
We weten niet veel over de Groenlandse haai, maar één ding weten we zeker: hij kan ontzettend oud worden. Sommige Groenlandse haaien worden bijna 500 jaar oud. Dat maakt hen tot de oudste bekende gewervelde dieren op aarde. Deze haaiensoort zwemt al rond sinds de tijd van de dinosaurussen. Hij heeft de ijstijd meegemaakt én het ontstaan van de moderne mensheid.
Wat zou deze haai ons allemaal kunnen vertellen over de geschiedenis van de wereld? Helaas kunnen haaien niet praten, maar hun lange leven maakt ze tot levende getuigen van duizenden jaren natuurgeschiedenis. Dat maakt de Groenlandse haai echt bijzonder.
De Groenlandse haai, Somniosus microcephalus, wordt ook wel een sluimerhaai of ijshaai genoemd. Hij hoort bij de familie van de Doornhaaiachtigen, oftewel de Squaliformes. Het is een grote, langzaam zwemmende haai die vooral voorkomt in de koude, diepe wateren van de Noord-Atlantische Oceaan en rondom Groenland.
Hoewel hij er loom en traag uitziet, is het een indrukwekkend dier. Door zijn grootte kan hij in theorie gevaarlijk zijn voor mensen, maar de kans op een aanval is heel klein. Hij leeft namelijk op grote diepte, ver weg van waar mensen zwemmen of duiken.
De Groenlandse haai blijft voor onderzoekers een raadsel. Hoe kan een dier zó oud worden? Hoe leeft hij zo lang in zo’n koude en donkere wereld? Wetenschappers hopen in de toekomst meer te leren over dit fascinerende wezen — en misschien leren we via hem ook iets over onszelf.
© Dotted Yeti | Shutterstock
Bouw
De Groenlandse haai is een van de grootste haaiensoorten ter wereld. Hij kan wel 6 tot 7 meter lang worden en meer dan 1400 kilo wegen. Daarmee is hij ongeveer net zo groot als de witte haai. Zijn lichaam is stevig en cilindervormig, met een dikke huid die hem beschermt tegen de kou van de diepe oceaan.
Wat meteen opvalt aan deze haai, zijn zijn ronde snuit en zijn kleine ogen. Zijn ogen zijn vaak blauw van kleur, wat niet vreemd is als je bedenkt dat hij leeft in het donkere, diepe water van het noorden. Daar is goed zicht minder belangrijk, en vertrouwt hij vooral op andere zintuigen.
Zijn vinnen zijn vrij klein in verhouding tot zijn grote lichaam, en ook zijn kieuwen lijken kleiner dan je zou verwachten bij zo’n enorme haai. Toch is hij goed aangepast aan zijn koude omgeving. Hij beweegt langzaam, bijna loom, wat hem helpt om energie te besparen in het ijskoude water.
Mannetjes zijn meestal iets kleiner dan vrouwtjes. Dat is bij veel haaiensoorten zo. Het lichaam van het vrouwtje is namelijk gebouwd om jonge haaien te dragen, en is daarom iets groter en breder.
De bouw van de Groenlandse haai lijkt misschien eenvoudig, maar is perfect afgestemd op een leven in koude, donkere dieptes – waar geduld en uithoudingsvermogen belangrijker zijn dan snelheid.
Tanden
De Groenlandse haai heeft een bijzonder gebit dat goed past bij zijn manier van jagen en eten. In de bovenkaak heeft hij meestal 48 tot 52 tanden. Deze tanden zijn recht en scherp, maar niet gekarteld zoals bij sommige andere haaien. In de onderkaak zitten 50 tot 52 tanden die breder zijn, een beetje naar de zijkant gebogen, en meer op zaagbladen lijken.
Wanneer de haai een prooi grijpt, gebruikt hij zijn scherpe boventanden om het dier vast te houden. Daarna komen de ondertanden in actie. Door zijn hoofd in een draaiende beweging te bewegen, snijdt hij stukken vlees uit zijn prooi. Die ronddraaiende beet laat vaak een rond, hapvormig gat achter. Soms slikt hij kleinere prooien in één keer door. Maar als de prooi te groot is, scheurt hij het in stukken, net als andere roofhaaien. De vorm en werking van zijn tanden zijn goed aangepast aan zijn leefomgeving, waar hij jaagt in het donker op vissen, zeezoogdieren en aas op de zeebodem.
Tanden van een Groenlandsehaai | © Wereld van de Haai
Hoe weten we hoe oud de Groenlandsehaai is?
Let op: dit is best een pittig stukje, maar ook heel bijzonder. Want hoe ontdek je de leeftijd van een dier dat honderden jaren oud kan worden? Wetenschappers hebben daar iets slims op bedacht – en dat lees je hier!
Wetenschappers vroegen zich al jaren af: hoe oud kan de Groenlandse haai eigenlijk worden? In 1930 plaatste een visbioloog in Groenland zenders op meer dan 400 jonge haaien. Hij ontdekte dat deze haaien maar ongeveer één centimeter per jaar groeien. Dat betekende dat ze heel langzaam groeien en dus waarschijnlijk ook heel oud worden. Maar hoe oud precies? Dat wist nog niemand zeker.
Jaren later besloot de Deense marien bioloog John Steffensen van de Universiteit van Kopenhagen dat het tijd was voor een nieuw onderzoek. Hij dacht de leeftijd van de haai te kunnen bepalen door net als bij dinosaurussen te kijken naar groeiringen in hun botten. Helaas werkte dat niet: in de ruggenwervel van de Groenlandse haai waren geen groeiringen te vinden.
Toch gaf hij niet op. Samen met een collega, Jan Heinemeier van de Aarhus Universiteit, kwam hij op een ander idee: misschien kon je de leeftijd van de haai afleiden uit de lens van zijn oog. De lens is een doorzichtig onderdeel van het oog dat bij sommige dieren informatie kan geven over hun leeftijd.
In de jaren 1940 en 1950 werden er kernproeven gedaan op zee, waarbij radioactief koolstof (koolstof-14) vrijkwam. Dat koolstof verspreidde zich over de hele oceaan en kwam ook terecht in het voedsel en uiteindelijk in de dieren die daar leefden – zoals de Groenlandse haai.
Doordat deze koolstof-14 als een soort ‘tijdstempel’ in de lens van het oog bleef zitten, konden de onderzoekers bepalen of een haai geboren was vóór of na de jaren 60. Als er veel koolstof-14 in de lens zat, dan wist je dat de haai geboren was na de kernproeven. Als er bijna geen koolstof-14 was, dan moest de haai van vóór die tijd zijn.
Met deze methode konden ze schatten dat sommige Groenlandse haaien meer dan 400 jaar oud zijn. Een van de haaien die ze onderzochten was waarschijnlijk geboren rond het jaar 1620! Dat maakt de Groenlandse haai het oudste gewervelde dier dat we kennen.
Uitgaande van de vrij gekomen isotopen na de nucleaire tests die gedaan werden in de jaren '50 gingen ze aan de slag. Van twee haaien konden ze met zekerheid vaststellen dat dit ook 100% het geval was. Beide haaien maten 2,2 meter in lengte. We schieten op.
De volgende stap was om een berekening maken. Met als uitgangspunt de lengte van een Groenlandse babyhaai, een Groenlandse babyhaai is gemiddeld 42 cm. lang bij de geboorte, en met een beetje hulp van de archeologie, archeologen gebruiken een methode dat radiometrische datering heet, c-14, wisten ze uit te rekenen hoe oud Groenlandse haaien worden en ze waren behoorlijk ondersteboven van de resultaten. Zo konden ze met redelijke zekerheid vaststellen dat een van de gevangen Groenlandse haaien 392 jaar, plus min 120 jaar erbij of eraf. Heel bijzonder.
Interessant om te weten is dat het vlees van de Groenlandse haai bijzonder giftig is. Omdat deze haaiensoort geen nieren heeft wordt zijn bloed niet gezuiverd. Dit zorgt voor hoge concentraties ureum en trimethylamine N-oxide in het bloed waardoor hun vlees ook nog een zeer penetrant ammoniakgeur krijgt. Hierdoor wordt er met klem gewaarschuwd om hun vlees niet te eten. Men wordt aangemoedigd om acht te slaan op deze waarschuwingen aangezien de bijwerkingen van het gif je flink ziek kan maken.
Ondanks dit alles is het vlees van de Groenlandse haai voor Ijslandse bevolking een delicatesse en dit komt omdat zij een betrouwbaar methode hebben ontdekt om het vlees van zijn giftige stoffen te ontdoen. Dit doen ze door het vlees van de haai te drogen. Ze laten het vier maanden lang buiten hangen om zodoende de giftige stoffen te neutraliseren. Deze delicatesse heet kæstur hákarl en het wordt niet door alle IJslanders gegeten want niet iedereen kan de ammoniaklucht verdragen.
Parasiet: een kreeftje op het oog van de haai
Op het oog van de Groenlandse haai leeft soms een bijzonder diertje: de copepod Ommatokoita elongata. Dit kleine kreeftachtige wezentje wordt ongeveer drie centimeter lang en ziet eruit als een soort worm met één oog. Het diertje hecht zich vast aan het hoornvlies van de haai en blijft daar zitten.
Helaas is dat slecht nieuws voor het oog van de haai. De copepod beschadigt na verloop van tijd het oogoppervlak, waardoor het zicht van de haai steeds slechter wordt. Maar de Groenlandse haai lijkt daar niet veel last van te hebben. Hij leeft immers in diepe, donkere zeeën waar toch al nauwelijks licht is. Bovendien vertrouwt hij meer op zijn andere zintuigen, zoals geur en beweging, dan op zijn ogen.
Sommige wetenschappers denken dat de copepod licht kan geven. Als dat waar is, zouden vissen worden aangetrokken door het mysterieuze lichtje, waarna de haai ze gemakkelijk kan vangen. Een soort ‘loklampje’ dus, dat van een parasiet misschien toch een onverwachte helper maakt. Maar of dat echt klopt? Dat weten we nog niet zeker.
Wat we wel weten, is dat de relatie tussen de Groenlandse haai en dit kleine, vreemde diertje weer eens laat zien hoe wonderlijk het leven onder water kan zijn.
Een bijzondere familie
Wie wil er nou niet lid zijn van een indrukwekkende familie? Nou, de Groenlandse haai heeft die eer. Hij behoort tot de familie van de Doornhaaiachtigen – of Squaliformes – en dat is een groep met een hele reeks records op hun naam.
Om te beginnen is de Groenlandse haai zelf al bijzonder: hij is waarschijnlijk de oudst wordende haaiensoort ter wereld. Maar hij is zeker niet de enige opvallende telg in zijn familie. De allerkleinste haai komt namelijk ook uit deze groep. Dat is Etmopterus perryi, beter bekend als de Dwarf Lantern Shark. Dit haaitje wordt slechts een paar centimeter lang en past gemakkelijk in de palm van je hand!
De Doornhaaiachtigen zijn ook beroemd om hun lange zwangerschappen. Sommige soorten dragen hun jongen meer dan twee jaar lang bij zich voordat ze geboren worden. En alsof dat nog niet genoeg is: met ongeveer 120 soorten is dit de grootste haaienfamilie die we kennen.
Kortom, de Doornhaaiachtigen zijn een echte ‘sterrenfamilie’ onder de haaien. Van piepklein tot eeuwenoud – ze hebben het allemaal!
© Dotted Yeti | Shutterstock
Leefgebied
De Groenlandse haai is een van de meest mysterieuze en onzichtbare haaien ter wereld. Mensen zien hem zelden, omdat hij diep in de oceaan leeft, waar het ijskoud en donker is. Hij houdt zich vaak schuil op plekken waar wij nauwelijks kunnen komen. Zo diep zelfs, dat de eerste videobeelden van een levende Groenlandse haai pas in 1995 werden gemaakt, ergens in het noordpoolgebied. Daarna duurde het nog acht jaar voordat er opnieuw beeldmateriaal werd vastgelegd.
De reden? Deze haai voelt zich het meest thuis in water dat bijna vriest, tussen de -1 en +5 graden Celsius. Zulke temperaturen zijn veel te koud voor gewone duikers. Alleen goed getrainde mensen met speciale duikuitrusting kunnen daar veilig komen — en zelfs dan is het niet zonder risico.
Groenlandse haaien leven op grote diepte, soms tot wel 2.200 meter onder het zeeoppervlak. Daar, op de continentale plaat van de oceaanbodem, liggen ze vaak rustig te rusten. Ze houden niet van warm water. Als de temperatuur stijgt, trekken ze weg naar koudere delen van de zee. Dat maakt hen uniek: het is de enige haaiensoort die het hele jaar door in zulke extreme kou leeft.
Zoals zijn naam al doet vermoeden, leeft de Groenlandse haai vooral in de wateren rond Groenland. Maar je kunt hem ook tegenkomen bij andere koude plekken, zoals Noorwegen, IJsland, Canada en de Noord-Atlantische Oceaan.
Deze haai leeft in een wereld die voor ons bijna onbereikbaar is — koud, donker en diep. En juist daarom blijft hij zo mysterieus én fascinerend.
Leefgebied Groenlandsehaai | © Wereld van de Haai
Voedsel
Over het favoriete eten van de Groenlandse haai is eigenlijk niet zoveel bekend. En dat komt vooral omdat hij niet zo kieskeurig is. Hij eet gewoon wat hij tegenkomt — als het maar vlees is. In dat opzicht lijkt hij een beetje op een gier: die bekende aasvogel die alles opeet wat al dood is, zonder zich druk te maken om hoe het eruitziet.
Wat hebben een gier en de Groenlandse haai met elkaar gemeen? Best veel, eigenlijk. Ze zijn allebei aaseters: ze leven van dode dieren. Ze houden allebei van een makkelijke maaltijd, en ze hebben geen vaste voorkeur voor wat ze eten. Als het eetbaar is, dan is het goed. Overigens is er nog een haai die precies zo denkt: de tijgerhaai.
Dat wil niet zeggen dat de Groenlandse haai lui op de bodem van de zee ligt te wachten tot er een rendier voor z’n neus komt sterven — al zijn er ooit resten van rendieren in hun maag gevonden! Soms zakt er inderdaad een dier door het ijs, en dan heeft de haai geluk. Maar meestal moet hij er toch zelf op uit.
Dat doet hij niet heel snel. De Groenlandse haai zwemt met een snelheid van ongeveer 0,3 meter per seconde. Dat is net zo traag als iemand die slaapwandelt. Geen wonder dat hij in het Engels een sleeper shark wordt genoemd!
Toch weet hij met die rustige manier van leven goed te overleven. Hij eet vis, zeehonden, walvisresten, inktvissen en alles wat hij verder tegenkomt. Soms jaagt hij zelf, soms eet hij wat al dood is. En zolang hij maar genoeg voedsel vindt, is hij tevreden.
Wat zit er in de maag van een Groenlandsehaai?
De Groenlandsehaai staat bekend als een alleseter. In zijn maag zijn niet alleen vissen gevonden, maar ook de resten van heel andere dieren — soms zelfs verrassende!
Wetenschappers hebben in de magen van Groenlandsehaaien onder andere elanden, witte dolfijnen, honden, bruinvissen, paarden, zeehonden, andere haaien en zelfs ijsberen gevonden. Ja, echt waar: ijsberen! Het is waarschijnlijk dat veel van deze dieren al dood waren toen de haai ze opat, want de Groenlandsehaai is een echte aaseter die zelden actief jaagt.
Het meest opvallende geval? Er werd ooit een haai gevonden met een compleet rendier in zijn maag — met kop, benen, staart én gewei nog helemaal intact! Hoe het rendier precies in zee is beland, weten we niet. Maar de haai heeft het in elk geval niet laten liggen.
Deze eetgewoonten lijken sterk op die van de tijgerhaai, die ook bekendstaat om zijn ‘alleseter-mentaliteit’. Wil je meer weten over die bijzondere haai? Kijk dan bij het artikel over de tijgerhaai, klik hier
Wat zit er in de maag van een Groenlandsehaai? | © Wereld van de Haai
Relatie tot de mens
Zoals gezegd en aan de hand van onderzoeken die door de Greenland Shark Research zijn gemaakt, GEERG, zijn er voor zover bekend nog geen aanvallen door de Groenlandse haai op mensen geweest. De haai toonde echter tijdens verscheidene ontmoetingen met hun team naast een gezonde dosis nieuwsgierigheid, ook gedrag dat als potentieel gevaarlijk voor de mens kan worden gezien.
Simpel gezegd, dit is misschien wel een trage haai, maar hij is ook een vleesetende haai met de daarbij horende en duidelijk kenmerkende jachtinstincten. Het is daarom raadzaam om, voor het geval je van plan bent om een frisse Nieuwjaarsduik in de ijskoude zee te maken, (wat niet erg aannemelijk is), je beter op je hoede kunt zijn. Mocht je alsnog overwegen om te gaan zwemmen, maak je dan alsnog niet druk, grote kans dat je toch dood gaat aan onderkoeling voordat de haai je te pakken krijgt. Wel geruststellend eigenlijk, of niet. Mwah.
Dan dit nog:
De Groenlandsehaai wordt soms gevangen door mensen, en dat is meestal niet om zijn vlees. De belangrijkste reden is zijn grote lever, die rijk is aan olie. Deze leverolie werd vroeger gebruikt voor lampen, medicijnen en smeermiddelen.
In sommige delen van het Noordpoolgebied gebruiken de Inuit de haai ook op andere manieren. Van de huid maken ze leer voor laarzen, en de scherpe ondertanden van de haai worden soms gebruikt als scharen of messen. Niets wordt verspild.
Het vlees van de Groenlandsehaai is echter giftig als je het rauw eet, omdat het vol zit met stoffen zoals ureum en trimethylamineoxide. Deze stoffen kunnen een dronken of vergiftigd effect geven. Daarom wordt het vlees eerst behandeld — een proces dat fermenteren heet. Daarbij wordt het vlees begraven, ingelegd of gedroogd, zodat het eetbaar wordt.
Voor mensen wordt het gefermenteerde vlees in IJsland gegeten als kæstur hákarl, een traditioneel gerecht met een heel sterke geur en smaak. Voor sledehonden wordt het ook als voer gebruikt, maar ook dan moet het eerst goed worden bewerkt. Als je het rauw aan de honden geeft, kunnen ze suf of zelfs ‘dronken’ worden.
Hoewel deze toepassingen traditioneel zijn, maken ze de Groenlandsehaai extra kwetsbaar. Het is belangrijk dat we respectvol omgaan met zulke oude en zeldzame dieren.
Wat is trimethylamineoxide (TMAO)?
Trimethylamineoxide is een natuurlijke stof die in het lichaam van de Groenlandsehaai zit. Het helpt de haai om te overleven in de extreme kou en onder hoge druk van de diepe zee. TMAO beschermt de cellen van het lichaam en voorkomt dat eiwitten kapotgaan door het zoute zeewater.
Maar er is een nadeel: als de haai doodgaat en het lichaam begint te ontbinden, verandert dit stofje in trimethylamine – en dat ruikt erg sterk. Het zorgt voor die beruchte geur van rotte vis en maakt het vlees van de haai giftig als je het rauw zou eten.
Daarom moet het vlees van de Groenlandsehaai eerst worden gefermenteerd of gedroogd voordat mensen of sledehonden het kunnen eten. Zo worden de giftige stoffen afgebroken en is het vlees veiliger (al blijft de geur voor veel mensen erg heftig).
Wat is trimethylamineoxide? | © Wereld van de Haai
Natuurlijke vijanden
De Groenlandsehaai is groot, traag en leeft diep in de koude zeeën van het noorden. Daardoor heeft hij maar weinig natuurlijke vijanden. Toch is hij niet helemaal veilig. Voor zover we weten is de potvis zijn enige echte vijand. Deze enorme walvis kan duizenden meters diep duiken en jaagt op grote prooien, waaronder waarschijnlijk ook de Groenlandsehaai. Sommige wetenschappers vermoeden dat ook orka’s een bedreiging kunnen vormen, maar daar is nog niet genoeg bewijs voor.
Over de potvis bestaan trouwens vaak misverstanden. Veel mensen denken dat hij plankton eet, maar dat klopt niet. Die verwarring ontstaat doordat veel andere walvissen, zoals de blauwe vinvis of de bultrug, dat wél doen. Die soorten zijn baleinwalvissen: ze hebben geen tanden, maar baleinen in hun bek waarmee ze kleine diertjes uit het water filteren.
De potvis is anders. Hij is een tandwalvis en een echte jager. In plaats van plankton eet hij grote prooien zoals pijlinktvissen en zelfs reuzeninktvissen. Omdat hij op grote diepte jaagt — soms meer dan 2.000 meter onder het wateroppervlak — komt hij in dezelfde leefgebieden als de Groenlandsehaai. Daarom denken sommige onderzoekers dat hij ook weleens op deze haai jaagt. Zeker weten doen we het niet, want het gebeurt zo diep dat het bijna onmogelijk is om te zien.
Omdat de Groenlandsehaai in zulke afgelegen en donkere wateren leeft, weten we nog veel niet over zijn vijanden. Misschien zijn er meer roofdieren die hem eten — of misschien is hij wel echt de baas in de kou.