Gouden Eeuw van de piraterij

Piraten hebben altijd al tot de verbeelding gesproken, maar dankzij de Pirates of the Caribbean reeks kwamen ze nog veel meer in de schijnwerpers. De chronisch dronken Captain Jack Sparrow die het onbevreesd opneemt tegen de vijand en ze te lijf gaat met humor, zwaarden en een vaatje bier in de hand werd een kaskraker. De zeer populaire Netflix serie Black Sails deed er nog een schepje bovenop. Liefhebbers van beide reeksen kregen er niet genoeg van, want films over piraterij hebben gewoon iets. 

Naast films en serie reeksen zijn er over de jaren heen honderden boeken over piraten geschreven. Een bekend voorbeeld is Schateiland van Robert Louis Stephenson dat meerdere malen werd verfilmd. Hier is overigens in 1996 ook een film van uitgebracht met de Muppets in de hoofdrol. 

Andere boeken die je kunt lezen over piraten: 

  • S. Vestdijk: Puriteinen en Piraten
  • D. Mitchell: Piraten 
  • Rafael Sabatini: The Seahawk en Captain Blood 
  • James Mathew Barrie: Peter Pan
  • Howard Pyle: Howard Pyle's Book of Pirates
  • Charles Captain Johnson: General History of the Robberies & Murders of the Most Notorious Pirates 

Helaas zijn de meesten van deze boeken voornamelijk Engelstalig. 

 

Franse Schip en Barbarijse piraten - Aert Anthoniszoon

Franse schip en Barbarijse piraten | Aert Anthoniszoon 1579 - 1620

 

Koning Filip II vs koningin Elizabeth I

Piraterij bestaat al sinds mensenheugenis, maar wat veel mensen vaak niet weten is dat piraten zeer effectief werden ingezet in de strijd tegen andere vijandelijke koninkrijken door hun eigen koningshuizen. Sterker nog, ze werden er zelfs voor betaald. Eén goede voorbeeld daarvan is Koningin Elizabeth I van Engeland en haar 'sea dogs' in haar jarenlange ruzie met Koning Filip II van Spanje.

De haat tussen Elizabeth en Filip lag erg diep en duurde al jaren. Filip was eerder getrouwd geweest met de zeer fanatieke Rooms Katholieke koningin Mary II en tevens zuster van Elizabeth. Mary was inmiddels overleden en Filips, zelf een fanatieke Katholiek en hongerig naar nóg meer macht, zag zijn kans schoon. Filip liet zijn ambassadeur in Engeland een huwelijksaanzoek overhandigen aan Elizabeth. Zij wees hem minzaam af. Filip, arrogant, verwaand en verwend als hij was, kon dit niet bevatten. Hij was gewend om zijn zin te krijgen, dus de afwijzing van Elizabeth kwam op zijn zachtst gezegd aan als een mokerslag. Ze had hem niet alleen diplomatiek te kijk gezet, maar zijn trots en eergevoel waren bovendien ook zwaar gekrenkt, iets wat hij Elizabeth niet kon vergeven. Overtuigd van zijn militaire overmacht zette hij de aanval in op Elizabeth. Hij zou echter van een koude kermis thuiskomen. 

Elizabeth was niet dom, ze was zelfs uitermate intelligent. Zij wist heel handig gebruik te maken van haar Privy Council, waaronder specifiek Sir William Cecil, Sir Francis Walsingham en Sir Nicholas Bacon. Deze zeer begiftigde mannen wisten hun enorme genialiteit, macht, hebzucht en expertise bij te zetten om Elizabeth terzijde te staan. Hun levensmotto was: Make England great again! Sir Francis Walsingham had een voortreffelijk spionagenetwerk opgezet en de effecten daarvan waren buitengewoon. De wind waaide wat dat betrof ferm in Elizabeths richting.  

 

De Spaanse Armada voor de Engelse kust, circa 1620 - 1625

De Spaanse Armada voor de Engelse kust, circa 1620 - 1625 | Cornelis Claesz van Wieringen 1577 - 1633

 

Elizabeth gebruikte al langer haar piraten Sir Walter Raleigh en Sir Francis Drake om de met goud geladen schepen van Koning Filip lastig te vallen. Ze werden er zelf niet rijk van, want alles wat ze wisten te veroveren moesten ze aan de koningin overhandigen. Een klein deel daarvan mochten ze echter zelf houden. Verder,  het was 'legaal' om de schepen leeg te roven en daarom hoefden ze ook niet bang te zijn dat ze op het schavot zouden eindigen wegens piraterij.

Het goud op de Spaanse schepen was geroofd van de inheemste bevolking uit de Zuid Amerikaanse koloniën. Sir Walter Raleigh en Sir Francis Drake waren doorgewinterde piraten en roofden veel van Spaanse schepen, het was bijna een hobby geworden voor ze. Het goud dat gestolen werd van de Spanjaarden kwam in de Engelse staatskoffers terecht en iedereen was blij, behalve uiteraard Filip. Het gesar, het verloren goud, de Engelse steun aan de Nederlandse rebellen in de Lage Landen, (koning Filip was regerend vorst in de Lage Landen) en de afwijzing van Elizabeth waren teveel voor Filip. Hij bouwde zijn bekende 'onoverwinnelijke Spaanse Armada' in de volle overtuiging dat hij Engeland en Elizabeth naar hun heidense, tropische warme hiernamaals gingen helpen. De Armada faalde spectaculiar en de Spanjaarden werden door de Engelse marine, ook dankzij Sir Francis Drake, grondig verslagen en de rest is in feite geschiedenis. 

1492

Piraterij kon je leven of je dood betekenen, maar een ding stond altijd vast, het was een zeer hard leven en je wist nooit of je uiteindelijk rustig in je bed zou sterven. Grote kans van niet en veel piraten eindigden uiteindelijk op het schavot. Het leven van een piraat was wat dat betreft geen pretje en het was allesbehalve fijn, maar het was voor veel mannen nog altijd te prefereren boven het doodgaan van de honger. 

Na de ontdekking van Amerika in 1492 veranderde er heel veel voor de piraterij. Europa kwam tot de ontdekking dat dat land goud had in overvloed, héél véél goud. Dit was vanzelfsprekend enorm verleidelijk voor de regerende huizen van Europa. Er kon niet alleen geld worden verdiend met meer land, maar het goud lag ook nog voor het oprapen en dat goud was bovendien een mooie aanvulling voor de staatskist van de koning. Helaas had Spanje een monopolie op het grootste deel van het land in Amerika, en dus ook al het goud. Dat was echter geen probleem voor Spanje, ze brachten de inquisitie naar Amerika, vermoorden hele volksstammen en namen al het goud in beslag. Alles was geoorloofd voor het goede doel tenslotte. 

 

Kaapvaarder vs piraat

Een kaper kreeg toestemming van de overheid om te kapen. Hiervoor kreeg hij een zogenaamde 'kaperbrief'

Een piraat roofde en plunderde er op los, maar deed dit zonder toestemming van de overheid. 

 

Nederlandse piraten in de Gouden Eeuw 

Nederland had net als veel andere Europese landen koloniën waar ze telkens veel producten vandaan haalden, waaronder kruiden en specerijen. Deze producten leverden heel veel geld op voor de kooplieden en de overheid en waren daarom van onschatbare waarde voor de Republiek. Het was dan ook te verwachten dat de Nederlandse schepen waarop deze goederen werden vervoerd ook een beoogde doelwit werden voor piraten op zoek naar financiële gewin. 

Nederland kende overigens ook haar eigen piraten, waarvan een van de meest bekende Piet Hein is. Piet Hein was niet officieel een kaper of een piraat, maar werd door de WIC (de West Indische Compagnie) ingehuuurd om voor ze om Spaanse eigendommen te kapen. Zo veroverde en plunderde hij in 1628 de Spaanse Zilvervloot. Dit was een flinke en zeer pijnlijke slag voor de Spanjaarden, want de Spaanse Zilvervloot vervoerde de jaarlijkse winst van goud en zilver uit de mijnen van Zuid Amerika naar Spanje toe. Het verlies van Spanje was echter een zeer welkome winst voor Nederland, want het bemachtigde goud en zilver vulde de koffers weer aan. Het winnen van zulke zeeslagen was winstgevend op twee vlakken. Ten eerste belandde het geld in de Nederlandse staatskist en ten tweede verhoogde het het moraal van de Nederlanders. 

 

Hollandse schepen overzeilen Spaanse galeien onder de Engelse kust, 3 oktober 1602, Hendrik Cornelisz. Vroom, 1617 - Rijksmuseum

Hollandse schepen overzeilen Spaanse galeien onder de Engelse kust, 3 oktober 1602, Hendrik Cornelisz. Vroom, 1617 - Rijksmuseum

 

Andere beruchte Nederlandse piraten  

Gillis van Dornhoven - kaapvaarder

Gillis van Dornhoven bedreef kaapvaart in de Caribien. Gillis was kapitein van de Zwemmende Leeuw. Onder zijn aanvoering veroverde hij in 1559 in het Caribisch gebied en onder de Nederlandse vlag twee Spaanse schepen. Deze twee schepen behoorden toe aan ene Pedro d'Arana. Gilles was echter niet van plan om de buit aan de Republiek af te staan en verkocht daarom de hele lading in La Rochelle, waar Franse hugenoten het voor het zeggen hadden. 

Pedro d'Arana was not amused. Hij beschuldigde Gillis van piraterij en begon in 1609 een rechtzaak tegen hem dat voor de prijsrechtbank van de Admiraliteit van Zeeland kwam. Deze stelden Pedro in de eerste instantie in het gelijk, maar ze werden weer teruggevloten door de pensionaris van Middelburg, Johan Boreel. Het uiteindelijke oordeel dat geveld werd was dat Gillis in het gelijk stond omdat Nederland en Spanje in oorlog waren met elkaar. 

Claas Compaen - beruchte Barbarijse zeerover

Claas (Oostzaan, 1587 - 25 februari 1660) was een duivelse zeerover. Zijn vader zou lid zijn geweest van de beruchte Geuzenbende van Dirck Duyvel uit de Zaanstreek. Claas ging al heel jong varen en werkte eerst als 'particulier' zeevaarder in dienst van de Nederlandse Republiek. Hij raakte echter gedesillusioneerd van de Republiek en besloot toen op eigen voet verder te gaan. Gedurende zijn loopbaan als kaper/piraat veroverde hij honderden schepen in Europa, West Afrika en de Middellandse Zee en had hij 300 schepen bemachtigd. 

Claas kreeg op een gegeven moment genoeg van het roversbestaan en verzocht de Staten Generaal om een pardon die zij hem uiteindelijk toekenden. Hij stierf op 15 februari 1660 in zijn geboorteplaats Oostzaan in grote armoede. 

 

Kaart van de kust bij Duinkerke en van de Vlaamse kust van Walcheren tot Boulogne, 1631, anoniem, 1631 - 1665

Kaart van de kust bij Duinkerke en van de Vlaamse kust van Walcheren tot Boulogne, 1631, anoniem, 1631 - 1665 | Rijksmuseum

 
Simon Danseker - van kaperkapitein tot zeerover

Simon Danseker (Dordrecht 1577 - Tunis 1611) was een overtuigd Calvinist die een diepe haat koesterde voor het Katholisicme en tegen de Spanjaarden. Hij leefde dan ook in een tijd waarin de Spaanse inquisitie op volle toeren draaide en de Spanjaarden er alles aan deden om de Lage Landen in hun bezit te houden. Simon had al veel gezien en veel meegemaakt in zijn leven. 

Simon was voor Gouden Eeuwse begrippen een echte gentleman. Hij volgde een door zichzelf opgelegde levensvisie dat inhield dat hij schepen die onder de Nederlandse vlag voeren nooit aanviel, hij altijd goed voor zijn bemanningsleden zorgde en ze eerlijk liet delen in de winsten, hij landsgenoten altijd trachtte te bevrijden uit de slavernij en, bovenal, dat hij altijd financieel goed zorgde voor zijn bemanningsleden die niet meer konden meevaren wanneer ze afgeschreven waren voor het zeemansvak door hun verwondingen. 

 

Schuttersmaaltijd in de Schutters van wijk VIII in Amsterdam onder leiding van kapitein Roelof Bicker, Bartholomeus van der Helst, ca. 1640 - ca. 1643

Schutters van wijk VIII in Amsterdam onder leiding van kapitein Roelof Bicker, Bartholomeus van der Helst, ca. 1640 - ca. 1643

 

Simon begon zijn loopbaan eerst weliswaar als kaperkapitein in dienst van de Republiek, maar als piraat boekte hij roemruchte overwiningen en roofde hij veel schepen in de Middellandse Zee die onder de Spaanse vlag voeren. Zijn expertise als kapitein was legendarisch en de galeien van de Spanjaarden die deels voeren op roeiers en zeil waren voor hem geen enkel probleem, hij kon ze makkelijk aan. De Barbarijse piraten van Afrika noemden Simon Dali-capitan dat 'Kapitein Duivel' betekent omdat hij weigerde zich te bekeren tot de islam. Simon was een kaapvaarder geweeest en nu een beruchte zeerover, maar ondanks dat bleef hij altijd een gentleman. Helaas, zelfs de meest rechtvaardige en oprechte piraten konden vijanden hebben, zo ook Simon. 

Simon kwam zeer onfortuinleijk aan zijn einde. In 1611 werd hij door de havengouverneur van Tunis in de val gelokt toen hij een bezoek bracht aan zijn fort La Goulette, nu de voorhaven van Tunis, aan de Barbarijse kust. Hij werd voor de havengouverneur gesleept en ter plekke onthoofd. Zijn hoofd werd over de muur van het fort gegooid en belandde voor de voeten van zijn bodyguards die op slinkse wijze door de havengouverneur van hem gescheiden waren. Zo eindigde het leven van een van de meest fatsoenlijke Nederlandse piraten. 

Duinkerkse kapers

Veel piraten werkten in het Caribische gebied, maar ook de Nederlandse kusten hier in Europa hadden te kampen met aanvallen van piraten tijdens de Gouden Eeuw. Nederland was een welvarend land, de naam Gouden Eeuw verwijst daar ook naar, en onze schepen waren een geliefd doelwit voor de 'Duinkerkse kapers'. De Duinkerkse kapers opereerden voornamelijk voor de Vlaamse en Zeeuwse kust. Ze waren tussen 1627 - 1635 verantwoordelijk voor het tot zinken brengen van maar liefst 423 Nederlandse handels- en vissersschepen. Daarnaast wisten ze ook 1606 schepen te veroveren, een gigantische hoeveelheid. Wie waren nu die Duinkerkse kapers?

 

Admiraal Witte de With in gevecht met Duinkerkse kapers 1640

Vlootvoogd Witte de With in gevecht met Duinkerkse kapers nabij Nieuwpoort 1640 | Jacob Gerritsz Loeff

 

De Republiek en Spanje verkeerden gedurende de Gouden Eeuw heel lang in oorlog met elkaar.  Gedurende de jaren 1577 - 1583 was Duinkerken in handen van Nederlandse rebellen. Duinkerken was een zeer belangrijke, strategisch gelegen stad die moeilijk te veroveren was omdat het omringd was door zandbanken. Spanje wilde het ten koste van alles weer in handen krijgen en zette hun marine in om het voor elkaar te krijgen. Het duurde niet lang totdat ze bovendien ook overgingen tot het afgeven van kapersbrieven aan kapers en piraten. De kapers en piraten stonden zowat in de rij om er een in ontvangst te nemen. Op hun hoogtepunt hadden de Duinkerkse kapers 100 schepen in hun bezit. De bemanningen van deze schepen waren voornamelijk Walloniëres en Vlamingen, Spanjaarden en zelfs Nederlanders afkomstig uit het noordelijke helft van de Republiek. 

Eenmaal in handen van Duinkerkse kapers, dan zag je toekomst er niet al te florissant uit. Vooral haringschepen moesten het ontgelden. Deze werden vaak in brand gestoken. Duinkerkse kapers enterden dan het schip en dobbelden over de volgorde waarop zij de aanwezige bemanning overboord gingen gooien, 'voetenspoelen' genaamd. Als ze meer geluk hadden werden ze gevangen genomen en tewerkgesteld op de Spaanse galjoenen, maar of dat nu zo veel beter was? Het leven op een Spaanse galjoen was zeer zwaar en beslist geen pretje. 

 

Schuttersmaaltijd ter viering van de Vrede van Munster, Bartholomeus van der Helst, 1648

Schuttersmaaltijd ter viering van de Vrede van Munster, Bartholomeus van der Helst, 1648

 

Einde van de Gouden Eeuwse piraterij

De gouden tijden der piraten liep op zijn eind aan het begin van de achttiende eeuw. Na de Spaanse Successieoorlog van 1700 - 1713 waarbij de belangen van verschillende Europese naties op het spel stonden, werd de Vrede van Utrecht, een verzamelnaam voor een reeks van verdragen, ondertekend. Dit luidde het einde in van anderhalve jaar ruzies en godsdienstoorlogen. Hierdoor was de noodzaak om grote marines in stand te houden overbodig geworden en kwamen veel kapers en matrozen zonder werk te zitten. Velen van hen zagen geen andere uitkomst dan als piraat ter zee te gaan, maar ook hier zou een eind aan komen. De harde optredens door Groot Brittanië, Spanje en Frankrijk tegen dit soort praktijken drongen de piraterij helemaal terug wat de onherroepelijke doodsteek was voor de piraterij in het Caribische gebied. 

 

Bronnen:

 

Interessante artikelen:

 

Leuke reis boeken naar het zonnige zuiden?