Reuzenbekhaai

Haaien zijn er in een groot gevarieerde soorten en maten. We kijken eigenlijk niet echt meer op wanneer we een vreemd uitziende haai zien, behalve dan totdat je een exemplaar tegenkomt die er zo bizar uitziet dat je een paar keer moet kijken om jezelf ervan te vergewissen dat  je het nu toch echt goed hebt gezien. De haai die wij in dit artikel zullen behandelen is daar een goed voorbeeld van; de reuzenbekhaai.

Deze reuzenbekhaai heeft een hoofd dat proportioneel en in verhouding met de rest van zijn lichaamsgrootte een beetje 'oversized' is. Het is echter zijn mond die zeer merkwaardig is, want deze is flink van proporties en qua vorm en opbouw tamelijk uniek, zelfs voor een haai. De haai kreeg uiteindelijk niet voor niets zijn bijzondere naam toebedeeld. 

Wat weten we tot nu toe van de reuzenbekhaai?

  • De haai is de kleinste van de dire planktonetende haaiensoorten. De andere twee planktonetende haaiensoorten zijn de walvishaai en de reuzenhaai
  • Het lichaam van een reuzenbekhaai heeft een opvallende vorm, vergelijkbaar met de lichaamsbouw van een kikkerdril; zijn hoofd is, net als dat van een kikkerdril, naar verhouding abnormaal groot
  • Mannelijke reuzenbekhaaien zijn op volwassen leeftijd kleiner dan vrouwelijke reuzebekhaaien, waarbij de mannetjes een gemiddelde lengte bereiken van 549 cm. De vrouwelijke worden net iets langer met een gemiddelte lengte van 709 cm
  • Het geraamte van de haai is in vergelijking met andere haaiensoorten, zacht en broos 
  • De haai heeft een soort 'zilveren lip' dat vermoedelijk als doel heeft om prooi dat uit vissorrten en plankton bestaat, te lokken
  • Ze leven erg verscholen waardoor het moeilijk is om exact te bepalen hoeveel reuzenbekhaaien er in het wild zijn

We gaan op al deze punten uitgebreider in in dit artikel.

 

Reuzenbekhaai

Bouw

De reuzenbekhaai, Megachasma pelagios, zette de wereld van wetenschappers flink op zijn kop toen de haai in1976 in Oahu, Hawaï onverwachts door een onderzoeksschip van de Amerikaans marine werd ontdekt. Tot dan toe was deze haaiensoort volkomen onzichtbaar geweest voor de buitenwereld, totdat hij ineens tevoorschijn kwam, hangend aan het anker van genoemde marineschip. De reuzenbekhaai zat zelfs zo goed verstopt dat hij tot en met anno 2017 amper 100 keer is gespot. Het is daarom nog maar de vraag of de personen in kwestie in de gaten hadden hoe bijzonder uniek deze reuzenbekhaai was en dat ze in hun handjes mochten klappen dat ze hem überhaupt zomaar in het wild hadden gezien. Op de website van het Florida Museum kun je een lijst vinden van alle tot nu toe geregistreerde waarnemingen van reuzenbekhaaien. 

Net als bij de walvishaaien de reuzenhaai, is de reuzenbekhaai ook een planktonetende haaienras. Wat deze haai anderzijds toch apart zet van de andere twee planktonetende haaiensoorten is dat hij naast plankton ook vis eet. Dit kun je vaststellen aan het feit dat hij naast kieuwzeefborstels ook tanden heeft. Verder is de vorm van zijn zeer kleine tanden een goede graadmeter wat zijn menu betreft. Deze zijn haakvormig, net als bij alle andere visetende haaiensoorten. Dit helpt de haai om de glibberige vissen goed vast te pakken. De reuzenbekhaai kan 5.49 meter lang worden en 1,215 kg wegen.

Doordat de haai zo moeilijk te traceren is, is er niet veel bekend over het soort. Een in 2014 door een Japanse visser gevangen reuzenbekhaai werd toentertijd met veel enthousiasme door wetenschappers in ontvangst genomen. Ze hoopten via uitgebreide sectie nog meer te weten te kunnen komen over deze vrijwel onbekende haaiensoort. Wat duidelijk mag zijn is dat het uiterlijk van de haai zoveel afweek van dat van zijn naaste soortgenoten dat wetenschappers de haai zijn eigen familienaam gaven: Megashasmidae. 

Wat deze haai verder apart zet van zijn soortgenoten is niet alleen zijn grote mond, maar ook zijn kwetsbare skelet. Haaiensoorten hebben over het algemeen een stevig kraakbeen geraamte, maar dit geldt niet voor de reuzenbekhaai. Zijn skelet is juist erg broos wat de haai eigenlijk zeer kwetsbaar maakt. De breekbare geraamte is terug te leiden naar zijn manier van leven. Stevige beenderen zijn niet nodig voor een haai dat een redelijk getemperd leven leidt. Nadeel hiervan is wel dat hij zich hierdoor minder snel kan verplaatsen waardoor de haai helaas vaak slachtoffer wordt van vissersnetten met de dood tot gevolg. Veel andere haaiensoorten zijn helaas ook slachtoffer van deze Global Marine Enclosures in die landen waar de stranden worden afgeschermd door middel van lange netten. 

 

Reuzenbekhaai

 

Het hoofd van de haai is kort, maar bijzonder breed van vorm en ietwat zompig van samenstelling. Dit zie je heel duidelijk op foto's waarop een dode reuzenbekhaai te zien is. Het hoofd verliest na zijn dood zijn vorm en zakt als een plumpudding in elkaar. De onderkaak van de reuzenbekhaai steekt iets naar voren en loopt puntsgewijs richting de punt van de neus van de haai. Zijn onderlip heeft een opvallend zilverkleurige glans, vermoedelijk om plankton en visjes mee te lokken.

Verder heeft deze haai letterlijk een bek vol met tanden. De mond van de haai kan erg groot worden, ruim1,3 meter breed. In de bovenste kaak zitten maar liefst 50 rijen zeer kleine tanden en in de onderkaak zitten nog veel meer rijen, maar liefst 75. De tanden hebben een haakvormige compositie omdat de reuzenbekhaai naast plankton ook vis eet. Dit is de enige planktonetende haai die dit doet. 

De haai heeft vijf vrij korte kieuwen, twee lange borstvinnen, twee rugvinnen waarvan de eerste redelijk klein van maat is en stomp van vorm is. De tweede rugvin is kleiner. Verder heeft de haai twee buikvinnen en twee zeer kleine aarsvinnen. De staart van de reuzenbekhaai is erg groot, asymmetrisch van vorm en met een lange bovenste staartvinlob. 

De reuzenbekhaai heeft twee redelijk grote, semi-ronde ogen. De ogen van dit haaientype hebben echter geen beschermend vlies zoals je bij andere haaiensoorten ziet. 

Voedsel

De reuzenbekhaai leeft in de oceaan op een diepte tussen de 150 tot 1000 meter. De haai eet voornamelijk diverse plankton soorten zoals kril en eenoog kreeftjes. Daarnaast eet hij vermoedelijk ook kwallen en kleine vissoorten. 

Het Florida Museum heeft substantieel en noemenswaardig onderzoek gedaan naar de reuzenbekhaai. Ze hebben gelukkig veel interessante informatie weten te verwerven, zoals gedrag, voedsel, voortplanting en lichaamsbouw van de haai. In oktober 1990 is het ze zelfs gelukt om een mannelijke reuzenbekhaai van een zender te voorzien. De zender heeft over een periode van twee jaar de wetenschappers veel belangrijke informatie bezorgd. Zo konden ze onder andere zien waar de haai overdag en s'avonds vertoefde en hoe groot het gebied was waarin de haai zich begaf. 

Dankzij de zender konden ze zelfs vaststellen op welke dieptes de haai verbleef gedurende 24 uur. Zo kwamen de wetenschappers er bijvoorbeeld achter dat de reuzenbekhaai overdag liever in dieper water vertoefde om dan uiteindelijk tegen de avond naar boven te zwemmen. Men weet dit gedrag aan het kril waarvan men wist dat deze tegen de avond naar de bovenste lagen van de zee migreerde. De haai volgde dus feitelijk gewoon zijn prooi. 

De onderzoekswetenschapper Taketeru Tomita van de Universiteit van Tokyo, Japan deed in 2011 research naar de wijze waarop de reuzenbekhaai eet. Taketeru wilde weten of de haai plankton naar binnen zoog tijdens het zwemmen ofwel dat de reuzenhaai zijn prooi al met open mond zwemmend het voedsel tot zich nam. Tot dan toe had niemand ooit geobserveerd hoe een reuzenbekhaai voedsel ving, dus was dit fascinerende vraagstuk aan Taketeru Tomita wel toevertrouwd. 

Taketeru en zijn collega's constateerden dat om een zuigbeweging te maken een haai in het bezit moest zijn van een stel zeer sterke kaken. De kracht die nodig is om een zuigbeweging te maken wordt geregeld door de ceratohyal cartilage, een botje onder de tong waaraan de tong is bevestigd. Dit botje zorgt ervoor dat de tong naar beneden wordt getrokken waardoor de mondholte groter wordt. 

Taketeru concludeerde dat de ceratohyal cartilage, dat kort en stevig van vorm is bij zuigende haaien, suction feeding, juist lang en flexibel was bij de reuzenbekhaai, ram feeding geheten. Hieruit leidde hij derhalve af dat de reuzenbekhaai zijn prooi niet naar binnen zoog, maar juist met wijd open mond door het water zweefde en zodoende de plankton rustig opving in zijn mond. Dit klopt dan ook weer met de hypothesis dat de reuzenbekhaai een redelijke luie en matige zwemmer is. De reuzenmanta voedt zich overigens ook middels 'ram feeding'. 

Leefomgeving

De reuzenbekhaai leeft redelijk verspreid, maar voornamelijk in tropische gebieden. De eerste reuzenbekhaai werd voor zover bekend gespot in Hawaii, maar andere reuzenbekhaaien zijn ook gespot en zelfs van een zendertje voorzien in Japan. Verder leeft de reuzenbekhaai in de Grote Oceaan, de Filipijnen, de Atlantische Oceaan, Senegal, Hawaii, California, Zuid Afrika, Zuid Amerika, Australië, Sri Lanka, Azië en Indonesië.  

Reuzenbekhaaien leven overdag op gemiddeld 1500 meter diepte en stijgen tegen de avond op naar zo'n 5 á 6 meter om zich te voeden met plankton en kril. 

Voortplanting

Veel informatie over de reuzenbekhaai is nog steeds niet voorhanden, maar gelukkig weten we wel genoeg wat betreft de voortplanting. Zo weten we bijvoorbeeld dat de eiren in de buik van de reuzenbekhaai worden bevrucht en dat ze haar jong levend voortbrengt, ovoviviparity

Bij ovoviviparity worden de eieren in de buik bevrucht waarna de embryo's zichzelf gedurende hun ontwikkeling voeden met de aanwezige eidooier. Wanneer deze op is voeden ze zichzelf met de overige zwakke of dode embryo's in de baarmoeder, feitelijk een vorm van haaienkannibalisme nog voordat de babyhaaien geboren zijn. De Volkskrant heeft hier een artikel over geschreven.

 

Reuzenbekhaai

 

Overigens is het ook bekend dat pasgeboren witte haaien na hun geboorte meteen bij hun moeder wegzwemmen om te voorkomen dat ze door haar worden opgegeten. Een andere vorm van haaienkannibalisme bij uitstek. 

In 1998 werd onderzoek gedaan naar de voortplantingsorganen van een overleden reuzenbekhaai. Deze vermoedelijk nog onvolwassen vrouwelijke reuzenbekhaai had een groot hoeveelheid wit-gelige eiren aan haar rechter eierstok. Bij nader onderzoek bleek dat de eierstokken gelijk waren aan die van een makreelhaai, waarvan bekend is dat de ras ovoviviparity zwangerschappen heeft. 

Relatie tot de mens

Voor zover bekend vormt de mens vooralsnog geen bedreiging voor de reuzenbekhaai. De haai leeft zo afgezonderd dat hij voorlopig niets te vrezen heeft van ons. Hopelijk blijft dit zo. 

Natuurlijke vijanden

De reuzenbekhaai heeft voor zover bekend geen natuurlijke vijanden, maar verrassend genoeg werd in Manado, Noord-Sulawesi in Indonesië in 1998 door wetenschappers gezien hoe bultrugwalvissen een reuzenbekhaai aanvielen. Zij waren op dat moment bezig met bultrugwalvissen te observeren. Zij zagen tot hun verbijstering hoe een groep van deze walvissen een reuzenbekhaai aanvielen. De duidelijke verwondingen aan de rugvin en de kieuwen van de haai toonden duidelijke littekens van deze aanval. 

Van bultrugwalvissen is bekend dat zij vreedzame zoogdieren zijn die zich voeden met plankton, niettemin komt heel af en toe ook diepzee haaiensoorten voor in hun menu. 

 

Uitsterving haaien - data onbekend