
Stel je voor: een haai met een snuit die lijkt op een zaagblad! Deze ongelooflijke vis is de zaaghaai, een haai die niet alleen opvalt door zijn unieke uiterlijk, maar ook door zijn bijzondere jachttechnieken. Met zijn scherpe, zaagachtige snuit zoekt hij de oceaanbodem af naar prooi, en gebruikt hij zijn tanden om vissen te verlammen en zelfs uit de grond te trekken. De zaaghaai is een waar meester in het 'zagen' van de oceaan! Maar ondanks zijn indrukwekkende vaardigheden heeft deze haai zijn eigen uitdagingen, want in sommige delen van de wereld is hij zeldzaam geworden door overbevissing. Ontdek meer over deze fascinerende haai en waarom we hem moeten beschermen voor de toekomst!
Een groep Bahama-zaaghaaien in ondiep water, gezien van boven met wit zand op de Bahama’s | © Arzi | Adobe Stock
De Latijnse naam van de zaaghaai is Pristiophorus spp. Het geslacht Pristiophorus bevat verschillende soorten zaaghaaien, en de meest bekende is Pristiophorus japonicus, die in de westelijke Stille Oceaan voorkomt. Er zijn echter ook andere soorten binnen dit geslacht.
Er zijn zes bekende soorten binnen het geslacht Pristiophorus, de zaaghaaien. Deze zijn:
- Pristiophorus japonicus (Japanse zaaghaai) – Gevonden in de westelijke Stille Oceaan, rond Japan en de regio daar omheen.
- Pristiophorus cirratus (Indische zaaghaai) – Komt voor in de Indische Oceaan, van Australië tot de Indische subcontinenten.
- Pristiophorus natalensis (Natal zaaghaai) – Te vinden langs de kust van Zuid-Afrika en in de Indische Oceaan.
- Pristiophorus peroni – Gevonden in de wateren rondom de oostkust van Zuid-Afrika en Mozambique.
- Pristiophorus schroederi – Gevonden in de wateren van de westelijke Stille Oceaan.
- Pristiophorus miurus – Komt voor in de zuidelijke delen van de Indische Oceaan.
Deze soorten komen voor in verschillende delen van de wereld, maar ze hebben allemaal de kenmerkende zaagachtige snuit die hen hun naam geeft. Afhankelijk van de regio kunnen ze variëren in grootte, gedrag en voorkeuren voor het type water (bijvoorbeeld diepzee of ondiepere kustriffen).
Bouw
De zaaghaai is gemakkelijk te herkennen aan zijn lange, platte snuit, die doet denken aan een zaag. Deze zaagsnuit heeft scherpe tanden die gebruikt worden om vis en inktvis te vangen. Het lichaam zelf is lang en slank, wat ideaal is voor het leven op de bodem van de zee. De zaaghaai heeft een relatief korte rugvin en een heterocerkale staart, vergelijkbaar met andere diepzeehaaien. Een heterocerkale staart betekent dat de twee lobben van de staartvin van de haai ongelijk van grootte zijn. De bovenste lob is langer dan de onderste lob. Dit type staartvin komt vaak voor bij haaien en is een van de kenmerkende kenmerken die hen helpt om efficiënt te zwemmen, vooral in de diepzee. De langere bovenste lob zorgt voor meer stabiliteit en kracht tijdens het zwemmen.
Zaagtanden
Een zaaghaai heeft een bijzonder gebit, maar het zijn vooral de tanden op zijn zaagvormige snuit (de 'rostrum') die opvallen. Hier zijn de details:
Zaagtanden op de snuit:
- Afhankelijk van de soort heeft een zaaghaai tussen de 20 en 30 tanden aan elke kant van de zaag. Die tanden zijn niet echte tanden zoals in de kaak, maar uitsteeksels van kraakbeen bedekt met tandachtig materiaal. Ze worden gebruikt om prooien te raken en op te graven.
- Kaaktanden (echte tanden in de mond):
- De kaak van een zaaghaai bevat meestal ongeveer 40 tot 50 kleine, scherpe tanden per kaakhelft. Die tanden zijn aangepast om kleine vissen en ongewervelden vast te grijpen.
Dus in totaal heeft een zaaghaai honderden tanden als je de zaagtanden en kaaktanden bij elkaar optelt — een echte tandenfabriek!
Leefgebied
Zaaghaaien komen voor in de gematigde en tropische wateren van de wereld. Ze bevinden zich voornamelijk op middelgrote dieptes, van zo’n 50 tot 200 meter, hoewel ze soms ook op de oceaanbodem van nog diepere wateren te vinden zijn. Je kunt ze vooral aantreffen in de Indische Oceaan, de westelijke Stille Oceaan, en rond de kust van Zuid-Afrika. In tegenstelling tot veel andere haaien, houden zaaghaaien zich vaak dicht bij de zeebodem op zoek naar hun prooi.
Jacht
Zaaghaaien jagen op een unieke manier. Ze gebruiken hun zaagachtige snuit om de bodem van de oceaan te ‘scharen’ en prooien te verlammen. Dit betekent dat ze vaak vissen of inktvissen aanvallen door hun scherpe snuit heen en weer te bewegen en zo meerdere prooien tegelijk te raken. De beweging lijkt op een zaag die door de oceaan snijdt, wat de naam van deze haai verklaart.
Onderkant van een zaaghaai © Sabine | Adobe Stock
Voedsel
Het dieet van de zaaghaai bestaat voornamelijk uit kleine vissen, inktvissen en andere zachte bodembewoners. Omdat ze hun snuit gebruiken als een soort ‘zoekmachine’, kunnen ze de oceaanbodem afzoeken naar prooi en deze snel vangen. Maar hoe vinden ze hun prooi? Goede vraag! Zaaghaaien hebben een bijzondere manier om hun prooi op te sporen — ze gebruiken elektrorecepie, niet echolocatie of geluidsgolven zoals dolfijnen of vleermuizen. Hieronder leg ik het uit:
Zaaghaaien vinden hun prooi met:
1. Elektroreceptie
In hun snuit (de zaag) zitten kleine poriën die verbonden zijn met het zogenaamde Ampullen van Lorenzini-systeem. Daarmee kunnen ze elektrische signalen detecteren die levende dieren uitzenden, zelfs als die onder het zand verstopt liggen. Zo “voelen” ze letterlijk waar een vis zich bevindt, ook als ze die niet zien.
2. Mechanische zintuigen (trillingen)
Ze reageren ook op beweging en trillingen in het water. Als een prooi beweegt, veroorzaakt dat waterverplaatsing, en dat merken ze met gevoelige zijlijnorganen die langs hun lichaam lopen.
3. Gezichtsvermogen
Als ze dichtbij genoeg zijn, gebruiken ze ook hun ogen om te zien wat er beweegt op de zeebodem — maar dit is minder belangrijk dan hun elektrische zintuigen. Dus samengevat:
Zaaghaaien gebruiken elektrische signalen en trillingen in het water om prooien te vinden — ze hoeven niets te zien of te horen, en gebruiken dus geen echolocatie. Zie de leuke strip hieronder!
Voortplanting
Zaaghaaien zijn ovovivipare, wat betekent dat de jongen binnenin de moeder groeien en daarna levend geboren worden. De zwangerschapsduur varieert, maar kan tot meer dan een jaar duren. De jongen zijn bij de geboorte al ongeveer 20 cm lang, en ze groeien langzaam tot volwassenheid. Vrouwtjes kunnen tussen de 100 en 150 cm lang worden, terwijl mannetjes wat kleiner blijven.
Natuurlijke vijanden
Hoewel de zaaghaai een behoorlijk indrukwekkend wapen heeft in zijn snuit, heeft hij toch enkele natuurlijke vijanden. Grotere haaien en orka's vormen een bedreiging, maar de zaaghaai is meestal goed beschermd door zijn verblijf dicht bij de oceaanbodem. Zijn zaagvormige snuit helpt om andere roofdieren af te schrikken.
Relatie tot de mens
Zaaghaaien vormen geen directe bedreiging voor de mens, hoewel ze soms in vissersnetten verstrikt raken. In sommige delen van de wereld wordt de zaaghaai ook gevangen voor commercieel gebruik, bijvoorbeeld voor de haaienvinnen. Omdat hun aantal in sommige gebieden afneemt, worden zaaghaaien tegenwoordig beschermd in bepaalde maritieme gebieden om overbevissing te voorkomen.
Beschermingsstatus
De Bahama-zaaghaai (Pristiophorus schroederi) heeft volgens de IUCN Rode Lijst de status 'Data Deficient' (DD). Dit betekent dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om de risico’s voor deze soort goed te beoordelen. De soort is zeldzaam en komt voor in diepere wateren rond de Bahama’s en Cuba, op dieptes tussen 400 en 1000 meter.
Andere zaaghaaisoorten zijn beter onderzocht. Bijvoorbeeld:
- De gewone zaaghaai (Pristiophorus cirratus) wordt geclassificeerd als 'Least Concern' (LC), wat betekent dat deze soort momenteel niet bedreigd is. f
- De Japanse zaaghaai (Pristiophorus japonicus) heeft eveneens de status 'Least Concern' (LC).
De beperkte kennis over de Bahama-zaaghaai onderstreept het belang van verder onderzoek en monitoring om passende beschermingsmaatregelen te kunnen nemen.