De nerveuze haai, Carcharhinus cautus, is vrij schichtig en timide van aard en is daarom niet echt gevaarlijk. Maar ondanks zijn voorzichtige aard is de nerveuze haai geen watje. Zo klein als hij is bezit hij een verbazingwekkende snelheid die hij laat zien tijdens de jacht of wanneer hij zich bedreigd voelt. In een oogwenk kan hij van een stille toeschouwer veranderen in een geduchte jager. Deze slanke rover behoort tot de familie van de requiemhaaien, een van de diverste groepen haaien ter wereld die beroemde leden telt als de stierhaai, witte haai, citroenhaai en tijgerhaai.
Bouw
De nerveuze haai is niet zo groot. Hij wordt ongeveer 1,0-1,3 meter lang, met een maximumlengte van 1,5 meter. Vrouwtjes worden groter dan mannetjes. Hij heeft een stevig, slanke lichaam met een korte, breed afgeronde snuit en een relatief grote rugvin. Zijn kleurstelling is simpel maar kenmerkend: brons tot grijs van boven en wit aan de onderkant, vaak met een opvallende witte streep over de flank. Zwarte markeringen sieren de voorste randen van de rugvinnen, borstvinnen en de bovenste lob van de staartvin. Hij heeft meerdere rijen tanden, 25 tot 30 in zijn bovenkaak and 23 tot 28 in zijn onderkaak. De tanden in de voorste rij zijn scherp en puntig, perfect om prooi te vangen. De tanden in de achterste rijen zijn breder en platter, en worden gebruikt om prooi te vermalen.
De ogen van de nerveuze haai zijn rond en groot in verhouding tot zijn lichaam. Ze hebben een donkerbruine of zwarte iris en een glinsterend zilveren of gouden oogvlies. Nerveuze haaien kunnen gemakkelijk worden aangezien voor hun naaste verwant, de zwartpuntrifhaai vanwege hun kleur en hun vinnen.
Zwartpuntrifhaai © darkeyed | Pixabay
Jacht
De nerveuze haai, ondanks zijn schuwe karakter, is een efficiënte jager. Hij gebruikt zijn scherpe zintuigen om prooi te vinden, voornamelijk kleine vissen zoals zandspieringen en lipvissen. Daarnaast eten ze graag schaaldieren, zoals garnalen en krabben, en zelfs weekdieren zoals inktvissen en mosselen. Af en toe jagen ze op slangen die zowel in zee als op het land kunnen leven, wat een verrassend element aan hun dieet toevoegt.
Leefgebied
De nerveuze haai prefereert ondiepe kustwateren, tot wel 45 meter diep. Hij komt voor in de wateren rond Noord-Australië, Papoea-Nieuw-Guinea en de Solomon-eilanden. Hij leeft in ondiepe kustwateren, tot wel 45 meter diep.
Voortplanting
Net als andere requiemhaaien is de nerveuze haai levendbarend, wat betekent dat hij jongen levend baart. Vrouwtjes zijn geslachtsrijp wanneer ze gemiddeld 84-91 cm lang zijn. Ze krijgen gewoonlijk nesten van 1-6 pups. De draagtijd kan variëren van 8-11 maanden, afhankelijk van de watertemperatuur. De pups hebben een gemiddelde lengte van 35 tot 39 cm bij de geboorte.
De ondiepe wateren rond Shark Bay, West-Australië, vormen een cruciale kraamkamer voor de nerveuze haai. Pups worden geboren met een lengte van ongeveer 35 cm en vrouwtjes werpen elke 2 jaar jongen, met nesten van 1 tot 6 jongen. Wetenschappers schatten de levensduur van de nerveuze haai op minimaal 16 jaar, waarbij vrouwtjes langer leven dan mannetjes.
Relatie tot de mens
De nerveuze haai, hoewel schuw en ongevaarlijk voor mensen, kent nog steeds een onbekende populatiegrootte en ontwikkeling. In Australië wordt de visserij op deze haai als duurzaam beschouwd, terwijl de haai zelf vaker in West-Australië en het Noordelijk Territorium te vinden is dan in Queensland. Helaas is er een gebrek aan informatie over de populatie status in Papoea-Nieuw-Guinea en de Solomon-eilanden, wat de noodzaak benadrukt voor verder onderzoek naar de gezondheid van de haaienpopulatie in zijn gehele verspreidingsgebied.
Beschermingsstatus
Door de unieke kenmerken en het gedrag van de nerveuze haai te begrijpen, kunnen we de diversiteit en het belang van deze fascinerende wezens binnen het mariene ecosysteem beter waarderen. De IUCN classificeert hem als 'niet bedreigd' vanwege zijn gezonde populatie, maar continue monitoring blijft cruciaal om zijn voortbestaan te garanderen.
Zie ook: