, de melk, de eieren, maar ook de huiden en botten.
Omdat veel Vikingen dicht bij zee woonden, speelde vis een belangrijke rol in hun voeding. Kabeljauw, haring, zalm en andere soorten werden gevangen, gerookt of gezouten zodat ze langer bewaard konden worden. Wie verder landinwaarts woonde, vulde zijn dieet vaak aan met wild uit de omliggende bossen. Jacht op herten, elanden, wilde zwijnen en hazen leverde niet alleen vlees op, maar ook bont en andere materialen. Zelfs beren werden soms bejaagd, al gebeurde dat vooral tijdens rituele jachten.
De Vikingen aten gevarieerd: vis, vlees, brood, bessen, noten en gekookte granen stonden vaak op tafel. Feestmaaltijden waren rijk en overvloedig.| © Wereld van de Haai
Naast landbouw, veeteelt, visserij en jacht verzamelden de Vikingen ook wilde bessen, noten, paddestoelen en kruiden uit de natuur. Honing was de belangrijkste zoetstof en werd eveneens gebruikt om mede te maken, een populaire honingwijn. Dankzij hun uitgebreide handelsnetwerken wisten sommige Vikingen zelfs luxere producten te bemachtigen, zoals specerijen, wijn en gedroogde vruchten die via verre handelsroutes hun nederzettingen bereikten.
In de Vikingkeuken werd vaak boven open vuur gekookt, meestal in aardewerken of metalen potten. Stoofpotten met vlees, groenten en granen waren populair. Brood werd gebakken op platte stenen of eenvoudige ovens. Ze aten met messen en houten lepels, en hun servies bestond veelal uit houten of aardewerken borden en bekers. Zo wisten de Vikingen, met wat hun omgeving en hun handelscontacten hen boden, een stevige en voedzame maaltijd op tafel te zetten.
Schepen: de sleutel tot hun succes
De kracht van de Vikingen lag in hun scheepsbouw. Hun langschepen waren snel, wendbaar en geschikt voor zowel open zee als ondiepe rivieren. Ze konden daardoor verrassend diep landinwaarts varen.
De Vikingen waren meesterlijke scheepsbouwers. Hun langschepen waren snel, wendbaar en geschikt voor verre reizen over zee en langs rivieren. | © Wereld van de Haai
Langschepen waren gebouwd van eikenhout met overlappende planken (overnaads). Een groot vierkant zeil van wol dreef het schip voort; bij windstilte werd er geroeid. Aan de boeg stond vaak een drakenkop om vijanden en kwade geesten af te schrikken.
Dankzij deze schepen bereikten de Vikingen:
- Engeland, Ierland, Schotland en Frankrijk
- Spanje, Italië en Constantinopel (nu Istanbul)
- Rusland via de Wolga en Dnjepr
- IJsland, Groenland en Amerika (Vinland)
Geen enkel ander volk in Europa voer in deze tijd zo ver over zee.
Vikingen als handelaren en ontdekkingsreizigers
Naast hun reputatie als gevreesde krijgers waren de Vikingen ook bekwame en ambitieuze handelaars. Vanuit hun nederzettingen in Scandinavië bouwden ze uitgebreide handelsnetwerken op die zich uitstrekten van Noord-Amerika tot diep in het Midden-Oosten. Ze brachten producten uit hun eigen gebieden naar verre markten. Zo handelden ze in bont van poolvossen en beren, barnsteen uit de Oostzeekust, ijzer uit Scandinavische mijnen, honing, walvisbotten en zelfs slaven die tijdens hun plundertochten waren buitgemaakt.


Op markten wisselden Vikingen niet alleen goederen, maar ook kennis en verhalen uit. Ze handelden in wapens, sieraden, potten en exotische koopwaar uit verre streken. | © Wereld van de Haai
In ruil daarvoor ontvingen ze waardevolle goederen die in hun eigen leefgebieden zeldzaam of onbekend waren. Zilver was bijzonder geliefd en fungeerde vaak als handelsvaluta, maar ook zijde, wijn, specerijen, glaswerk en sieraden vonden via deze routes hun weg naar het noorden. Via de rivieren van Rusland wisten de Vikingen door te dringen tot in het hart van Oost-Europa, waar ze belangrijke handelssteden als Novgorod en Kiev stichtten. Hier mengden ze zich met de lokale bevolking en legden ze de basis voor wat later de Kievan Rus zou worden.
Sommige Vikingen waagden zich nog verder en traden in dienst van het machtige Byzantijnse Rijk. In Constantinopel (door de Vikingen Miklagard genoemd) werden zij gerekruteerd als leden van de Varjagenwacht, de persoonlijke lijfwacht van de Byzantijnse keizer. Deze elite-eenheid stond bekend om haar trouw en strijdlust, en vormde een opvallend bewijs van de verre reizen en veelzijdigheid van de Vikingwereld.
Geloof, goden en rituelen
De Vikingen hadden een rijke mythologie. Hun bekendste goden waren:
- Odin, de wijze oppergod
- Thor, god van donder en strijd
- Freya, godin van liefde en vruchtbaarheid
- Loki, de slimme en vaak bedrieglijke god
Ze geloofden in een kosmos met negen werelden, verbonden door Yggdrasil, de levensboom. Dappere krijgers hoopten na hun dood in Valhalla te komen, waar ze eeuwig zouden vechten en feesten. Priesters en priesteressen leidden offers (blóts) waarbij dieren en waardevolle voorwerpen aan de goden werden geofferd. Völva’s (zieneressen) voorspelden de toekomst via dromen en trance.
De Vikingen geloofden in een wereld vol goden en mythen. Hun belangrijkste goden, zoals Odin, Thor en Freyja, bepaalden het lot van mensen en de loop van de natuur. | © Wereld van de Haai
Later, naarmate het christendom zich verspreidde, werden veel Vikingen bekeerd. Oude rituelen verdwenen, kerken verschenen en de invloed van priesters groeide.
Leiderschap en samenleving
In tegenstelling tot sommige grote rijken uit de geschiedenis kenden de Vikingen geen centraal bestuur of één overkoepelend rijk. Hun wereld bestond uit talloze losse dorpen, nederzettingen en regio’s, elk met hun eigen leider: de jarl. Deze jarl was niet alleen het hoofd van het dorp of gebied, maar vervulde meerdere rollen tegelijk. Hij sprak recht bij conflicten, organiseerde de verdediging en leidde oorlogstochten en handelsmissies.
Belangrijke beslissingen werden niet zomaar door één persoon genomen. Hiervoor kende men de volksvergadering, het zogenaamde thing. Tijdens deze bijeenkomsten kwamen de vrije mannen van het dorp of de regio samen om over zaken van algemeen belang te praten en besluiten te nemen. Daarbij konden kwesties variëren van handelsafspraken tot het uitroepen van oorlog. Hoewel het recht tot inspraak niet voor iedereen gold — vrouwen, slaven en onvrije mannen waren doorgaans uitgesloten — was het thing wel een vroege vorm van democratisch bestuur waarin de stem van de gemeenschap een belangrijke rol speelde.
Hoe andere volken naar de Vikingen keken
De Vikingen stonden in West-Europa vooral bekend als gevreesde plunderaars. Met hun snelle schepen voeren ze rivieren op en vielen onverwacht dorpen en kloosters aan. Vooral kloosters waren een geliefd doelwit, omdat daar vaak rijkdommen lagen opgeslagen in de vorm van goud, zilver, kostbare boeken en relikwieën. Deze aanvallen zaaiden angst, maar leverden de Vikingen ook aanzienlijke buit op.
Met hun langschepen bereikten Vikingen verre kusten. Vaak kwamen ze aan land om te plunderen, te handelen of nieuwe gebieden te verkennen en te koloniseren. | © Wereld van de Haai
In andere delen van de wereld zagen mensen hen juist in een heel ander licht. In Rusland werden ze vooral bekend als kundige handelslieden en stichters van nieuwe steden zoals Novgorod en Kiev. Hier legden ze de basis voor langdurige handelsroutes en mengden zich met de plaatselijke bevolking. In Constantinopel, het centrum van het Byzantijnse Rijk, werden ze zelfs in dienst genomen als lijfwachten van de keizer. De Varjagenwacht, zoals deze elite-eenheid werd genoemd, stond bekend om haar moed, loyaliteit en vechtkracht.
In Normandië, aan de noordkust van Frankrijk, kregen de Vikingen uiteindelijk een eigen gebied toegewezen. Hier vestigden zij zich permanent en gingen op in de plaatselijke samenleving. Hun nakomelingen zouden later uitgroeien tot machtige Franse edelen. In Engeland wisten de Vikingen lange tijd grote delen van het land te beheersen, het zogenaamde Danelaw. Pas na felle gevechten werden zij uiteindelijk weer teruggedrongen door de Angelsaksische koningen.
Dood en nalatenschap van de Vikingen
Voor de Vikingen was de dood geen einde, maar het begin van een reis. Krijgers die dapper hadden gestreden, hoopten na hun dood toegelaten te worden tot Walhalla, het hemelse strijdperk van Odin. Anderen geloofden dat hun ziel naar het rijk van Freyja of Hel ging, afhankelijk van hun leven en sterven. Om de overledene een waardig afscheid te geven, werden indrukwekkende begrafenisrituelen gehouden. Soms werd de dode in een schip gelegd, omringd door persoonlijke bezittingen, wapens en voedsel, en vervolgens op zee of aan land verbrand. Zo'n brandend schip symboliseerde de reis naar het hiernamaals.
Vikingen geloofden dat helden na hun dood naar het Walhalla reisden. Bij begrafenisrituelen werd soms een brandend schip gebruikt als laatste eerbetoon. | © Wereld van de Haai
Veel van deze graven, grafheuvels en begrafenisschepen worden vandaag de dag nog steeds teruggevonden door archeologen. De vondsten bieden een unieke blik op het leven, geloof en de rijkdom van de Vikingen. Zo zijn er complete scheepsgraven gevonden, sieraden, wapens en alledaagse voorwerpen die ons helpen om hun cultuur beter te begrijpen.
De ondergang van het Vikingtijdperk
De Vikingen leken in het begin onstuitbaar, maar uiteindelijk kwam ook aan hun overheersing een einde. Na tientallen jaren van aanvallen leerden de Europese koninkrijken zich steeds beter te verdedigen. Steden werden versterkt met dikke muren en wachttorens, kastelen verrezen op strategische plekken en de legers werden beter georganiseerd en bewapend. Zo werd het voor Vikingbendes steeds moeilijker om met hun snelle verrassingsaanvallen succes te boeken.
Naarmate Europa zich beter verdedigde met kastelen, legers en steden, werd het voor Vikingen steeds moeilijker om te plunderen. Zo kwam uiteindelijk een einde aan hun overheersing. | © Wereld van de Haai
Ook in Scandinavië zelf veranderde de situatie. Daar groeiden in de loop der tijd sterkere koninkrijken die meer controle kregen over hun gebied en die plundertochten ontmoedigden. Tegelijkertijd verspreidde het christendom zich steeds verder onder de Noordse volkeren. Nieuwe geloofsovertuigingen, veranderende waarden en economische ontwikkelingen maakten dat roven en plunderen steeds minder aantrekkelijk werden als levenswijze. Handel, landbouw en bestuur namen hun plaats in.
Rond het jaar 1066 beschouwen veel historici het Vikingtijdperk als afgesloten. In dat jaar vond de Slag bij Stamford Bridge plaats, waarin de Engelse koning Harold Godwinson de Noorse koning Harald Hardrada versloeg. Deze veldslag markeert symbolisch het einde van de grote Vikingexpansies, hoewel hun invloed in Europa nog eeuwenlang voelbaar zou blijven.
Erfenis van de Vikingen
Hoewel hun tijd als roofvaarders en zeevaarders al lang achter ons ligt, leven de Vikingen nog altijd voort in onze geschiedenis en cultuur. Overal in Europa en daarbuiten worden nog steeds archeologische vondsten gedaan: van sieraden en wapens tot complete schepen en nederzettingen. Ook in onze taal en namen is hun invloed merkbaar; talloze woorden, plaatsnamen en familienamen herinneren ons aan hun aanwezigheid. Hun indrukwekkende langschepen, verfijnde ambachten, mythische verhalen en krachtige goden spreken tot op de dag van vandaag tot de verbeelding. De nalatenschap van de Vikingen blijft daarmee springlevend, eeuwen na het einde van hun tijdperk.
Wist je dat?
- Vikingen droegen géén helmen met hoorns. Dat is een latere fantasie.
- Engelse weekdagen als Tuesday, Wednesday, Thursday en Friday zijn vernoemd naar Vikinggoden.
- Sommige Vikingvrouwen vochten mee in de strijd.
- Vikingen gebruikten runen als schrift; je vindt ze terug op stenen en sieraden.
- Ze gebruikten walvisbotten om sneeuwschoenen, kammen en gereedschap van te maken.
- Ze maakten al zeep van dierlijk vet en houtas – ze waren schoner dan vaak wordt gedacht.
- Hun langste speren konden wel 3 meter lang zijn.
- Huisdieren? Jazeker: honden, katten, valken en soms zelfs beren.
De Vikingen voeren met hun schepen naar vele gebieden: van Noord-Amerika en Groenland tot Rusland, de Middellandse Zee en zelfs het verre Constantinopel. Ze plunderden, handelden en stichtten nieuwe nederzettingen. | © Wereld van de Haai
Tijdlijn van de Vikingen
Jaar | Gebeurtenis | Opmerkingen |
---|---|---|
ca. 700 | Begin scheepsbouw met zeewaardige boten | Ontwikkeling van de eerste zeewaardige roeiboten in Scandinavië |
ca. 750 | Ontstaan van de eerste handelsplaatsen | Handelsposten in o.a. Ribe (Denemarken), Hedeby |
793 | Plundering van het klooster van Lindisfarne | Traditioneel gezien het begin van de Vikingtijd |
795 | Eerste Vikingaanvallen op Ierland | Aanval op het klooster van Iona |
799 | Aanval op de Franse kust | Aanvallen op Normandië en Bretagne |
830 | Oprichting van handelsstad Dublin | Dublin wordt Vikingbasis in Ierland |
844 | Eerste Vikingaanvallen op Spanje en Portugal | Ook bekend als de aanval op Sevilla |
860 | Vikingen bereiken Constantinopel (Byzantium) | Via de Russische rivieren |
865 | Grote Heidense Leger valt Engeland binnen | Vikingen vestigen het Danelaw in Engeland |
870 | Kolonisatie van IJsland begint | Ontsnapping aan overbevolking en conflicten thuis |
ca. 874 | Vestiging van de eerste permanente boerderijen op IJsland | Door Ingólfur Arnarson |
878 | Slag bij Edington | Alfred de Grote verslaat de Vikingen |
ca. 900 | Ontstaan van het koninkrijk Noorwegen | Harald Schoonhaar verenigt delen van Noorwegen |
ca. 930 | Althing opgericht op IJsland | Het oudste parlement ter wereld |
981 | Erik de Rode ontdekt Groenland | Ontstaan van Vikingkolonies op Groenland |
ca. 1000 | Leif Eriksson bereikt Amerika (Vinland) | Mogelijke Vikingvestiging in Newfoundland |
1013 | Sven Gaffelbaard wordt koning van Engeland | Korte Deense overheersing in Engeland |
1066 | Slag bij Stamford Bridge | Einde van de grote Vikinginvallen; Harald Hardrada sneuvelt |
1066 | Slag bij Hastings | Willem de Veroveraar (Normandiër, afstammeling van Vikingen) verovert Engeland |
ca. 1100 | Einde van de Vikingtijd | Integratie in Europese koninkrijken en kerstening |
De Vikingen waren stoere zeevaarders die hun boten gebruikten om verre landen te verkennen. Ze reisden naar Engeland, Frankrijk, Rusland, IJsland, Groenland en zelfs Amerika. Maar ze waren niet alleen krijgers: ze bouwden dorpen, dreven handel en vertelden spannende verhalen over hun goden, zoals Odin en Thor. Ook nu nog vinden archeologen voorwerpen uit de Vikingtijd. Zo leren we steeds meer over hoe de Vikingen vroeger leefden.